Zaligheid buiten Rooms-Katholieke Kerk
Ds. N. den Ouden | 1 reactie | 15-04-2015| 13:31
Vraag
Naar aanleiding van onderstaande citaten van Augustinus vraag ik me af of deze kerkvader gelijk heeft. Deze citaten hebben mij ernstig aan het nadenken gezet. Is er inderdaad buiten de Katholieke Kerk geen zaligheid? Zal ik daarom terug moeten keren tot deze kerk? Is de Katholieke Kerk nog steeds de Kerk van Christus? Van deze op Petrus gebouwde kerk is toch de belofte dat de poorten van het dodenrijk haar er niet onder zullen krijgen (Matt. 16:18)?
Moeten wij dan niet ondanks dat de (Katholieke) kerk fouten maakt en ontrouw aan God en zijn Woord kan zijn, net als Petrus die vrijwel direct na het verkrijgen van het Petrus-ambt Christus driemaal verloochende, toch altijd daarbij blijven wetende dat Christus de Kerk wél trouw zal blijven, zoals hij dat bij Petrus ook was en zoals God het Joodse volk ook altijd maar weer trouw bleef? In een diep vertrouwen dat God de Kerk van Christus van het begin van de wereld tot het einde zal vergaderen, beschermen en onderhouden? "Als wij ontrouw zijn, blijft Hij trouw, zichzelf verloochenen kan Hij niet" (2 Tim. 2:13) Zomaar wat vragen en overwegingen, waarop ik graag de visie van u wil horen.
Augustinus in "Sermo" 3: "Sara zeide: Verwerp de dienstmaagd en haar zoon; de zoon der dienstmaagd zal immers geen erfgenaam zijn met haar zoon Isaac. En de Kerk zegt: Werp de ketterijen buiten en haar zonen; de ketters zullen immers geen erfgenamen zijn met de katholieken. Maar waarom zullen zij geen erfgenaam zijn? Zijn zij soms niet met het zaad van Abraham geboren? En hoe hebben zij het doopsel der Kerk? Zij hebben het doopsel; het zaad van Abraham zou erfgenaam maken, als de hoogmoed hen niet van de erfenis uitsloot. Door hetzelfde woord wordt men geboren, door hetzelfde sacrament; maar men komt niet tot dezelfde erfenis van het eeuwige leven, als men niet terugkeert tot de Katholieke Kerk." In "Sermo ad Caesariensis ecclesiae plebem", 6: "De zaligheid kan men slechts deelachtig worden in de Katholieke Kerk. Buiten de Katholieke Kerk kan alles, behalve de zaligheid. Men kan eer hebben, men kan sacramenten hebben, men kan het alleluia zingen, men kan Amen antwoorden, men kan het evangelie aanhouden, men kan in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest het geloof hebben en prediken, maar nergens dan in de Katholieke Kerk zal men de zaligheid kunnen vinden."
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Vragen die gaan over kerkelijke gebrokenheid blijven altijd moeilijk en pijnlijk en ik kom er nooit helemaal uit.
Enerzijds ben ik jaloers op de Rooms-Katholieke Kerk. Men kent daar niet de kerkelijke versplintering die bij ons protestanten wel heeft toegeslagen. Als het gaat om de grote dogma’s (de bijbelse leer van de Drieënheid en de twee naturen van Christus, enz), is men orthodoxer dan menig protestantse kerk. Anderzijds vormen de Maria-cultus, het pauselijk gezag, de sacramentsleer enz. voor mij een onoverkomelijk bezwaar om me daarbij aan te sluiten.
En is de kerk echt gebouwd op Petrus, zoals uit de aangehaalde tekst gesuggereerd wordt? Of gaat het daarin om de belijdenis die Petrus deed (“Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God...”)? Christus is het fundament van de kerk. Ze is gebouwd op het fundament van (de leer van) apostelen en profeten, waarvan Christus de grote inhoud is.
Bij de tekst uit 2 Tim. 2. is ook de vraag hoe we dat hebben op te vatten. Dat God getrouw blijft en Zichzelf niet kan verloochenen, kan ook juist wel betekenen dat Hij daarom straft en komt met Zijn oordelen en een gemeente (kerk) verlaat. Lees wat dat betreft ook maar de zeven brieven aan de gemeenten in Azië, waar geschreven staat dat in de gemeente het licht van de kandelaar wordt weggenomen en van de meesten van die gemeenten is ook niets meer overgebleven.
Maar dan zijn er ook de citaten van Augustinus. En dat roept inderdaad vragen op. Je zou ze ook met vele kunnen uitbreiden. Hij vergelijkt bijvoorbeeld degenen die zich afscheiden met geamputeerde lichaamsdelen die wel moéten afsterven. Scheuren beschouwt Augustinus als één van de ergste zonden, omdat het zich tegenover het wezenlijke kenmerk van de kerk stelt, namelijk de eenheid in de liefde. De liefde is immers het meest wezenlijke van het geloof.
Je kunt historisch gezien, zijn uitspraken zetten tegen de achtergrond van zijn strijd tegen de Donatisten die zich van de katholieke kerk hadden afgescheiden. Je kunt ook zeggen dat de situatie kerk in zijn tijd (4e eeuw) anders was dan in de 15e eeuw. De mariologie; de relikwieënverering , aflatenhandel, pauselijk gezag enz, waren toen niet of in ieder geval niet op die manier aan de orde.
Het blijft verder ook altijd weer de vraag hoe de kerk en het kerkelijk instituut zich verhouden. Valt dat samen, of zit er toch verschil tussen? En als de liefde het meest wezenlijke is van het geloof, kun je dan ook door de liefde (tot God en Zijn Waarheid) gedwongen worden om van het instituut dat zich kerk noemt, afscheid te nemen? En zou die liefde je ook kunnen verhinderingen om zich bij een instituut dat zich kerk noemt, aan te sluiten, omdat er zoveel van de heerlijkheid van Zijn Zoon verdonkerd wordt? Ik denk het wel.
De uitspraken van Augustinus hebben daarom voor mij niet het laatste woord. Maar het is wel heel goed om ze te lezen. We hebben ons maar al te vaak en veel te makkelijk bij de kerkelijke verscheurdheid neergelegd, en spreken er dan met krokodillentranen onze droefheid over uit, terwijl we het zo prima naar ons zin hebben in ‘ons’ eigen kerkje. Zo kunnen Augustinus’ woorden ons opschrikken. Al zeg ik er meteen bij dat ik, zoals Rome nu is, me onmogelijk daar kan laten inschrijven en dat ook onderlinge kerkelijke eenheid niet geforceerd kan worden.
Maar meer nog dan de woorden van Augustinus moeten de woorden van Christus ons treffen als Hij bad: “En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven zullen. Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in ons één zijn, opdat de wereld gelove. Dat Gij Mij gezonden hebt.”
Hartelijke groet,
Ds. N. den Ouden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N. den Ouden
- Geboortedatum:25-10-1969
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Leerbroek
- Status:Inactief