Worstelingen met christelijke geloof in studententijd
Ds. H. van den Belt | Geen reacties | 02-06-2015| 15:44
Vraag
Aan ds. H. van den Belt. U sprak bij “Jijdaar ontmoet” over uw worstelingen in uw studententijd. Ik herken mij er erg in; wel geloofszekerheid hebben, maar toch vragen hebben omtrent de zekerheid van het christelijke geloof. Vergis ik mij niet, hoe weet ik zeker dat het waar is? Het klinkt tegenstrijdig, omdat ik wel geloofszekerheid heb. Maar ik worstel er echt mee. Zeker als studenten aan mij vragen waarom het christelijke geloof dan het enige ware geloof is of hoe ik weet dat God bestaat, dan kan ik wel met de mooie/bijzondere schepping of met de Bijbel aankomen.. Maar dat heeft geen enkel nut.
Het maakt mij allemaal aan het twijfelen. Ik geloof vast en zeker dat God bestaat en dat de Bijbel waar is! Maar op de een of andere manier komen deze twijfels en vragen steeds in mij op. Ook vragen als: God is een geest, hoe zit dat dan? Is God dan niet een soort kracht, want je kunt Hem toch niet zien?, houden mij soms bezig. Vroeger was het voor mij vanzelfsprekend om in God te geloven. Maar nadat ik mag weten dat Jezus ook voor mijn zonden gestorven is, lijkt het wel of de duivel mij op mijn zwakke plek weet te raken en mijn relatie met God wil kapot maken. Misschien dat uw vragen niet exact dezelfde waren als die van mij nu, maar hoe bent u van die vragen/twijfels af gekomen? Wat heeft u geholpen en wat zou u mij als tip mee willen geven?
Antwoord
Bedankt voor je open en eerlijke vraag. Ik vermoed dat meer studenten wel zullen herkennen wat ik verwoordde en wat jij zelf ook herkent. Hopelijk raak je er niet mee in een geloofscrisis waarbij het fundament onder je persoonlijke geloof weggevaagd wordt. De Heere is getrouw en Hij wil je daarin ook de helpende hand -en dat is een almachtige hand- bieden.
Je vraagt hoe ik met die worsteling over de zekerheid van het christelijke geloof ben omgegaan. Ik heb als student veel gehad aan het boekje van Herman Bavinck “De Zekerheid des geloofs”. Ik ben momenteel bezig met een heruitgave en hertaling van het werk. De tekst staat ook op Internet. (Ga naar www.neocalvinisme.nl/tekstframes.html en klik op Bavinck --> Bibliografie --> Boeken en brochures --> 1901 / 1903). Daar doet hij uit de doeken dat het geloof een heel eigen soort van zekerheid heeft.
Je zou misschien ook wel iets kunnen hebben aan apologetische werken, maar daar staat niet altijd iets in over zekerheid of over de aard van onze geloofskennis. Het unieke (en exclusieve) van het christelijke geloof is een van de moeilijkste apologetische vragen van dit moment. Dat komt ook door de postmoderne cultuur waarin de relativering van de waarheid eigenlijk de norm is. Ik begrijp daarom wel je aarzelingen om met het mooie van de schepping of het unieke van de Bijbel aan te komen. Toch is dat nog niet zo gek als het misschien wel voelt. Dat je de waarheid van het het christelijke geloof niet met bewijzen kunt aantonen, betekent nog niet dat het onredelijk is om te geloven.
Zelf denk ik dat veel van dit soort twijfels ook met de moderne visie op onze kennis te maken hebben. We hebben als christenen veel meer van het moderne denken ingeslikt dan we ons vaak bewust zijn. Daarover heb ik in “Meten, weten en jezelf vergeten” ook geschreven. Denk bijvoorbeeld aan het sterke onderscheid tussen zeker weten en geloven. Dat heeft te maken met de moderne filosofie, waarin gezegd wordt dat je over God niets kunt weten, maar alleen maar iets over Hem kunt geloven. Het resultaat is dan dat je geloof als het ware in de lucht komt te hangen of een puur subjectieve mening wordt. Daarom vind ik het ook belangrijk om na te denken over de aard van onze kennis.
In mijn boekje schreef ik onder andere: “Het probleem van veel christenen is echter dat zij hun geloofskennis losmaken van de alledaagse kennis van de wereld. De kennis van het geloof zien zij als iets heel bijzonders omdat die op openbaring berust, terwijl zij over alle andere vormen van kennis heel seculier denken. Zij zijn het verleerd om vanuit God te denken. Zij doen dat wel in de kerk, maar niet op hun werk, wel bij het lezen van de Schrift, maar niet bij het lezen van de natuur. Daarom hangt het geloofsleven in de lucht en lijkt de zekerheid van het christelijke geloof een sprong in het duister. [...] We moeten weer leren om bijbels te denken over de aard van onze kennis. Kennis is lang niet altijd exacte meetbare kennis. Er is gelukkig heel veel wat wij weten zonder het te kunnen meten, want veel kennis is gebaseerd op vertrouwen op getuigenissen van anderen. [...] Het probleem van de geloofszekerheid kan alleen maar overwonnen worden als we radicaal anders leren denken en ons oefenen om dat andere perspectief allesbepalend te laten zijn voor al onze kennis en al onze zekerheden.”
Je schrijft ook dat je het ziet als een geestelijke strijd waarin de machtige tegenstander jouw zwakke plek weet te raken en jouw relatie met God kapot wil maken. Je hebt gelijk dat de duivel rond gaat als een briesende leeuw, maar juist daarom mag je je niet laten intimideren door dat gebrul. Je mag nuchter en waakzaam zijn. Nuchter, omdat je ook met je verstand God lief mag hebben en al je gedachten gevangen mag geven onder de gehoorzaamheid van Christus, maar ook waakzaam, omdat de vijand veel meer ervaring heeft net redeneringen dan jij en je heel gemakkelijk vast kan redeneren, als jij je niet laat voeden door het Woord van God. Verwijs de vijand altijd door naar de Opperbevelhebber, want daar is hij echt bang voor.
Ds. H. van den Belt
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. van den Belt
- Geboortedatum:08-06-1971
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Woudenberg
- Status:Inactief