Rusten bij de Vader op schoot
Ds. D.W. Tuinier | 2 reacties | 07-04-2015| 17:21
Vraag
Het enige waar ik nu nog in mijn leven naar verlang is naar de onvoorwaardelijke liefde van God de Vader. Ik ben zo moe van al het moeten en strijden. Ik verlang er zo naar om als een kind te rusten bij de Vader op schoot. Ik ga op het moment bewust niet meer naar mijn eigen kerkelijke gemeente (Ger. Gem.), omdat ik daar niet echt heel vrolijk van word... Als je al zo moe bent van het leven en van al het strijden en van al de twijfel of God wel van jou houdt, dan vraag ik me af: zou God dan nog steeds tegen je zeggen: “Kijk eens hoe slecht je wel bent, besef je wel dat je mijn liefde zeker niet verdient uit jezelf... En denk vooral niet dat Ik zomaar van je houd...” Of zou God zeggen: “Kom maar bij Mij, ik zorg voor je, ik houd van je en ik zal je rust geven. Rust maar in Mijn sterke armen. Strijd niet meer, maar laat Mij voor je strijden.” Wilt u hier op reageren?
Antwoord
Verstandig dat je met je vraag komt. Mijn taak is jou de juiste richting wijzen. Hopelijk ben ik je wegwijzer en gids en neem ik je mee naar Jezus’ woorden in Zijn preek in Mattheus 11: “Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven” (28).
Ben je werkelijk vermoeid en belast met je zonden, alles wat moe, moedeloos en verdrietig maakt, weest er van overtuigd dat je welkom bent bij de grote Rustaanbrenger. Leg je aan Zijn voeten neer met je tijdelijke noden, zorgen en alles wat je neerdrukt maar vooral met de nood van je ziel. Ook met je vragen over allerlei zaken waarvan jij niet vrolijk wordt, zoals je schrijft. Aan Gods GENADEtroon moet je zijn. En komen zoals jij bent. Het voorhangsel is op Goede Vrijdag gescheurd. (Mark. 15:38). Dat is Evangelie voor mensen zoals jij en ik. Aan de voeten van de Heere leer je dat je het niet hebt verdiend dat Hij naar je om ziet en dat je slecht bent...
Paulus zegt: ik ben de grootste van de zondaren, mij, roept hij uit tot zijn grote verwondering, is barmhartigheid geschied. Juist dan moet je bij de Heere zijn. In Hem vind je rust. Waarom? Omdat de Zaligmaker de ware rust heeft verdiend op Goede Vrijdag. Met Pasen is Hij opgestaan uit het graf om de rust weg te schenken aan rusteloze zielen. Ook aan jou... Wanhoop niet, hoor. Nog steeds is het waar: Wie Hem aanroept in de nood, Vindt Zijn gunst oneindig groot. (Ps. 86:3 ber.)
Ds. D. W. Tuinier
Dit artikel is beantwoord door
Ds. D.W. Tuinier
- Geboortedatum:28-04-1964
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kampen
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Hij laat een smeker niet staan! En al kan je niet meer smeken. Hij hoort het geroep van de jonge raven.. Nou die hebben geen volzinnen, maar de Heere weet wat ze nodig hebben. Echt waar! Als je in je werken: Moeten en strijden, aan het einde ben gekomen in je zelf dan is daar Christus. Het is alleen maar wonderlijk dat je zo moe ben en zo uitgestreden, het einde van het werken(wet) is namelijk Christus(genade). Werp al je bekommernissen dan maar op Hem en Hij zal je rust geven. Want als je het zelf niet meer kan neemt Hij het van je over. En in Christus ligt die ware rust.. Dan gaan er van die zoete tijden komen dat je inderdaad mag rusten in Zijn Vaderschoot. Maar er komt er dan een die zijn kapelletje gaat bouwen en die gunt je die rust namelijk niet. Maar weet dat Hij de moede kracht geeft, en Hij vermenigvuldigt de sterkte doen die geen krachten heeft. Jes 40:29
Deze zondaren hebben hem bespot, bespuugt, geslagen, zelfs gekruisigd!
"Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft......."
Zo groot is de liefde van God dat Hij het liefste en kostbaarste wat Hij heeft: Zijn Zoon... gegeven heeft voor de wereld (vijanden van God, zondaren, vloekers, etc.).
John Piper zegt in een preek: Als je de waarde van de Christus tegenover de onwaarde van de wereld ziet, dan begrijp je iets van de oneindig grote liefde van God.
Ga dus gewoon als een zondaar met al je zonden naar Christus. Hij is de levende Zaligmaker!
Zondaren waren welkom bij Christus, farizeeën en rijke jongelingen werden weggestuurd.
Wat een ruil: Christus onze dood, wij Zijn leven!