Parallelle verkiezing en verwerping
Ds. M. Pronk | Geen reacties | 03-12-2014| 14:33
Vraag
Is er min of meer een exacte parallel tussen verkiezing en verwerping (wat in de Dordtse Leerregels weersproken wordt)?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
De kwestie die je in je vraag aansnijdt is voor ons kleine en zondige mensenkinderen niet eenvoudig. Deze gaat ons menselijk begrip verre te boven. Nochtans mogen we op grond van de Bijbel, Gods eigen Woord, in afhankelijkheid van het licht van de Heilige Geest, erover nadenken. We mogen proberen de kwestie te doordenken, onder woorden te brengen en daarbij beslist en bescheiden zijn. Tegelijk beseffen we dat in het verleden over deze kwestie is nagedacht door zeer bekwame theologen. We doen verstandig naar hen te luisteren. Daarbij kunnen we vooral ook te rade gaan bij onze gereformeerde belijdenisgeschriften.
Wanneer we het hebben over de predestinatie van de mens denken we aan Gods besluit ten aanzien van de eeuwige bestemming van mensen. Wanneer we dan ook nog spreken over de dubbele predestinatie denken we aan Gods besluit tot verkiezing en verwerping van mensenkinderen. De kwestie die zich bij jouw vraag voordoet is of we verkiezing en verwerping op één lijn mogen plaatsen. Zodat verkiezing en verwerping zaken zijn die volkomen aan elkaar parallel zijn en geheel in overeenstemming met elkaar. Zijn de verkiezing en verwerping keerzijden van elkaar? Heeft God van eeuwigheid op dezelfde wijze besloten tot verkiezing als tot verwerping? Of liggen deze zaken toch iets anders? Moeten we het spreken over verwerping zo verstaan dat God sommigen in Zijn verkiezing is voorbijgegaan is en dus niet heeft verkoren. Wanneer dit het geval is dienen we over de verwerping op een andere wijze te spreken dan over de verkiezing.
Het is in dit korte bestek slechts mogelijk enkele opmerkingen te plaatsen. Laat ik beginnen met een loflied van verwondering en aanbidding uit te spreken dat de Bijbel ons openbaart dat de Heere God uit louter genade zondaren heeft uitverkoren tot de zaligheid en het eeuwige leven. Laat ik dat doen met de woorden van de apostel Paulus: ”Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in de hemel in Christus. Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem voor de grondlegging der wereld opdat wij zouden heilig en onberispelijk zouden zijn voor Hem in de liefde” (Efeze 1:3 en 4). Het leerstuk der verkiezing behoort tot de schat der kerk. Neem de verkiezing weg, je neemt de zaligheid weg. Het leven uit de verkiezende liefde Gods geeft de gelovige de laatste troostgrond. Het geeft hem de zekerheid te weten in het geloof dat zijn heil vastligt in Gods eeuwig welbehagen.
Maar bij het licht van de uitverkiezing is er een schaduwzijde. Anderen zijn niet uitverkoren. Zij gaan verloren. De toorn van God blijft op hen. Hoe is de verhouding tussen deze beide zaken? De diepste grond van zalig worden ligt in Gods verkiezende liefde. Zonder iets van de mens. Het is enkel genade. Kunnen we nu op gelijke wijze zeggen dat de diepste grond van het verloren gaan ligt in Gods verwerping zonder iets van de mens? Of moeten we toch ook terdege in rekening brengen dat een mens verloren gaat vanwege eigen schuld?! Dat wil dan zeggen dat de verwerping niet buiten de schuld en zonde van de mens omgaat.
Laten we letten op enkele Schriftplaatsen. Ik denk aan Romeinen 9: 22 en 23. Paulus heeft geschreven dat God Zich ontfermt over die Hij wil en dat Hij verhardt die Hij wil. Zouden wij als kleine mensenkinderen daar iets tegenin durven brengen en God ter verantwoording roepen? “Maar toch, o mens, wie zijt gij die tegen God antwoordt?” Paulus gebruikt het voorbeeld van een pottenbakker. Deze maakt uit dezelfde klomp klei in het ene geval een sierlijke pot of in het andere geval een lelijke pot. Hij heeft dat in zijn eigen macht of bevoegdheid. Zo kunnen we in de verhouding tot de Heere spreken van vaten des toorns en vaten der barmhartigheid. Enerzijds dus mensenkinderen die de rechtvaardige toorn Gods ontvangen vanwege hun verharding en ongerechtigheid, de vaten of voorwerpen van de toorn. Anderzijds mensenkinderen die mogen delen in Gods barmhartigheid uit louter genade zonder enige verdienste, vaten of voorwerpen van barmhartigheid.
Ik citeer de verzen 22 en 23. “En of God willende Zijn toorn bewijzen en Zijn macht bekendmaken, met veel lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des toorns, tot het verderf toebereid. En opdat Hij zou bekend maken de rijkdom Zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid die Hij tevoren bereid heeft tot heerlijkheid?“
God verdraagt met veel lankmoedigheid de vaten des toorns die doorgaan zich tegen Hem te verzetten en zich meer en meer verharden. God laat hen op hun eigen gekozen wegen gaan. Hij bewijst Zijn rechtvaardige toorn over hen en zijn Goddelijke kracht. Tot het verderf toebereid. De voorwerpen van Gods toorn zijn tot het verderf, de eeuwige ondergang toebereid.
Daarentegen doet God hen die leven uit Zijn barmhartigheid delen in de rijkdom van Zijn Goddelijke heerlijkheid. Hij heeft ze tevoren bereid tot heerlijkheid. Wat een wonder dat de Heere uit enkel barmhartigheid zondaren uit hetzelfde verderf opraapt en doet delen in Zijn genade. De een verkiest Hij en de ander gaat Hij rechtvaardig voorbij. “...ofschoon de raad Gods te dezen dele onbegrijpelijk is nochtans zijn onstraffelijke rechtvaardigheid niet minder in der verworpenen verderf dan in der uitverkorenen zaligheid uitblinkt“ (Calvijn).
Het is de moeite waard om naar de kanttekeningen van de Statenvertaling te kijken. Bij vaten des toorns lezen we: “Dat is, over welke God zijn rechtvaardige toorn voorgenomen heeft te bewijzen.” En bij de zinsnede “tot het verderf toebereid”: “Namelijk ten dele door henzelf daar zij in hun verdorvenheid en weerspannigheid een vermaak hebben. En ten dele door Gods rechtvaardig oordeel die hen daarin heeft willen verlaten en tot de verdiende straf brengen.” En bij de zinsnede “die Hij tevoren bereid heeft tot heerlijkheid” lezen we: “Dat is van eeuwigheid geschikt en uitverkoren tot het eeuwige leven.”
In Gods Woord is op onderscheiden plaatsen sprake van het boek des levens. Wie staan daarin geschreven? De uitverkorenen die tot het eeuwige leven bestemd zijn. In Openbaring 13:8 en 17:8 wordt gesproken van hen welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens. Er zijn dus mensen die van eeuwigheid tot de zaligheid zijn uitverkoren en mensen die verhard zijn geworden (Romeinen 11:7) en dus niet zijn uitverkoren.
Artikel 16 van de NGB handelt over de verkiezing en verwerping. Eerst wordt beleden dat het gehele geslacht van Adam door de zonde van de eerste mens in verderf en ondergang is. God heeft zichzelf bewezen zoals Hij is, zowel barmhartig als rechtvaardig. Barmhartig doordat God uit dit verderf trekt en verlost hen die Hij in zijn eeuwige raad uitverkoren heeft in Jezus Christus. Rechtvaardig doordat Hij anderen laat in hun val en verderf waarin zij zichzelf geworpen hebben.
We komen in de Dordtse Leerregels veel over deze kwestie tegen. Artikel 6 van hoofdstuk 1 begint aldus: “Dat God sommigen in de tijd met het geloof begiftigt en sommigen niet begiftigt komt voort van Zijn eeuwig besluit. Naar dat besluit buigt Hij de harten der uitverkorenen om te geloven. Maar hen die niet verkoren zijn laat Hij naar zijn rechtvaardig oordeel in hun boosheid en hardheid.”
Artikel 15 van hoofdstuk 1 begint aldus: “Deze eeuwig en onverdiende genade van onze verkiezing wijst en prijst ons de Heilige Schrift daarmee allermeest aan, wanneer zij verder getuigt dat niet alle mensen zijn verkoren of in Gods eeuwige verkiezing zijn voorbij gegaan. God heeft hen naar zijn gans vrij, rechtvaardig, onberispelijk en onveranderlijk welbehagen besloten in de gemene ellende te laten waarin zij zichzelf door hun eigen schuld hebben gestort.”
Het slot Luidt: “En dit is het besluit der verwerping hetwelk God geenszins maakt tot een auteur van de zonde, maar Hem stelt tot haar verschrikkelijke, onberispelijke en rechtvaardige Rechter.”
Belangrijk is wat er staat in het besluit. Afgewezen wordt de beschuldiging dat de verwerping op gelijke wijze de oorzaak zou zijn van het ongeloof en de goddeloosheid zoals de verkiezing de fontein en oorzaak is van het geloof.
Wat hebben we onder de verkiezing en wat onder de verwerping te verstaan? De verkiezing is het besluit van God waarbij Hij van eeuwigheid heeft vastgesteld welke zondige mensen Hij door het geloof in Christus zalig maakt. De verwerping is het besluit van God om anderen in hun verloren staat te laten, waarin zij zichzelf hebben gestort.
De kerk heeft altijd beleden Gods soevereiniteit zowel in het verkiezen van de een als in het niet verkiezen van de ander. De zaligheid en het heil van verloren zondaren hangt niet van de mens af of van enige verdienste aan onze kant. In tegendeel. Maar het heil vindt zijn fontein in Gods eeuwig welbehagen en verkiezende liefde. Daaruit vloeit als een fontein het geloof, de rechtvaardiging, de heiliging, de heerlijkmaking en het eeuwige leven.
Niet alle mensen zijn uitverkoren. De verkiezing is niet universeel. Maar hoe staat het met de prediking van het evangelie? En met de roeping? Daarover zeggen de DL behartigenswaardige dingen. Lees daarvoor de artikelen 5, 6 en 7 van hoofdstuk 1. En ook de artikelen 8, 9 en 10 van hoofdstuk 3 en 4. De belofte van het evangelie moet aan alle volken en mensen tot welke God naar Zijn welbehagen het evangelie zendt zonder onderscheid verkondigd en voorgesteld worden met bevel van geloof en bekering. Dat velen zich niet bekeren en in ongeloof vergaan geschiedt niet door ongenoegzaamheid van de offerande van Christus aan het kruis geofferd, maar door hun eigen schuld. Zovelen wel geloven die genieten deze weldaad alleen uit Gods genade hun van eeuwigheid in Christus gegeven.
Het evangelie komt niet tot slechts tot verkorenen, maar tot verlorenen. Laat ik tenslotte nog wijzen op een oude onderscheiding. Ik heb het oog op de supra- en infralapsaristen, of ook boven- en ondervaldrijvers. Men stelt zich de vraag welke volgorde we mogen aannemen in Gods besluit. Gaat het besluit van verkiezing en verwerping over nog te scheppen en te vallen mensen of over reeds geschapen en gevallen mensen. Gaat de verkiezing en de verwerping aan alles vooraf of zag God voor Zich gevallen zondaren waaruit Hij sommigen in Zijn barmhartigheid heeft verkoren en anderen in Zijn rechtvaardigheid in hun eigen gekozen verderf heeft gelaten.
Het is waar dat boven alles Gods soevereiniteit staat. Tegelijk is niet te ontkennen dat onze belijdenisgeschriften meer in infra-lapsarische geest zijn opgesteld.
Nog enkele opmerkingen over de stellingen onder het kopje van de verwerping.
a. Mag je stellen dat God bewust Zich heeft voorgenomen een volk te scheppen om Zijn toorn tegen de zonde en het ongeloof te bewijzen? Nee, zo mag je dat niet stellen. Maak je op deze wijze toch niet God tot auteur van de zonde? Raadpleeg bij de genoemde Schriftplaatsen de kanttekeningen van de SV. Het is veel meer zo dat God naar Zijn besluit zondaren laat in hun eigen gekozen wegen en hen overgeeft in hun verharding.
b. Je bent of een vat des toorns of een vat der barmhartigheid. Zo, luidt deze stelling. Echter we zijn allen kinderen des doods en der toorn. God heeft sommigen uitverkoren tot de zaligheid en anderen laat Hij rechtvaardig in hun zelf gekozen verderf.
c. Heeft God tot de val besloten of laat Hij de val toe?! Bedenk wel dat dat tegen Gods wil ingaat , maar niet buiten Zijn wil om gaat.
d. Je kunt onmogelijk zeggen dat God actief veroorzaakt/zorgt voor dat de verworpene Zijn heerlijkheid haat, enz. (Ik vertaal to cause met veroorzaken of zorgen. Het is anders als je stelt dat God actief toelaat.)
e. Ik lees in Ezechiël 33,11dat God geen lust heeft in de dood van de goddeloze maar daarin dat hij zich bekeert en leeft.
f. Zie wat ik eerder aanhaalde uit de DL.
Over de stellingen is meer te zeggen. Ik wil het hierbij laten. Ik gaf wat handvaten. Mij dunkt dat de vraagsteller nu zelf wel de gestelde vraag kan beantwoorden.
Ds. M. Pronk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Pronk
- Geboortedatum:10-03-1940
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:KralingseVeer
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Pronk is 19 juni 2016 overleden.
Beluister hier de rouwdienst.
Website: www.uithetoverjordaanse.nl