Geadeld door genade
Ds. W.G. Hulsman | Geen reacties | 23-02-2015| 10:30
Vraag
Sommige mensen, vooral vroeger, werden omschreven als volgt: hij/zij was een geestelijk fijne natuur, geadeld door genade. Wat wordt daar mee bedoeld? Pas zei een dominee in een preek dat vrouwen vaak meer genade kennen als mannen. Mag en kan je dat wel zeggen?
Antwoord
Eerst wil ik op de eerste vraag ingaan. Wat betekent het als van iemand gezegd wordt dat hij of zij van een fijne natuur is, geadeld door genade. Daarmee wordt een kind van God bedoeld, dat door de Heilige Geest vernieuwd is en vernieuwd wordt. Wanneer we los van God en in de zonde leven, kan men alles verwachten. De één is chagrijnig, de ander is geniepig, een derde is geslepen, enzovoort. Wanneer we echter de Heere Jezus leren kennen, dan krijgen we berouw over onze zonden en nemen daarmee de toevlucht tot de Heere Jezus. Vervolgens willen we ook strijden tegen onze zonden. De Heilige Geest zal steeds meer en steeds weer ons vernieuwen, zodat we het beeld van de Heere Jezus vertonen. In die zin kan gezegd worden dat iemand van een fijne natuur is, geadeld door genade.
Wel moet er met zo’n uitdrukking opgepast worden dat iemand niet op een voetstuk gezet wordt. Terecht spreekt de catechismus van hen die tot God bekeerd zijn dat ze een klein beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid hebben. Paulus moest belijden, nadat hij al jaren tot geloof in Christus was gekomen: ik ellendig mens. En ook: als ik het goede wil, ligt het kwade mij nabij (Romeinen 7). We blijven tot het eind van ons leven zondig en zijn voortdurend op de vergeving van de Heere Jezus aangewezen.
Er kan van iemand gezegd worden, dat hij geadeld is door genade (adelen betekent: veredelen, zedelijk verheffen). Door de genade van de heilige Geest is heel veel mogelijk. Toch zal iemand dat niet zo gauw van zichzelf zeggen en ook niet willen dat het van hem gezegd werd. Dan denkt hij nogal eens: je moest eens weten...
En dan de volgende vraag, of vrouwen vaak meer genade kennen dan mannen en of je dat kunt zeggen in een preek. Het is waar dat vrouwen soms meer ontvankelijk lijken en meer betrokken zijn dan mannen. Toch zou ik zo’n gezegde niet zo snel op de lippen nemen. We zijn tenslotte geen hartenkenners. Bovendien kan er richting mannen ook een ontmoedigende werking vanuit gaan. Zo van: het is toch niks met ons... We moeten trouwens ook bedenken dat mannen er gewoon minder van houden om samen te komen en over zoiets persoonlijks als geloof te praten.
In een preek, waar zeker ook mannen zitten, is het beter om te zeggen wat er door Gods genade kan. Door de Heiligen Geest veranderde er veel in het leven van discipelen. Ze spraken over de grote werken Gods. Dankzij Gods genade is er ook hoop voor mannen!
Ds. W. G. Hulsman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W.G. Hulsman
- Geboortedatum:08-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus