Weer gewoon Ger. Gem. worden
J.W.N. van Dooijeweert | 52 reacties | 19-06-2015| 12:22
Vraag
Beste evangelist Van Dooijeweert, mag ik even mijn hart luchten? Ik wacht maar niet op uw antwoord maar begin gelijk maar met mijn vragen. Ik stik haast in mijn geworstel over allerlei dingen in onze kerk. Ik heb hulp nodig. En met mij nog veel anderen. Ik ben geboren en opgegroeid in de Ger. Gem. Gedoopt, belijdenis gedaan, getrouwd. Ik ben al jaren trouw lid. En nu ben ik het zat! Wat moet ik nu doen? Ik trek het niet meer! Ik kan niet meer naar mijn gemeente.
In onze kerk zitten verschillende mensen die al jaren heel trouw lid zijn. Nooit hebben ze zelfs voor diaken kandidaat gestaan. Komt er iemand binnen vanuit de Ger. Gem. in Ned., korte tijd later is hij verkiesbaar als ouderling. De verschillen met Ger. Gem. in Ned. zijn toch enorm groot? (al kan niemand me echt uitleggen wat de verschillen zijn). Er moest in 1953 een familieverscheurende scheiding voor worden doorgevoerd. Heb ik niet meegemaakt, maar een deel van onze familie is van die kerk. En altijd maar maken ze ruzie met elkaar over de dominees van de Ger. Gem. Altijd commentaar: “Hoe kun je nou daar kerken?” En in de preek hoor ik over: “die nemen Jezus maar aan”, “het gaat zomaar niet”, “mocht het maar werkelijkheid voor je worden”, “jonge mensen je gaat eeuwig verloren.”
Eens zei een ouderling: “We zullen maatregelen moeten nemen want iedereen gaat tegenwoordig maar aan het avondmaal.” Onze kerk is een middelgrote kerk en er gaat maar een handvol mensen aan de tafel. Zo kan ik nog een uur doorgaan; nooit een boodschap voor de kinderen, geen Wilhelmus zingen, geen Ere zij God (terwijl dit voorheen wel mocht.) Preken over leggings, over de gesprekken, over de muziek, over de kleding. Nooit een nodigende preek. Nooit een opwekking om de Heere te gaan dienen. Ik heb het gehad! Maar ik durf niet weg te gaan naar een andere kerk, omdat ik een lafbek ben. Vaak ben ik heel verdrietig. Op een ander moment ben ik weer heel opstandig. Vooral ook omdat vrienden en bekenden er ook zo mee tobben en niemand doet iets of kan iets doen.
Je mag nergens kritiek op hebben want dan ben je een nieuwlichter of je gaat op ‘de berg van weggegooide mensen’ die altijd dwars zijn. Zo liefdevol is onze kerk nou eenmaal niet. U zult niet gelijk zeggen dat ik maar een andere kerk moet zoeken. Daar ben ik helemaal niet mee gediend. Ik ben geen opstandeling, maar echt Ger. Gem., maar dan wel verontrust in hevige mate. Ik verwacht dat u me niet met een kluitje in het riet zult sturen. Wilt u mij een antwoord geven waar iedereen iets aan heeft. En wat de reacties betreft: Ik heb geen behoefte aan commentaren die de kerk naar beneden willen trappen. Ook niet aan scheldpartijen en dergelijke. Ik zoek naar een weg om weer gewoon Ger. Gem. te worden. Help me alstublieft. Groeten van een verdrietig Ger. Gem.-mens.
Antwoord
Beste Broeder,
Met een diepe zucht... “Heere help me alstublieft!” Zo wil ik proberen een antwoord (of beter gezegd: enige antwoorden) aan je te geven. Ik begin aan het eind met je zinnetje: “Wilt u mij een antwoord geven waar iedereen iets aan heeft.”
Wie ben ik? Ik heb geen vakdiploma’s. Heb niet gestudeerd, ben geen theoloog of zoiets. Maar toch wil ik met je op pad gaan. Ik wil naast je komen zitten om samen na te denken. Onder voorwaarde dat je van mij geen eindantwoord krijgt, maar ik wil met je mee denken over de nood waarin je verkeert. En ook velen met je. Het is een terechte opmerking. Ik ken de problemen natuurlijk ook. Wie zou niet met het lot van zijn kerk begaan zijn. Bijna dagelijks krijgen we brieven van broeders en zusters uit de reformatorische kerken. Onze kerken zijn in nood!
Wat je nu moet doen? Eerst even diep ademhalen, en gewoon je afvragen: “Wat wil ik nu? Wat is er precies aan de hand?” Doordat de vragen en problemen die je had steeds meer opstapelden, werd het een berg die ongelooflijk groot en pompeus is. Maar laten we eens proberen een deel van die berg te slechten.
Mensen die jaren trouw in de kerk zijn... zelfs nooit voor diaken gesteld. Dat vind ik ook een groot probleem. Maar de goegemeente schijnt dat wel prettig te vinden. Ik denk dat onze kerkorde het nooit zo bedoeld heeft. Ouderlingen en diakenen treden periodiek af en de kerkenraad stelt kandidaten. Ik weet van verschillende gemeente dat ze het zo doen: elk kerkenraadslid geeft wat namen op. Zo ontstaat een lijst waaruit gekozen wordt. De aftredende ouderling of diaken is in onze kerk altijd herkiesbaar. Tot in de grijze ouderdom toe. Persoonlijk zou ik liever het systeem volgen dat verschillende andere reformatorisch kerken er op na houden: Twee perioden en dan een periode niet herkiesbaar.
Mensen die binnen komen uit een andere kerk moeten eerst een bepaalde tijd lid zijn en dan kunnen ze kandidaat gesteld worden voor het ambt. Als deze mensen uit de Gereformeerde Gemeente in Nederland komen is er inderdaad sprake van een leerverschil. De scheuring in ’53 heb jij niet bewust mee gemaakt. Ik min of meer. Ik was 15 toen dit gebeurde. Ik herinner me nog altijd het hartverscheurende verdriet van mijn moeder. Ze kon het niet begrijpen. Onze kerk doormidden. En dan kwamen er weer mensen praten, heel dwingend. Ze moest mee. En ze wilde niet. Ze bleef gelukkig waar ze was. We hebben zelf vrienden die van dit kerkverband zijn, we kunnen niet over het geloof praten.
Het verschil was zo groot. Officieel is onze leer het volgende: “Er is een algemeen, onvoorwaardelijk aanbod van genade.” Dat wil zeggen: Het evangelie wordt aan iedereen gepreekt, maar ook aangeboden. De zaligheid in Jezus Christus wordt gepredikt aan ieder die het hoort. “Nee!”, zei de tegenpartij. En over dat wel en niet werd heftige gestreden. Ze zeiden: “De zaligheid wordt alleen gepredikt aan de uitverkorenen.” Ik zeg het nu heel kort door de bocht. Maar je kunt hier best zelf eens over lezen.
Momenteel zie je een beweging van toenadering. Een van onze dominees zei: “Er is immers geen verschil tussen ons”. Kort geleden zei iemand tegen me: “Ja jullie willen terug, maar wij houden ons punt vast.”
Wilhelmus, Ere zij God... zijn verboden. Oude Kerstliederen worden aangepast, enzovoort. Ja, dat hoor ik veel meer. Dit is een verstarring waar ik bang voor ben. De vorm van het kerkelijk gebeuren is heel belangrijk, maar we moeten wel opletten waar we mee bezig zijn. Zeker het Wilhelmus heeft haar plaats binnen ons kerkelijk leven. De strijd der eeuwen wordt er in verwoord, maar ook de strijd tegen de waarheid. Ook de aloude geestelijke liederen zijn heel belangrijk. Het geeft een band die soms kerkmuren kan overstijgen. Het best is het om hierover eens te spreken met de broeders kerkenraad of met je dominee, bijvoorbeeld met het huisbezoek.
Hetzelfde zou ik willen zeggen van “Nooit een preek voor de kinderen. Preken over leggings, kleding, hoofdbedekking. Nooit een nodigende preek. Nooit appellerend.”
Broeder ga je oppassen dat je niet op hol raakt nu je er over schrijft. Je moet ook heel sterk oppassen in deze omstandigheden. Je mag niet doorslaan. Er zijn ook heel goede dingen in onze reformatorische hoek en ook zeker in onze Gereformeerde Gemeenten. Zul je die niet uit het oog verliezen.
Wat weggaan betreft: waar wil je naar toe? Naar welk kerkverband? Waar is het volmaakt? Nergens! Precies. Daarom denk ik dat we met elkaar moeten werken aan onze kerken en ook biddend bezig moeten zijn.
Het contact met onze dominees kan soms heel stroef verlopen dat weet ik. Maar toch proberen. Ze zijn door de Heere aan de gemeente gegeven. Alleen verliezen veel dominees het wel eens uit het oog dat de Heere ze een plaatsje gaf om de gemeenten te dienen.
Je hebt gelijk als je denkt dat ik niet gelijk zeg dat je naar een andere kerk moet gaan. Maar ik ben het wel met je eens dat er in onze gemeenten veel zorgen zijn. En dat er ook veel dingen verkeerd aangepakt worden. Ik denk aan de uitlatingen van verschillende predikanten en ambtsdragers over de Herziene Statenvertaling, de uitlatingen over de Jij daar!-avonden. De negatieve uitlatingen over kerken die de volwassendoop hebben in plaats van de kinderdoop. Het gemak waarmee men andersdenkenden wegschrijft. En zo kun je maar doorgaan, je hebt daar evenwel niets aan.
Maar broeder sterk je in de Heere en sta op het fundament van de kerk: Het Woord van God, en doe je mond open. Heeeeel wijd, naar de Heere om raad te vragen. En met veel verstand te reageren naar de gemeente, je kerkenraad, je dominee, om dingen op de juiste plaats te krijgen. Vooral ook met oog op onze jeugd. Bij tientallen vertrekken jongeren uit de reformatorische hoek naar evangelische gemeenten. Allerlei motieven worden aangevoerd om goed te praten dat men deze stap doet. Maar met dat alles raken we veel jong bloed kwijt.
Ik wil het hier even bij laten. Er is nog zoveel te zeggen en te schrijven. Dat mag je ook gerust doen. Zoekend naar een beter verstaan van de Bijbel in verband met het kerkelijk functioneren van je gemeente.
Gods zegen en bedankt voor je vraag(en),
Evangelist J. W. N. van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik verbaas me altijd over de neerbuigende houding van GG'ers richting GGiN. Dan zitten ze gelukkig voor de GG al in een ander kerkverband en nu krijgen die mensen nog de schuld.
Neerbuigende houding? De pot verwijt de ketel... Met name in het verleden is juist de GGiN geweest die zeer neerbuigend en diskwalificerend bezig is geweest over de GG. Gelukkig is dat wel veranderd. Maar dat komt vast door de verrechtsing binnen de GG :-). Ik zet het er alvast maar neer voordat onze geliefde linkse broeders dit weer gaan gebruiken als wapen in hun strijd.
Nu zal de onbijbelse ellende in de GGiN niet overal even groot zijn, maar toch drie praktijkvoorbeelden. 1. Ik sprak een tijdje terug een gezin uit de GGiN die met droge ogen beweerde dat er buiten hun kerk geen enkele zaligheid te verwachten is. En komen er dan op een wonderlijke wijze in een ander kerkverband toch mensen tot bekering, dan is het eerste wat ze doen, lid worden van de GGiN. Zo niet, dan is het een schijnbekering. 2. Een jonge vrouw die op een interkerkelijke ontmoeting door de Heere werd gegrepen in haar hart, kreeg thuis te horen dat ze zich niet zo moest aanstellen. Hun gezin was niet uitverkoren en daarmee basta. Haar werd verboden in de Bijbel te lezen omdat alleen de dominee het Woord kon uitleggen en toepassen. 3. Een domineeszoon uit de GB van de Hervormde kerk kreeg verkering met een meisje uit de GGiN. Door de ouders van het meisje werd het domineesgezin afgeschilderd als satanskinderen (zie deze vragenrubriek).
De GGiN is al lang geen reformatorische kerk meer. Dat vinden ze zelf ook. Mr. Laban Bolier kreeg daarom dankzij overtuigende bewijslast eind jaren tachtig via de rechter gedaan dat GGiN-ouders uit Elspeet reiskostenvergoeding kregen voor hun kinderen op de GGiN-school in Uddel, terwijl er in Elspeet ('ook') reformatorisch basisonderwijs was. Maar aangezien de GGiN niet tot de reformatorische denominatie behoorde (zo vonden kerk, Bolier en rechter), mochten hun kinderen gesubisidieerd naar Uddel reizen.
. . . Nochtans wordt Christus op allerlei wijze,
hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd;
en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden.
1 Korinthiërs 1:21
. . . zo heeft het Gode behaagd,
door de dwaasheid der prediking,
zalig te maken, die geloven.
Ik zie juist een stroming, zeker de laatste lichtingen studenten en predikanten , met een beschouwende, beschrijvende, oppervlakkige prediking. Alles is standaard hetzelfde en zeer voorspelbaar. Uitzonderingen daargelaten.
Van bovengenoemde dominees gaat en ging er wat van uit, beslag en bediening. Ik vind het verdrietig dat we zo weinig zulke dominees hebben en treurig dat we zoveel kwijt zijn geraakt.
Ook wij hebben een kerkenraad die zo graag zwaar wil zijn, helaas gaat er niets van uit
Ds. C. van Krimpen:
2014: 1
2015: 1
Ds. B.J. van Boven:
2014: 2
2015: 0
Bijvoorbeeld Ds. G.W.S. Mulder:
2014: 8
2015: 4
Bron Gergeminfo.nl
Ds. C. van Krimpen:
(2007: 10)
2013: 5
2014: 1
2015: 1
Ds. B.J. van Boven:
2012: 9
2013: 7
2014: 4 (!)
2015: 0
Ds. G.W.S. Mulder
2014: 8
2015: 4
Daarnaast (en ja, weer koren op de molen van omega) hebben de wat linksere gemeentes minder keuze uit dominees die preken zoals de kerkenraad dat graag hoort in deze gemeentes.
Ook het menselijk denken speelt een rol bij het beroepen. Wanneer er een nieuwe kerkgebouw ergens wordt neergezet, dan zal de dominee daar vast nog wel een paar jaar blijven...
Van Krimpen 2014-2014
Maar misschien moeten we ons hier helemaal niet mee bezig houden...
Dat er negatieve zaken zijn gezegd over de GG zal ongetwijfeld waar zijn. Uit ervaring weet ik dat van GG richting GGiN zeker niet minder is (en nog steeds). In het verleden hebben ze dat echter 'slimmer' gedaan als ik het zo mag zeggen en niet met de botte bijl zoals GGiN.
@ omega : je kan de zaken zo interpreteren als je wil, volgens mij ruk je veel zaken uit zijn verband en interpreteer je ze zo het je uitkomt. Ik zou ook veel zaken mbt GG kunnen gaan vertellen, maar doe het niet, heb betere dingen te doen.
We leven in een gebroken wereld, wat is er over van de eerste christengemeente in Europa? Klaagde de Heere Jezus niet: Zal ik nog geloof vinden op de aarde?
Je vind het terug in de kerken in Nederland, laten we terug gaan naar het eenvoudige Woord, er is zoveel verdriet, kerkscheuringen, beschadigde mensen, donkerheid en duisternis, de "leer" wordt boven de Heere en Zijn Woord gesteld, de Heere zegt komt allen tot Mij, allen, je hoeft niets, echt niet, dat zijn we kwijt geraakt, geen toeleidende weg, geen weten of je wel uitberkoren bent, geen aanzien des persoons, maar een volle nodiging, zou je dan niet gaan? Hij roept toch? ja maar... God moet het doen!
Laten we dan eens lezen in dl hst 1 artikel 16
Die het levend geloof in Christus, of het zeker vertrouwen des harten, den vrede der consciëntie, de betrachting van de kinderlijke gehoorzaamheid, den roem in God door Christus, in zich nog niet krachtiglijk gevoelen, en nochtans de middelen gebruiken, door welke God beloofd heeft deze dingen in ons te werken, die moeten niet mismoedig worden, wanneer zij van de verwerping horen gewagen, noch zichzelven onder de verworpenen rekenen, maar in het waarnemen der middelen vlijtig voortgaan, naar den tijd van overvloediger genade vuriglijk verlangen, en dien met eerbiedigheid en ootmoedigheid verwachten. Veel minder behoren voor deze leer van de verwerping verschrikt te worden degenen, die ernstiglijk begeren zich tot God te bekeren, Hem alleen te behagen, en van het lichaam des doods verlost te worden, en nochtans in den weg der godzaligheid en des geloofs zo ver nog niet kunnen komen, als zij wel wilden; aangezien de barmhartige God beloofd heeft dat Hij de rokende vlaswiek niet zal uitblussen, en het gekrookte riet niet zal verbreken. Maar deze leer is met recht schrikkelijk voor degenen, die God en Christus den Zaligmaker niet achtende, zichzelven aan de zorgvuldigheden der wereld en aan de wellusten des vleses geheel hebben overgegeven, zolang zij zich niet met ernst tot God bekeren.
De vragenstelster hoort dit niet meer in haar gemeente, dit hoor je vaker laten we daar onze ogen niet voor sluiten.