De Ark des verbonds
Ds. B. de Romph | 1 reactie | 08-12-2014| 09:31
Vraag
In 1 Sam. 6 vers 14-15 staat dat ze het hout van de kar gebruikten om een brandoffer te maken. Maar in het volgende vers lees ik dat ze de Ark van de kar afhaalden. Hoe kan dat? Hebben ze niet de hele kar gebruikt voor het vuur? Of waren er twee karren? En ik vroeg me af wie er eigenlijk de Ark mocht dragen. Want deze was eerder bij de Filistijnen. En toch kon deze op de kar getild worden. Deden dat de priesters/Levieten? Of mochten de Filistijnen dit ook doen?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je hebt het goed opgemerkt dat de Levieten de Ark des verbonds van de wagen afhaalden die ze in het voorafgaande vers gekloofd hadden. Was die wagen er dan nog of moeten we hier denken aan twee wagens. Wij denken op westerse wijze. Dat blijkt ook hier weer. Het een moet op het ander volgen. En als die wagen in stukken is gehakt, kan daar later niet de Ark vanaf gehaald worden. Het klopt volgens ons niet. Ik denk, dat het gaat om heel dit gebeuren. De Ark was teruggekeerd uit het land van de Filistijnen. Er was vreugde en blijdschap onder de inwoners van Beth-Semes, dat ze de Ark weer terug mochten ontvangen. Ze zien het als besturing van de Heere, waar ze de Heere dankbaar voor zijn. Ze willen de Heere daarvoor hun hartelijke dank betuigen. Ze zullen als eerste daad de Ark van de wagen hebben afgehaald en tijdelijk op een steen gezet. Je kunt natuurlijk de Ark niet op de wagen laten staan en deze tegelijk in stukken slaan. Ze hebben nu voldoende hout om de Heere dankoffers te brengen. Het eerste waar ze aan denken om de Heere te offeren zijn de twee koeien die de wagen getrokken hebben. Met het hout van de wagen steken ze de offers aan.
Maar er zal nog meer hout geweest zijn om de offers aan te steken. De inwoners van Beth-Semes beseffen dat ze nu ook van hun eigen bezittingen de Heere moeten offeren. De Heere is het zo waard om gediend en gevreesd te worden dat van alle kanten offerdieren worden aangebracht. Er is nog hout genoeg en er worden nog meer offers, brandoffers en slachtoffers de Heere gebracht. Het kan pas echt blijdschap zijn, niet als de oogst is binnengehaald, maar als de Ark is teruggekeerd.
Inderdaad hebben de Levieten de Ark van de wagen afgenomen, want alleen de Levieten mochten de Ark des Heeren dragen. De kanttekenaren op de SV merken op: ”De Levitische priesters die te Beth-Semes woonden kloofden het hout en droegen de Ark. Want deze stad was de Levieten tot een woning gegeven. Zie Joz. 21:16. Het ambt van deze was het, de Ark te tasten en te dragen.”
Inderdaad, dat onbesneden Filistijnen de Ark gedragen hadden was onbetamelijk. Maar de Filistijnen wisten niet beter. God heeft Zijn toorn nog ingehouden. Maar dat de priesters van Silo de Ark meevoerden naar het slagveld, terwijl zij in de dienst des Heeren stonden, was nog veel erger. De Heere heeft deze zonde ook bezocht aan Zijn volk. Ikabod, de eer is weggevoerd uit Israël (1 Sam. 4:21). Ik denk niet dat je deze twee gegevens tegen elkaar moet uitspelen, maar het is beschreven zoals de mensen het daar beleefden.
Ik hoop, dat je vragen wat zijn opgelost. Nu is de Heere weer onder Zijn volk en kan de Heere weer gediend worden naar Zijn wil.
Ds. B. de Romph
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. de Romph
- Geboortedatum:17-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Noordeloos
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. de Romph is op 24 juli 2019 overleden.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geduldig van de HEERE ook dat Hij de toorn inhield tegen de filistijnen toen zij aan de ark hadden gezeten .
Heb ook hier ook weer in mogen leren.
De HEERE zorgt goed voor ons, Hij alle eer.