Bekering ‘niet over genomen’
J.W.N. van Dooijeweert | 8 reacties | 11-04-2015| 13:44
Vraag
Men heeft het nog wel eens over ‘een bekering overnemen’. Is het noodzakelijk dat Gods volk een wedergeboorte 'goedkeurt' als je de Heere Jezus als persoonlijke Verlosser hebt leren kennen? Kunt u daar wat meer over vertellen?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Als de Heere in je leven komt gaat bij jezelf alles op zijn kop en overboord. Ken je het gedicht van Mc Cheyne:
Maar toen mij Gods Geest aan mijzelf had ontdekt,
Toen werd in mijn ziele de vreze gewekt
Toen voelde ik wat eisen Gods heiligheid deed
Daar werd al mijn deugd een verwerpelijk kleed
Toen vlucht’ ik tot Jezus Hij heeft mij gered
Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet
Mijn heil en mijn vreugd en mijn leven werd Hij
Ik boog m’en geloofde en mijn God sprak mij vrij
Als het gebeurt wat in die eerste strofe staat dan gaat je hele leven over de kop. In je hart! Persoonlijk. Als het gebeurt wat in de tweede strofe staat dan gaat je hele omgeving over je heen. Soms valt het mee. Maar er zijn ook plaatsen waar je de naam Jezus zeker niet moet noemen. Of het gaat net een beetje te snel. Het moet wat “overwinteren en overzomeren” wordt er dan gezegd. Op zich is dat natuurlijk niet verkeerd. In de gelijkenis van Jezus over de zaaier was er een deel van het zaad dat viel op steenachtige plaatsen. Niet veel aarde. Groeide snel, maar had geen wortels. Het stierf weg. Dat komt ook vandaag voor. Daardoor zijn veel mensen erg argwanend als iemand wat optimistisch over vergeving praat. Die neemt het te gemakkelijk. Die eigent zich Jezus zomaar toe. “Maar”, zei die ouwe bekeerde man, “het zal wel een vroeg komende morgenwolk blijken te zijn. Die is zo weer weg”. Laat maar!
Kijk eens naar bijgevoegd tekeningetje.
Wij gebruiken dat vaak in Peru om de Indianen de waarde van het gebed te leren begrijpen. Je ziel zoekt een relatie met God; je bidden, je zoeken in Gods Woord, je belijden van zonden... En de Heere geeft antwoord, zie de pijl naar beneden. Je zingt die Psalm niet alleen met je mond, maar je hart jubelt mee. Te snel? Jacobus schreef het zo: “Nader tot God en Hij zal tot u naderen” (Jacobus 4:8a). Dan jubelt je hart toch het hoogste lied! Dan hoef je toch niet meer te weten of anderen het “over kunnen nemen”. Dit zijn van die momenten in je leven waarin de Heere Zich persoonlijk met je bemoeit. Hij weet van je af. Hij weet je op een bepaald moment te raken, te bemoedigen. Het zingen van deze woorden dringt binnen in je hart. Het verbreekt je hart in een vreugdejubel. Dit heeft niets te maken met de vraag of iemand het wel van je overneemt.
Weet je wat mij altijd weer pijn doet? Van sommige mensen wordt het heel snel ‘overgenomen’. Het is de hoogste tijd dat we volwassen christenen worden en niet meer luisteren of een ander mijn bekering overneemt. Dat is een uitgesleten term: “O, mijn bekering wordt niet overgenomen door Gods kinderen.” Dit zijn van die hopeloze toestanden en gebruiken, die het onder ons zo goed doen. Maar echt waar: de Heere werkt zo niet. De Heere werkt met iedereen persoonlijk, zoals Hij dat wil. Het was toch een zaak tussen jouw en de Heere? Je hebt toch mogen ervaren dat je geloofszekerheid kreeg... Van wie kreeg je die zekerheid? Van een man of van een vrouw uit je omgeving? Omdat die het van je overnam? Of kreeg je het in je hart van de Heere Zelf?
Er was op dat moment toch een relatie met de grote Schepper, met onze Heere God? Misschien nog niet helder een relatie met Jezus als je Zaligmaker en Verlosser, maar dat komt meestal pas wat later, als de Heere ons stap voor stap verder gaat leiden. En verder het geheim van zaligheid in het bloed van Jezus. Laat alle verdere gedachten maar vallen. Hij zorgt voor je. Hij opent de Bijbel steeds meer en meer als Zijn Woord, heel speciaal voor jou. De duivel kan je dan wijsmaken dat je het naar jezelf toegetrokken hebt. Maar de Heere wil dat juist, die Persoonlijke omgang met je. Daarvoor gebruikt Hij de preek, of een gedeelte dat je leest in de Bijbel, of een versje dat je zingt. Dat kan ook een gezang zijn.
Dit alles maakt opnieuw des te meer duidelijk dat we het van de Heere alleen moeten hebben, en niet van broeders en zusters die iedere bekering van een ander langs hun eigen (soms zelfs ingebeelde) bevindelijke bekeringsweg leggen en dat op de centimeter nauwkeurig. Waarom niet met vreugde en blijdschap ontvangen en zo’n jong plantje begeleiden...
Geniet van de momenten dat de Heere duidelijk laat merken dat Hij van je af weet. In het tekeningetje de pijl naar boven: jouw gebed. De pijl naar beneden: Gods antwoord. Laat het je niet ontnemen omdat een ander je bekering niet overneemt. Jubel mee met die vromen van psalm 32:3. Zij mogen straks eeuwig jubelen en juichen. Dat zijn die mensen die net als jij hun verlossing hebben gevonden in het bloed van het Paaslam.
Hartelijke groeten,
Evangelist J. W. N. van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
God had die Psalm voor jou uitgezocht: Merk op mijn ziel, wat antwoord God u geeft, Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft... (Psalm 85)
Hij vertrooste jouw ziel in jouw geween en zei: Ik ben uw heil alleen. (Psalm 35)
Dus Hij is jouw heil, jouw troost, jouw Rots.
En daarom: Hij zal jouw raad geven op jou rust Zijn oog. (Psalm 32)
Nu zijn er toch mensen die het overnemen.... Maar niet die vrouw waarvan jij het wenste over verwachte, maar de beantwoorder en de mensen die reageren op Refoweb :-). Dat is fijn, dat bemoedigt. Maar blijf vooral dicht bij de Heere. Hij kan heil geven, wij niet. Maar ik hoop dat je ook mensen ontmoet, met wie je wel kunt praten!
Gods zegen toegewenst!
Wel kun je je altijd afvragen of je levenswandel ook naar je woorden is. Als je zegt God te kennen, maar in je levenswandel het tegenovergestelde doet, zullen mensen zich zeker gaan afvragen of het allemaal wel echt is/was, wat ook logisch is natuurlijk. Niet dat dat de mensen maar toestemming geeft om je bekering te beoordelen, maar aan de vruchten kent men wel de boom.
1 Kronieken 21 vers 13; laat mij toch in de hand des HEEREN vallen; want Zijn barmhartigheden zijn zeer vele, maar laat mij in de hand der mensen niet vallen.
Mooie tekst op dit onderwerp!
En wie van Gods volk zou deze kleinen durven ergeren...
Mattheüs 18:6
Maar zo wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, het ware hem nutter, dat een molensteen aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken ware in de diepte der zee.
Mattheüs 18:10
Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg ulieden, dat hun engelen, in de hemelen, altijd zien het aangezicht Mijns Vaders, Die in de hemelen is.