Elkaar zegenen
Ds. H. Korving | 2 reacties | 11-11-2014| 07:52
Vraag
Elkaar zegenen? Maar wat dan met Hebr. 7:7. “Nu, zonder enig tegenspreken, hetgeen minder is, wordt gezegend van hetgeen meerder is.” Wat wil dat zeggen?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Bedoel je met je vraag of het geoorloofd is elkaar te zegenen? Of gaat het je meer om de uitleg van Hebreeën 7 vers 7? Ik zal proberen op beide aspecten kort in te gaan.
Allereerst Hebreeën 7. Het gaat daar om het hogepriesterschap van Christus. Christus is een hogepriester, meer en hoger dan alle hogepriesters vóór Hem. Hij is een hogepriester van een speciale, ja unieke orde. De ‘gewone’ hogepriesters dienen zoals je weet te stammen uit de stam van Levi te komen. De Heere Jezus is echter afkomstig uit de stam van Juda ( David). Toch kan Hij hogepriester zijn, omdat Hij hogepriester is “naar de orde van Melchizedek” zie Hebr. 6:20.
Wie was deze Melchizedek? In Genesis 14 komt hij ineens naar voren als hij naar Abraham toegaat, die net is teruggekeerd van een veldtocht tegen de vijf koningen van de vlakte. En deze Melchizedek zegent Abraham. Nu stelt de apostel die deze brief schreef de vraag: wie is er nu meer? Degene die zegent of degene die gezegend wordt? Het antwoord moet zijn: degene die zegent is meer (staat boven) degene die gezegend wordt. Melchizedek is dus de meerdere van Abraham.
Als je nu bedenkt dat Abraham de voorvader is van Levi en dus van alle Levitische priesters en hogepriesters, dan staat de priester Melchizedek dus op een eenzame hoogte boven alle (latere) gewone priesters en hogepriesters. Christus is een hogepriester zoals Melchizedek er een was: Hij staat op een eenzame, unieke hoogte en overtreft alle ‘gewone’ hogepriesters. Het hier genoemde zegenen is een handeling namens God. Namens de Heere God mag Melchizedek de belofte van Gods zegen en nabijheid metterdaad aan Abraham doorgeven.
Mogen wij ook elkaar zegenen? In de kerk is het opleggen van de zegen op de gemeente voorbehouden aan de ambtsdragers. Zij die van Godswege geroepen zijn en door de gemeente herkend en erkend en bevestigd in hun ambt om namens God de gemeente te leiden en te weiden. Niet iedereen is gerechtigd om Gods Woord te verkondigen, niet iedereen heeft een ambtelijke roeping. Het zegenen als een handeling namens God is in onze traditie dus sterk verbonden aan het bijzondere ambt. Het is een handeling met gezag.
Hoe zit het dan met het ambt aller gelovigen? We mogen toch met elkaar Bijbelstudie doen, met elkaar en voor elkaar bidden? Zeker. Kan het ook voorkomen dat de ene christen de ander zegent? In bijzondere omstandigheden wil ik dat niet uitsluiten, maar we dienen te waken voor devaluatie van een heilige en plechtige handeling en die niet tot iets gewoons of alledaags maken.
Ik hoop dat ik zo voldoende op je vraag ben ingegaan.
Met vriendelijke groet,
Ds. H. Korving
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Korving
- Geboortedatum:01-12-1954
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.
Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.
En kijk/luister:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Maar lees svp nog eens vraag en antwoord. In sommige kringen schijnt dit een "hobby" te worden zonder dat men begrijpt wat men wil doen en het antwoord van de ds. serieus neemt.
Als er m.i. en volgens het antwoord, een "rangorde is kan (niet dwingerig en dwangmatig) en mag je zegenen.