Van Oud Geref. Gemeente in Ned. naar Chr. Geref. Kerk

Ds. M. Pronk | Geen reacties | 03-10-2005| 00:00

Wat is de procedure in de Oud Geref. Gemeente in Ned. waar ik als dooplid bent opgegroeid als ik belijdenis ga doen met mijn vriend in de Chr. Geref. Kerk? Moet dan mijn dooplidmaatschap opzeggen in de Oud. Geref. Gem. of hoeft dit niet?

Eigenlijk kan ik met deze vraag heel snel klaar zijn. Ik zou met een kort antwoord kunnen volstaan. Je vraagt bij de kerkenraad van de gemeente, waartoe je behoort en waarin je bent opgegroeid, je bewijs van dooplidmaatschap op en levert dit dan in bij de kerkenraad van de gemeente alwaar je belijdenis wilt gaan doen.
 
Deze kwestie is echter te belangrijk en te geestelijk om het hiermee af te doen. Hier is meer aan de hand dan alleen maar de overgang van het ene kerkgenootschap naar het andere. Wat je gaat doen is eerst je doopbewijs opvragen bij de kerkenraad van de Oud Gereformeerde Gemeente waartoe je behoort. Als je dit correct wilt doen, en zo gaan we toch in de kerk met elkaar om, dan doe je dit schriftelijk met een duidelijke opgave van de reden, in dit geval dat je je wilt aansluiten bij de gemeente waartoe je vriend behoort om aldaar belijdenis te doen. We kunnen ons afvragen waarom je dat doopbewijs nodig hebt. Wel, je gaat over naar een ander kerkgenootschap, in dit geval de Christelijke Gereformeerde Kerk . Men wil in de nieuwe kerkelijke gemeente zeker zijn dat je doop geldig is. De doop is geldig als deze aan drie voorwarden voldoet. Wanneer je gedoopt bent in een vergadering van christenen door een in zulk een vergadering erkend dienaar des Woords, met water en in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Wanneer je dit doopbewijs inlevert bij de kerkenraad van je nieuwe kerkelijke gemeente weet deze dat je overkomt als een wettig gedoopt lid.

Dit is belangrijk te weten omdat de doop van groot belang is. Door de doop immers ontvang je het zegel van Gods verbond. Je behoort bij Gods verbond en draagt in de doop het zegel daarvan. Dit zegel bevestigt de waarheid van Gods belofte. Je kunt op Gods belofte aan. Het gaat daarbij niet minder dan om de belofte van het genadeverbond, waarin de Heere om Christus’ wil alle heil je toezegt. Onze kinderen behoren door de geboorte uit gelovige ouders tot de gemeente en tot Gods verbond. Bij de doop van hun kind antwoorden de ouders bevestigend op de eerste doopvraag, of zij niet bekennen dat hun kinderen in Christus geheiligd zijn en daarom als lidmaten van zijn gemeente behoren gedoopt te wezen.

Zij beloven en nemen het op zich om de kinderen op te voeden in de voorzeide leer. Een geweldige taak voor de ouders. Zij nemen de gedoopte kinderen bij de hand om hen bij het opgroeien in de leer van de doop, dat is de leer van het evangelie te onderwijzen. Het doel van dit onderwijs is dat de kinderen tot geloof mogen komen. Immers vraagt de belofte om het geloof. Alleen door het geloof wordt de belofte werkelijkheid. In de weg van het geloof ontvangt het kind de genade in de doop uitgebeeld. Zo loopt er een lijn van de doop naar het doen van belijdenis. En belijdenis doen is toegang vragen tot  het avondmaal, dat alleen voor de gelovigen is ingesteld. Tussen de doop en het doen van belijdenis liggen heel wat jaren. Maar daar ligt ook het onderwijs tussen.

Voor de bediening van de doop en het avondmaal kennen we prachtige formulieren. Zij zijn de moeite waard om gelezen te worden, steeds weer. De kerk geeft daarin onderwijs over de betekenis van de beide sacramenten. Deze formulieren ontlenen we aan een oude kerkorde. Die van het keurvorstendom de Palts in Duitsland uit het jaar 1563. Een kerkorde is niet slechts een bundel regels. Nee, het gaat daarin niet minder dan om de orde in de kerk en dat is niet minder dan de orde van Gods heil. En Gods heil komt tot ons in de prediking. In de kerkorde gaat het om de prediking. Alles moet zo geregeld worden in de kerk dat de prediking voortgang vindt. Nadat in de oude kerkorde het een en ander over de prediking is gezegd, volgen de doop, de catechismus en het avondmaal. Dat is echt gereformeerd. De catechismus heeft een  plaats tussen het formulier voor de doop en het formulier voor avondmaal. Door de doop ben je in de christelijke gemeente ingelijfd. De doop wil, om het zo te zeggen, geloofd worden. Daarom worden de kinderen van de gemeente onderwezen in de leer van Gods Woord. Voor dat onderwijs kan de catechismus gebruikt worden. Het leerboekje van de kerk. Het geven van catechetisch onderwijs is van wezenlijk belang voor de kerk en een  belangrijke taak. De kerk onderwijst haar jeugd. De ouders hebben beloofd hun kinderen te onderwijzen. Zij doen dat zelf, maar zorgen er ook voor dat hun kinderen naar de catechisatie gaan. Catechese is geloofsonderricht. Geloof eerst opgevat in de zin van geloofsinhoud. Wat geloof je. Je krijgt op de catechisatie onderwijs in de leer van de kerk en dat is de leer van de belijdenis en dat is de leer van Gods Woord. 

Waarom krijg je dat onderwijs? Opdat je zelf in je eigen leven heel  persoonlijk tot geloof mag komen en je als zondaar leert toevertrouwen aan Gods genade in Christus. Zo leer je door het geloof uit Gods belofte leven en mag je Gods verbond inwilligen. Zo volgt het doen van belijdenis, waarbij je voor God en zijn gemeente je geloof belijdt.

Jij vraagt je doopbewijs op omdat je de belijdeniscatechisatie wilt gaan volgen. Dat is mooi, maar ook iets van grote verantwoordelijkheid. Je gaat de leer van de kerk je eigen maken om straks te zeggen: Kijk, dat geloof ik. Daarbij gaat het over de inhoud van het geloof. Maar dat niet alleen. Het gaat er ook om dat je het gelooft  Dat je wat je geleerd hebt gelooft met je hart. Je gaat belijden dat je wil leven uit genade in vertrouwen op de Heere en dat je niet zonder Christus kunt. Misschien is je geloof nog heel klein, heel teer en vaak aangevochten en ben je vol twijfel. Maar toch gaat je geloof naar de Heere uit en is het je begeerte om de naam des Heeren te belijden en in het geloof te mogen toenemen. Zo wordt je belijdend lid van de gemeente.

Ik zei al dat het opvragen van je doopbewijs te maken heeft met een diep geestelijke zaak. Ik hoop van harte dat je dit zo ook beleeft en het niet slechts om het volgen van een bepaalde procedure gaat. Ook niet dat je slechts om je vriend in de kerk belijdenis gaat doen. Wij willen nu eenmaal trouwen en dan behoort het toch om netjes belijdenis te doen. Aldus sommigen. Nee, maar doe het biddend en onderzoek jezelf of je iets kent van het geloofsleven.

Van harte Gods zegen toe gebeden. 

Ds. M. Pronk

Dit artikel is beantwoord door

Ds. M. Pronk

• Geboortedatum:
  10-03-1940
• Kerkelijke gezindte:
  Hersteld Hervormd
• Woon/standplaats:
  KralingseVeer
• Status:
  Inactief

71 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven