Want Ik zal water gieten op de dorstigen

Ds. A.A.F. van de Weg | Geen reacties | 02-06-2015| 09:34

Vraag

Aan ds. A. van de Weg. Mooie tekst, Jesaja 44:3: "Want Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge..." Mijn vraag is: wie worden er bedoeld met "de dorstigen" en wat wordt aangegeven met "het droge"? Zijn de dorstigen alle mensen, ook en zelfs diegenen die een verkeerde dorst hebben (zoals in Jes. 55:1), of worden hier alleen diegenen bedoeld die een waarachtige dorst naar God (Psalm 42) hebben? En is "het droge" gelijk te stellen met "de dorstigen" of heeft dat een eigen/een andere betekenis?


Antwoord

Beste vragensteller of -stelster,

Jouw vraag is duidelijk. Om een antwoord te geven op je vraag is het zaak om de tekst goed te bekijken. Wie worden er nu bedoeld met “dorstigen” en wat wordt aangegeven met “het droge”? Als ik de context van Jes. 44 in ogenschouw neem, kan ik geen andere conclusie trekken dan dat met het dorstige en het droge (vs. 3), “Mijn Knecht Jakob” en “Israel” (vs. 1 en vergelijk ook vs. 2) wordt aangeduid. Dat geldt ook voor Jes. 55:1. De achtergrond van die nodiging moeten we zoeken in het voorgaande hoofdstuk, Jes. 54. Daar wordt heel Israel aangesproken.

Echter, als het gaat om de uitleg en de verwerking van deze twee gedeelten in de prediking, blijken er twee verschillende visies te zijn. Ter illustratie twee mogelijkheden van uitleg, beide van godzalige en gereformeerde predikanten:

1. John Owen: zijn uitleg van Jes. 55:1 is dat enkel degenen die geestelijk dorsten naar God, vanwege het zien van hun ellende, genodigd worden.

2. Thomas Boston: zijn uitleg van Jes. 55:1 is dat iedereen die dorst heeft, genodigd wordt, aangezien iedereen van nature dorst naar verzadiging buiten God. Ook de kanttekeningen van de Statenvertaling merken bij “alle gij dorstigen” op: “Gij allen die naar de gerechtigheid zeer verlangt, gevoelende uw zonden en ellenden.”

Tot slot: wie heeft er geen dorst? Iedereen heeft dorst. Alleen dorsten we naar zaken die onze dorst ten diepste niet kunnen lessen. C. S. Lewis merkte eens op: “Wij zijn halfhartige wezens, we rommelen wat met drank en seks en status, terwijl er oneindige vreugde geboden wordt.” Kom met die dorst, die toch niet te lessen valt, naar Hem, Die ten diepste de vervulling is van de beloften in Jesaja. De enige voorwaarde om tot Hem te komen is het hebben van dorst. En daarom: Wie (lees: wie ook maar!) dorst (lees: welke dorst ook maar!) heeft, die kome, en neme van het water des levens om niet! 

Hartelijke groet,
Ds. A. van de Weg

Lees meer artikelen over:

aanbod van genadeJesaja
Dit artikel is beantwoord door

Ds. A.A.F. van de Weg

  • Geboortedatum:
    09-03-1984
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Apeldoorn
  • Status:
    Inactief
32 artikelen
Ds. A.A.F. van de Weg

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

God voelen

Ik hoor altijd prachtige verhalen van mensen die God echt hebben gevoeld. Ik heb zo’n gevoel nog nooit gehad. Ik denk niet dat het gevoel een vereiste is voor een goede relatie met God, desondanks vra...
Geen reacties
01-06-2017

Onderdeur

Ik heb pas een lezing gehoord en daar werd gezegd dat het woord "de jongste" zoiets betekent als "onderdeur". In 1 Sam.16:11 staat: De jongste is nog achtergebleven... (over David toen Samuël hem tot ...
Geen reacties
01-06-2011

Verkering niet meer wat het was

Al een aantal jaren heb ik (jongen) verkering. We zijn erg veel samen. In begin van de verkering gingen we veel weg. We bezochten allerlei dingen en genoten hiervan. We zetten alles voor elkaar opzij....
Geen reacties
01-06-2013
design website door design website by Mooimerk website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis hosting website door hosting website by STH Automatisering