De goddeloze gemaakt voor de dag des kwaads
Ds. A. van der Zwan | Geen reacties | 24-05-2003| 00:00
Vraag
Laatst las ik in de Bijbel de volgende spreuk: "De Heere heeft alles gemaakt voor zijn doel, ja zelfs de goddeloze voor de dag des kwaads" (spreuken 16:4). Hoe moet ik deze spreuk uitleggen? Ik vind dit namelijk erg moeilijk te begrijpen. God is toch almachtig en er staat toch in de bijbel dat Hij niet wil dat er ook maar één mens verloren gaat?
Antwoord
Je snijdt met je vraag een probleem aan waar al velen, ook theologen, zich het hoofd over gebroken hebben. Aan de ene kant zegt de Bijbel dat de HEERE niet wil dat er enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. Aan de andere kant zijn er ook teksten, zoals Spr. 16:4 die ons vertellen dat Gods bestuur over werkelijk alle dingen gaat. Zijn eeuwig raadsbesluit gaat ook over het leven en het uiteindelijke lot van de goddelozen, zie bijvoorbeeld ook Rom. 9:18-22.
Op grond van de Schrift moeten we zeggen dat de HEERE wel de uitverkorenen uit grondeloze liefde heeft uitverkoren uit de verloren mensheid, maar dat de andere mensen door eigen schuld blijven in hun verlorenheid. God heeft ten aanzien van hen besloten ze te laten in hun eigen gekozen verderf. Een verschrikkelijke werkelijkheid, waarvan je alleen maar kunt huiveren als je er over nadenkt. Hoe rechtvaardig het ook is als God goddelozen verdoemt... niemand mag onbewogen blijven in het zicht van deze ontzettende dingen.
Wat je vraag betreft: de spanning tussen de verschillende teksten die je noemt is duidelijk voelbaar. Die spanning heeft men in de loop van de geschiedenis willen oplossen door een onderscheid te maken tussen Gods verborgen wil (het besluit van verkiezing en voorbijgaan) en Gods geopenbaarde wil (de oproep tot bekering en geloof). Een andere indeling spreekt van "de wil des besluits" en "de wil des bevels". Men legt er dan de nadruk op dat we ons vooral dienen te richten naar wat God ons in Zijn Woord beveelt: bekeer je en geloof het Evangelie.
Ik ben me ervan bewust dat dit ten diepste niet de spanning en de vragen kan wegnemen. Het onderscheiden van deze dingen mag ons ook niet brengen tot de gedachte dat er in God verdeeldheid zou bestaan. Het is wel een pastorale handreiking die de juiste omgang met het Woord wil stimuleren. Zoals Mozes het ook al zei tegen de Israëlieten: "De verborgene dingen zijn voor den HEERE, onzen God; maar de geopenbaarde zijn voor ons en voor onze kinderen, tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet" (Deut. 29:29).
Ja maar, zul je zeggen: Spr. 16:4 is toch ook geopenbaard? Jazeker. En op meer plaatsen in Gods geopenbaarde waarheid wordt eerlijk gesproken van verkiezing en voorbijgaan (cq. verwerping), maar in de prediking van profeten en apostelen gaan deze dingen nooit voorop. Als Paulus van de wanhopige stokbewaarder de vraag krijgt, wat nodig is om zalig te worden, heeft hij maar één antwoord: Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden! (Hand. 16:31).
Ben jij door genade al gehoorzaam geworden aan dat Goddelijk bevel?
Ds. A. van der Zwan
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. van der Zwan
- Geboortedatum:27-02-1972
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Dordrecht-Centrum
- Status:Actief