Levend Christusgemis (2)
R. J. Jansen | 13 reacties | 09-07-2015| 08:07
Vraag
Beste kand. Jansen. Uw antwoord op de vraag over het levend Christusgemis heeft mij diep en pijnlijk geraakt. (Ik ben overigens niet degene die de vraag stelde.) Al tijden ben ik bezig dichter bij God te komen, mezelf op te knappen voor Hem, Hem te behagen en heb ik mezelf voorgehouden dat als ik maar zo goed mogelijk leef, het me op een dag wel zal lukken. Nu zie ik in dat ik het helemaal mis heb. Ik BEN inderdaad een zondaar, ik doe niet alleen zonden, maar ik ben zelf zondaar. Ik weet niet goed dit te beschrijven, maar dit doet veel met me... het was het antwoord dat ik eigenlijk niet wilde horen (lezen) en dat tegelijk precies op het juiste moment kwam voor mij. Ik voel een enorme schuld.
En toch kan ik niet helemaal erkennen dat ik een hater van God ben. De gedachte eraan alleen al doet me letterlijk huiveren. Ik weet ergens wel dat het zo is, maar ik denk dat ik helemaal breek als ik dat echt zou erkennen. Ik voel me al zo slecht nu. Is het echt nodig om dit nog dieper te beseffen? En u schrijft dat we ons aan Zijn voeten moeten leggen, zo goddeloos en slecht als we zijn. Hoe hou ik dat vol? Ik kan voor mijn gevoel geen kant meer uit, wil zo graag goed doen voor Hem, maar besef dat ik dat niet kan. Ik voel me enorm schuldig. Het enige wat ik momenteel nog naar Hem kan uitbrengen is “het spijt me.” Ik weet niet meer wat ik moet doen. Ik kan niet(s) zonder Hem. Sorry als ik hiermee dramatisch over kom, maar dit is hoe ik me voel.. hopeloos en schuldig. Groet, een 21-jarig meisje.
Antwoord
Beste dochter van Eva,
Je krijgt te zien wie je bent. Je ziet een walgelijk portret. “Ben ik dat geworden?” O het is nog veel walgelijker dan jij of ik ooit kunnen beseffen. Je bent er van geschrokken... je stem stokt in je keel. Je kunt alleen nog maar zeggen: “het spijt me.” Ik begrijp dat je het zo voelt. Maar is het waarheid voor Gods aangezicht? Hoe kan de zonde je spijten als je er dag in dag uit in doorleeft? Als al je doen, denken en bidden doordrenkt is van zonde? Als er geen liefde tot God in je hart is?
Zó eerlijk moet ik tegen je zijn. Er is geen liefde tot God bij jou. Want alleen de liefde van God uitgestort in je hart, geeft wederliefde (1 Joh. 4:19). Totdat dat gebeurt, ben je een hater van God. Want je ‘ik’ wil niet buigen voor God. Heeft harde gedachten van God. Ja, op de bodem van je hart leeft de gedachte “was er maar geen God.” Want geen God betekent geen hel, geen Wet, geen vervloeking, geen zonde. Wij willen geen God voor wie we moeten buigen. Wij willen geen God, Die God is. Dat is de haat tegen de God van de Bijbel in ons hart. Helaas uiten heel veel “christenen” hun haat tegen God op een vrome manier, door een godsbeeld op de Heere te plakken wat wél bij ons past. Iedereen die niet doorleefde een hater van God te zijn, doet dat. Ze dienen een andere god, maar zijn vreemd van de levende God.
Maar je moet als een hater van God voor de dag komen. De Schrift zegt dat wij dat zijn. Lees Psalm 14 en 53. Twee keer heeft de Heilige Geest die Psalm in de Bijbel gezet, zo belangrijk is het dat wij dit leren na-zingen... al kun je niet meer zingen als je dit leert verstaan. “De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God.” Wij denken dat dat gaat over atheïsten. Maar weet je wat er eigenlijk staat? “De dwaas zegt in zijn hart: geen God.” Dus niet “er bestaat geen God”, maar “ik wil geen God”, “ik wil zelf God zijn” (dat is de wortel van alle zonde, zie Gen. 3:5). Deze Psalm gaat over jou en over mij. Zolang je niet erkent een hater van God te zijn, ontken je feitelijk dat je in Adam in zonde gevallen en van God vervreemd bent. Je bent God kwijt, omdat je Hem gehaat hebt in het Paradijs. Genesis 3 is jouw geschiedenis. Je bent een dochter van Eva. Wij willen God niet. Omdat we denken –net als Eva- dat Hij op ons ongeluk uit is. Omdat we denken dat de Heere een hardvochtig God is.
Je kan proberen God te behagen en proberen liefde tot God in je eigen hart op te pompen: er komt geen druppel uit, want je bent een God-loze. Van jouw kant is de weg naar de hemel eeuwig onbegaanbaar. Je komt –als dochter van Eva- de cherubs met brandend zwaard tegen! Je kunt geen stap zetten richting God. Totdat de Heere jou Zíjn liefde openbaart. Zijn liefde in het geven van Christus (1 Joh.4:9-10). Dan mag je door het geloof zien dat God Die jouw Rechter is, Die vertoornd is, Die jou met recht kan verdoemen... uit liefde Zijn Zoon gegeven heeft verzoening te doen voor jou. Dát zie je in het ware geloof: ook mij... “wij hebben gekend en geloofd de liefde die God tot ons heeft” (1 Joh. 4:16a). Als je die gave van Christus in het Woord mag zien, dan is het zó werkelijk, dan komt de Heere Jezus er in mee, wordt Hij a.h.w. jou persoonlijk geschonken. Zo nabij komt Hij dan, dat je Hem toe-eigent door het geloof. Dan wordt de liefde uitgestort in je hart en dán gaat de zonde je spijten. Wanneer? Als je door het geloof op Christus mag zien. Als je Zijn heerlijkheid hebt gezien, bloedend aan het vloekhout. Dát breekt het hart. Dan wordt de zonde bitter. Want daar is de liefde van God uitgestort in je hart. Stervende liefde. Betalende liefde. Gevende liefde. Liefde voor vijanden (Rom. 5:5-8). En daartegen gezondigd te hebben is wel zo bitter! Daar wordt “de zonde mij de dood” (Rom. 7:13), omdat mijn zonde Zijn dood geworden is. Als je op de Heere Jezus mag zien, dan is er mét die verbrokenheid over de zonde, tegelijk een diepe vrede door Zijn bloed en een blijdschap die de wereld niet kent.
En nu? “Wat moet ik doen?” Niets, want God doet het. “Maar dat kán niet”... nee ik weet het. Als je gedreven wordt naar de enge poort, leert de Heilige Geest dat je niets kan doen en tegelijk ligt zo de nood op je dat je alles doet... onbegrijpelijk, want zalig worden gaat ook uit boven alle verstand (Matt. 11:25). Alleen wie het doorleefde verstaat het: niets kunnen doen om God te behagen en toch ook niet niets kunnen doen. Roepen en tegelijk zwijgen, pleiten en tegelijk rechteloos zijn, je vernederen en daarin je hoogmoed ontdekken, weggestoten worden en tegelijk terug kruipen naar God, wanhopen en tegelijk hopen op God... en zo sterven aan je eigen doen, om waar al jouw werken en doen ophoudt (Rom. 3:19) dáár doet God het. Waar je niet meer werkt, daar is Christus, daar is het geloof, daar is de Gerechtigheid die redt van de dood (Rom. 4:25). Als je niet meer werken kunt, geloof je. Niets doen. Gelovend rusten op wat God gedaan heeft in Christus. Ja ik roep je toe: Geloof in de Heere Jezus Christus! Zie het Lam Gods!
Je schrijft dat het niet uit te houden is als je blijft aanvaarden hoe je jezelf nu hebt te zien gekregen. Als je eerlijk voor de Heere wilt zijn, ja dat is inderdaad niet uit te houden. Daar worden je gebeden steeds korter, maar intenser: “O God, wees mij zondares genadig!” Hoe houd ik dat vol, vraag jij. Je denkt nu als ik mij zo slecht en goddeloos als ik ben voor de Heere neerleg -in die niet-uit-te-houden eerlijkheid- dan moet ik jaren wachten tot de Heere komt. Zo kan ik toch niet léven? Precies dát is je harde gedachte van God. Jij denkt dat Hij een verbroken hart laat wachten. Maar het omgekeerde is waar, Hij wacht tot jij als zondares komt. Want als jij zó komt hoef je niet te wachten! De Heere wacht om genadig te zijn! (Jes. 30:18). Zó onuitsprekelijk goed is de Heere.
Beste dochter van Eva, in de naam van de levende God smeek ik je: buig voor het portret dat je van jezelf hebt gezien, ga niet poederen om je aangezicht te verbeteren, dat wordt je eeuwige dood! Kom voor Hem voor de dag in al je walgelijkheid door de zonde. Daar roept Hij je –onbegrijpelijk, wonderlijk- toe: “Geheel zijt gij schoon, Mijn vriendin, en er is geen gebrek aan u” (Hoogl. 4:7). Rust niet voordat je die wonderlijke spraak van Zijn vergevende liefde, uit Zijn mond, het Woord, hebt gehoord!
Als je meer vragen hebt n.a.v. dit antwoord mag je mijn emailadres opvragen bij de redactie (vragen@refoweb.nl).
Ontvang een hartelijke groet van een Adamszoon,
Kand. R. J. Jansen
Dit artikel is beantwoord door
R. J. Jansen
- Geboortedatum:04-02-1987
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Scherpenisse
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik wil wel even opmerken dat R. J. Jansen met niets doen niet bedoelt dat je niet meer hoeft te bidden of niet meer in de bijbel moet lezen.
Lees deze preek eens van Thomas Watson.
http://www.downloadpreken.com/artikelen/A271.pdf
Hier nog wat uitspraken van puriteinen:
McCheyne: Doe wat u kunt
Ralph Erskine: De Heere heeft meer dorst naar een zondaar, dan een zondaar naar Hem.
Ralph Erskine: God biedt Zijn genade zonder voorwaarde aan, zoals wij een dorstig mens water aanbieden. Maar wie weigert te drinken vergaat van dorst.
Ik ben benieuwd naar de bijbelse argumentatie van uw reactie. Ik denk dat ik niet begrijp wat u zegt.
In de eerste plaats wil ik aangeven dat ik het met de strekking van het antwoord van de ds. eens ben. De mens doet zonde, is zondaar en kan alleen door het bloed van Christus verzoening ontvangen.
Nu komt de vragenstelster op mij over als iemand die heel erg worstelt met zichzelf over haar zonden maar denkt dat ze zichzelf nog slechter moet gaan vinden/voelen om überhaupt in aanmerking te komen voor Gods genade.
1 Joh.1:8-9 zegt:
8.Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij ons zelven, en de waarheid is in ons niet.
9.Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.
Je merkt soms in onze kringen dat zondebesef (hoe belangrijk ook) voorrang krijgt op Gods genade. Ik bedoel te zeggen dat mensen blijven hangen in hun schuld en bang zijn te weinig zondebesef te ervaren om Zijn genade te mogen ontvangen. En dat is droevig, want daarmee doe je Christus tekort. Hij heeft immers de prijs betaald en bied ons Zijn vrede aan om niet.
Joh.3:17
17.Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden.
Hier blijkt Gods goede wil en liefde uit, juíst voor zondaren. Hij wil ons redden, laten wij dan onszelf en anderen geen obstakels opwerpen maar dankbaar dat geschenk aannemen.
Hoop dat dit wat meer duidelijk geeft.
Vr. grt.
maar ook het antwoord wat gegeven is. hier val ik van harte bij in die weg leid God Zijn volk
ik moest denken aan jeremia 31 de woorden: Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik hen voeren. Wenen vanwege mijn zonde maar ook smeken om genade en ontferming. o als dan de Heere zich een ogenblikje aan je ziel komt te openbaren dan ga je het uitroepen weg wereld weg schatten gij kunt niet bevatten hoe rijk ik wel ben,
we hebben met een Heilig en rechtvaardig God van doen die buiten Christus een verterend vuur en een eeuwige gloed is en die van Zijn Recht geen afstand kan doen, maar o Wonder in Christus een verzoend God en Vader door het offer de genoegdoening aan het vloekhout op golgotha waar Hij het uitriep HET IS VOLBRACHT
vraagstelster ik ken je niet maar ik wens je van harte toe dat je mag ondervinden dat de Heere geen land van uiterste duisternis is neem het antwoord van kand. Jansen ter harte, en roep HEM AAN IN DE DAG DER BENAUWDHEID laat niet af hand en oog op te heffen naar omhoog. en smeek om waarheid in het binnenste eerlijk makende genade om zo als een verloren zondaar aan Zijn gezegende middelaarsvoeten gebracht te mogen worden. wat zal je daar eeuwig goed mee zijn
dan loopt het uit wat de dichter van psalm 56 vers 13 onberijmd mag betuigen: Want Gij hebt mijn ziel gered van den dood; ook niet mijn voeten van aanstoot, om voor Gods aangezicht te wandelen in het licht der levenden?
Je hebt gelijk. Door Gods algemene genade is het op deze wereld nog enigszins uit te houden.
Vr.8. Maar zijn wij alzo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad?
Antw. Ja wij (a) tenzij dan dat wij door den Geest Gods wedergeboren worden (b)
a Ge 6:5 Ge 8:21 Job 14:4 Job 15:14,16,35 Joh 3:6 Jes 53:6
b Joh 3:3,5 1Co 12:3 2Co 3:5
Maar ook:
..Wel is waar dat na den val in den mens enig licht der natuur nog overgebleven is, waardoor hij behoudt enige kennis van God, van de natuurlijke dingen, van het onderscheid tussen hetgeen betamelijk en onbetamelijk is, en ook betoont enige betrachting tot de deugd en tot uiterlijke tucht. ..
@John61 Ik geloof niet dat er nog iets goeds in ons woont na de zondeval. De Bijbel geeft mij geen enkele aanleiding om dat te veronderstellen. Er is niemand die goed doet, tot niet één toe, zegt Paulus. Zegt dus het Woord. Ik denk dat @Markusa het goed uitlegt als hij/zij schrijft dat het door Gods algemene genade is dat het hier op sommige delen van de wereld nog enigszins uit te houden is. Niet omdat er nog iets goeds in ons woont, maar omdat God de mensheid nog niet massaal overgeeft aan het goeddunken van zijn eigen hart: massamoord, doodslag, verkrachtingen, enz.
Ik merk bij jou een ernstige vorm van godsdienstigheid. De mens die God moet dienen. Dat is ook niet raar, want bij de meeste religies werkt het zo. Maar weet je, onze God wilt geen godsdienst. Hij is een Vader Die voor zijn kinderen zorgt. Hij wilt jou voeten wassen, net zoals Jezus de voeten waste van zijn discipelen.
Hij houdt onvoorwaardelijk van je. Alles wat je doet zal niets aan Gods liefde voor jou toevoegen of afhalen. Je bent geliefd! Onze Vader heeft over alles nagedacht. Niets hangt van ons af. Probeer God ook niet te behagen, want dat heeft helemaal geen zin. Geef jezelf aan Hem over, en laat Jezus het werk doen in je hart. Op eigen kracht lukt het niet, Jezus veranderd je.
En nog één ding; alles komt op geloof aan. Als jij oprecht gelooft dat Jezus in staat is om van jou een prachtig nieuw mens te maken, dan zal dat gebeuren. Zet de stap en merk het verschil!