De leugenaar van de beginne
Ds. A.J. Schalkoort | Geen reacties | 09-12-2014| 10:32
Vraag
De duivel wordt wel genoemd "de leugenaar van de beginne". Nu lezen we in Job 2:4 "Toen antwoordde de satan den HEERE, en zeide: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven." Het lijkt erop dat dit geen leugen is, want dit is toch de praktijk van het leven? De Heere spreek de duivel hierin ook niet tegen. Toch ‘vertrouw’ ik het niet. Kunt u wellicht meer uitleg geven?
Antwoord
De duivel is en blijft de leugenaar van de beginne ook al komt hij met woorden die een schijn van waarheid hebben. Wat hij zegt in vers 4 is dit: Job is dan wel zijn kinderen verloren maar het feit dat hij zelf nog leeft is voor hem belangrijker, dus gaat het sterven van zijn kinderen hem niet ter harte en dient hij God uit eigen belang. Dat is de beschuldiging die de duivel inbrengt tegen Job. Dat is de rede waarom de Heere de satan vervolgens toestemming geeft om Job met ziekte te slaan, maar hij mag Job niet doden. De Heere geeft Job opnieuw over ter beproeving. Maar we weten dat de Heere gewaakt heeft over Zijn kind, zodat Job ondanks de zware beproevingen staande bleef en mocht getuigen: Ik weet dat mijn verlosser leeft.
Deze geschiedenis doet ons denken aan Petrus die op de zeef van de duivel terecht kwam. Van te voren had de Heere Jezus hem belooft: Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet zal ophouden. Dat mag de troost zijn voor een ieder de Heere liefheeft: ondanks de tegenstand van de duivel, waakt de Heere over Zijn kinderen en niemand van hen zal verloren gaan. Zo God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn, mocht Paulus getuigen, die zelf vaak beschuldigd werd door de duivel.
Ds. A. J. Schalkoort
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.J. Schalkoort
- Geboortedatum:05-10-1948
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant