Verdriet op hun gezichten
Ds. W. Pieters | 1 reactie | 05-03-2015| 09:08
Vraag
Hoe kan het dienen van God fijn zijn en hoe kunnen we geloven dat godvrezende mensen de grootste vreugde hebben, als we het tegenovergestelde zien in het verdriet op hun gezichten? Velen van de ongelovigen hebben een leven vol blijdschap en juist gelovigen treuren zo veel.
Antwoord
Ik geef antwoord aan de hand van zeven punten die ik bij Ralph Erskine las.
1. We moeten onderscheid maken tussen pasbekeerden en hen die al wat langer God dienen. De eersten hebben nog al wat last van de zonden uit hun verleden. Maar je kunt niet concluderen dat het dienen van God naar zou zijn omdat je merkt dat mensen treuren dat ze zo lang zonder God hebben geleefd.
2. We moeten onderscheid maken tussen zwakke en sterke christenen. Des te meer genade en godzaligheid iemand heeft, des te meer vrede en genot er gewoonlijk bij zijn. Gelovigen klagen niet over hun godzaligheid, maar dat ze niet méér de Heere dienen; niet over hun geestelijkheid, maar over hun vleselijkheid. Je kunt dus niet concluderen dat een heilig leven onaangenaam is, als je hoort dat mensen die iets van dat heilige leven hebben, er graag meer van zouden hebben.
3. We moeten onderscheid maken tussen hen die zekerheid hebben en hen die twijfelen of ze wel in Gods genade delen. Als iemand denkt dat hij niet bij Gods genadeverbond hoort omdat hij te onwaardig is of een te groot zondaar, dan is het geen wonder dat hij het daar moeilijk mee heeft. Maar dit betekent niet dat zij het dienen van God op zich onaangenaam vinden. Zij zijn juist jaloers op hen die er wel bij horen!
4. Wat denk je: zou een treurende gelovige wel willen ruilen met de meest voorspoedige en 'gelukkige' wereldling? Voor geen goud! Het is namelijk zo, dat er diepe vreugde is in het hart zelfs van een treurende gelovige. Alleen, deze vreugde is soms meer in de onzichtbare wortel van het geloofsleven dan in wat de omstanders ervan zien. Een werelds mens snapt niet dat de troost van de Heilige Geest diep in hun innerlijk er toch is.
5. Verder moet je ook niet vergeten dat gelovigen niet áltijd treuren of in moeiten zijn. Als ze in hun element zijn, zijn ze blij. Neem nu een vis. Als die op het droge is, is die niet ‘blij’, maar wel als die in het water is. Zo is het met de gelovige ook. Kijk maar naar Psalm 122 vers 1: Ik verblijd mij in degenen die tegen mij zeggen: “Laten wij naar het huis des HEEREN gaan.” Vergelijk dit met Psalm 120 vers 5-6: "Wee mij, dat ik een vreemdeling ben in Mesech, dat ik in de tenten van Kedar woon. Mijn ziel heeft lang gewoond bij degenen die de vrede haten." Neem een gelovige wanneer hij in zijn element is, wanneer Gods licht over hem schijnt, wanneer er geen onenigheid is tussen hem en zijn God, wanneer zijn hart gereinigd is en wanneer Gods vriendelijk aangezicht over hem licht, en kijk dan of hij niet een blij mens is. Zie Psalm 4 vers 7-8: "Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien? Verheft U over ons het licht van Uw aangezicht, HEERE! U hebt vreugde in mijn hart gegeven, meer dan in de tijd, dat hun koren en hun wijn vermenigvuldigd zijn."
6. Als je wilt weten of het leven met God en het dienen van God blijdschap geeft of niet, moet je kijken naar hen die door het geloof steunen op de Heere Jezus Christus, zoals de genade van het Evangelie hen leert. En dan moet je niet kijken naar de neerslachtigheid en het verdriet van hen die zichzelf in problemen brengen door van de heilige wegen des Heeren weg te zwerven. (Hoewel zelfs zwakke en treurende gelovigen meer vreugde hebben dan goddelozen in de wereld.)
7. Ten slotte moet je ook bedenken dat dit leven niet het leven van de volmaakte vreugde is. Daarom zal er altijd wel wat verdriet en ellende bij gemengd zijn. De troost zal niet volmaakt zijn totdat de heiligheid volmaakt zal zijn. Maar wat er nu nog aan ontbreekt, zal in het nieuwe Jeruzalem vergoed worden, wanneer de gelovigen in de vreugde van hun Heere zullen ingaan, zoals Jezus vertelt in de gelijkenis van Mattheüs 25 vers 21: "En zijn heer zei tegen hem: Wel, goede en getrouwe dienstknecht! over weinig bent u getrouw geweest; over veel zal ik u zetten. Ga in, in de vreugde van uw heer.”
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
We dienen God in de Geest (zie o.a. Filip 3:3) en de vrucht van de Geest (Gal. 5:22) is o.a. blijdschap. Tuurlijk zal er weleens een mindere dag zijn, maar God is altijd groter dan de omstandigheden. In Hem vind ik vreugde! Verblijdt u in de Heer (Filip. 3:1)
Ik zie het juist andersom, vele ongelovigen hebben een masker op en dat geldt ook voor vele religieuze gelovigen. Het begint bij een relatie met Jezus, niet met religie. Dus misschien de volgende keer vragen aan een treurige gelovige wat er aan de hand is? En als er niets is, vraag dan waarom ie dan zo treurig is/kijkt?