Lamp van God
Herziene Statenvertaling | Geen reacties | 26-08-2015| 08:05
Vraag
Aan een medewerker van de BMU en/of de HSV. En als dat niet mogelijk is aan iemand met kennis van de Hebreeuwse grondtaal. Mijn vraag betreft een verschil in uitleg en vertaling m.b.t. Exodus 27:20 en 21, vergeleken met 1 Samuël 3:3. De HSV vertaalt in vers 20: “(...)om voortdurend een lamp (enkelvoud) te laten branden.” De SV vertaalt het zo: “(...) dat men geduriglijk de lampen (meervoud) aansteke.”
Vraag 1: Is het nu enkelvoud of meervoud? En waarom vertaalt de HSV het dan in 1 Samuël 3:3 in het enkelvoud: “lamp van God”? Ik meen dat het voortdurend laten branden van een lamp iets anders is dan een lamp gedurig aansteken. Bij dat laatste hoeft de lamp niet voortdurend te branden. Dat zou ook overeen komen met wat er staat in vers 21 (HSV): “(...) moeten Aäron en zijn zonen die verzorgen, van de avond tot de morgen (...).” Of (SV): “(...)zal ze Aäron en zijn zonen toerichten, van den avond tot den morgen (...)”
Vraag 2: waarom vertaalt de HSV het anders dan de SV? Geeft de grondtekst daar aanleiding voor? Daar komt nog bij dat in de BMU de uitlegger meer de HSV lijkt te volgen, zowel in het kiezen van meervoudsvorm als inhoudelijk. De uitleg bij zowel vers 20 als 21 klinkt als volgt: “Aäron en zijn zonen moeten ervoor zorgen dat de lampen (meervoud) altijd blijven branden.” Terwijl in 1 Samuël 3:3,4 (SV) er toch op wordt gewezen dat de lamp Gods niet voortdurend brandde: “En Samuël had zich ook nedergelegd, eer de lamp Gods uitgedaan werd, in de tempel des HEEREN, waar de ark Gods was, dat de HEERE Samuël riep (....).” De uitleg van de BMU geeft dan aan dat dit erop wijst dat Samuël de stem van God hoorde tegen het einde van de nacht (dus vlak voordat de lamp van God uitgedaan werd). Dit zou dan bevestigen dat de lamp brandde van zonsondergang tot zonsopgang. De uitleg bij de BMU lijkt hierin niet consistent.
Vraag 3: ging de lamp nu wel eens uit, of brandde hij dag en nacht?
En tenslotte vraag 4: welke betekenis heeft het dat de lamp altijd (of alle nachten) moest branden?
Antwoord
Volgens de wet van Mozes moest er een lamp branden van de avond tot de morgen. De Hebreeuwse tekst die als de meest gezaghebbende wordt gezien heeft in beide gevallen een enkelvoud. Waarom de Statenvertalers het meervoud hebben gebruikt is niet duidelijk. De Kanttekeningen spreken er niet over. Het is theoretisch mogelijk dat de Statenvertalers een andere versie van de Hebreeuwse tekst gebruikten die een meervoud hadden, maar dat valt niet vast te stellen. Er zijn voor zover ik weet geen aanwijzingen dat andere manuscripten hier een meervoud hebben. Ik denk dat het woord “voortdurend” hier niet wil zeggen dat de lamp ook overdag moest branden, maar dat de lamp ’s avonds aangestoken moest worden en niet mocht doven tot het ochtend was.
Hartelijke groet,
Reinier de Blois
Dit artikel is beantwoord door
Herziene Statenvertaling
- Kerkelijke gezindte:Divers
- Woon/standplaats:Divers
- Status:Actief