Betrouwbaarheid van de Bijbel
Ds. M. M. van Campen | Geen reacties | 16-04-2015| 15:10
Vraag
Pas heb ik een documentaire gezien over Jezus en de tijd waarin Hij leefde. Deze documentaire was niet veroordelend maar vooral beschrijvend en onderzoekend. Erg interessant. Ik kreeg een beeld van de tijd waarin Christus geleefd moet hebben. Er was alleen ook een onderdeel bij over het ontstaan van de Bijbel. Dit onderdeel heeft me best geschokt om eerlijk te zijn. Er kwam naar voren dat (neem me niet kwalijk als ik het niet juist zeg, de details kunnen wat anders liggen) rond het jaar 300 na Christus een koning heeft besloten om bepaalde evangeliën als ketters aan te merken en deze te verbieden. Hij koos voor de vier welbekende evangeliën en stelde zo de Bijbel samen. Waarom koos hij juist deze evangeliën? Omdat de andere beschrijvingen die in omloop waren (van Judas en Petrus meen ik) meer gericht waren op het gevoel en het volk zouden kunnen oproepen tot activiteiten die hij als koning niet wilde. Daarom koos hij voor deze vier heldere evangeliën.
Ik heb natuurlijk op internet gezocht of het geschetste verhaal klopt, ik kom wel wat bekende feiten tegen inderdaad. Ook zie ik staan dat in de 17e eeuw veel 'gedoe' is geweest over de waarde en geloofwaardigheid van de boeken in de Bijbel, als we het hebben over de apocriefe boeken. Nu vraag ik mij na alles af, in hoeverre is de Bijbel nu mensenwerk? Is de Bijbel wel betrouwbaar als tot tweemaal (als het niet meer is) in de geschiedenis een mensenhand heeft gekozen welke boeken wel 'goed' zijn en welke niet? Ik ben erg benieuwd naar uw antwoord.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
1. Het verhaal van koning Constantijn die bepaalde welke boeken er in het Nieuwe Testament zouden komen, is niet overeenkomstig de werkelijkheid. Wil je daar echt meer van weten, dan raad ik je aan het boek van Michel Green, “De boeken die de Kerk afwees, fictie of waarheid in de Da Vinci Code”, te lezen. Deze professor wéét waar hij het over heeft.
Het is niet waar dat de Bijbel een verzameling van onbetrouwbare documenten is, geselecteerd door de toenmalige kerk op basis van een verborgen agenda. Het is niet waar dat Jezus’ goddelijkheid pas tijdens het concilie van Nicea (325 na Christus) is vastgesteld met een krappe meerderheid. Het is niet waar dat Maria Magdalena de leider was waarop een feministische Christus zijn kerk wilde bouwen.
2. De kerk heeft inderdaad bepaalde van zulk soort boeken afgewezen, maar dat deden ze omdat dit zogenaamde gnostische evangeliën waren. Dat zijn latere (!) geschriften, die niet ouder waren dan het Nieuwe Testament, maar jonger namelijk vanaf de late 2e eeuw na Christus, waarin het evangelie werd verdraaid en vervalst. Daarom verwierp de kerk die.
3. De kerk heeft de huidige Bijbelboeken niet gekozen of besloten daar een Bijbel van te maken. De evangeliën en de brieven van de apostelen die het onderwijs van Jezus, de verslagen van Zijn sterven en opstanding en het ooggetuigenis van de generatie na Hem bevatten, deze geschriften genoten vanaf het begin onmiddellijk en blijvend aanzien in de christelijke gemeenschap. De kerk heeft die boeken érkend (!) als van God afkomstig. De Bijbel is voor 100 procent geloofwaardig. Daarin staat niet een mensenwoord maar bevat slechts Woord van God via mensen geschreven. De Schrift was zelfs bij de Heere Jezus nooit een punt van discussie, maar betekende bij elke discussie het einde van alle tegenspraak.
Bij het vaststellen van de canon van de Heilige Schift, heeft niet een paar geestelijke hoogwaardigheidsbekleders even uitgemaakt welke boeken bij de Bijbel horen en welke niet: ze voegden erbij die ze mooi vond en ze deden weg die ze te streng vonden. Nee, geenszins. Men legde vast wat in de loop van de tijden door God al bewerkt was aan erkenning van de Schriften. Zo goed als Israel tot de erkenning kwam dat God aan Samuel de dienst van profeet had toevertrouwd (1 Samuel 3:19 en 20), zo goed is de gemeente van God, geleid door de Geest, tot de erkenning gekomen welke boeken Goddelijk gezag hadden en welke niet.
DUS: de kerk heeft ze niet vastgesteld maar erkend. Door Gods bijzondere zorg hebben de Bijbelboeken van meet af aan het gezag gekregen die God aan ze verleend had. Als de kerk de canon zou hebben vastgesteld, zou ze zich bóven Gods Woord hebben geplaatst. Dat deed ze niet, maar ze erkende de autoriteit van Gods Woord en stelde zich daarmee ónder het Woord van God. Het Oude Testament zegt in Psalm 12:7: de woorden van de HEERE zijn reine woorden als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal. Het Nieuwe Testament zegt in Openbaring 3:8: U hebt Mijn Woord bewaard en Mijn naam niet verloochend. Laten we daaraan vasthouden en dat volgen als een lamp voor onze voet en een licht op ons pad. Dan verdwalen we niet, maar komen we thuis.
Ds. M. M. van Campen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. M. van Campen
- Geboortedatum:02-03-1965
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rotterdam-Zuid
- Status:Inactief