Het goede in de mens
Ds. P. Molenaar | 1 reactie | 06-11-2014| 10:57
Vraag
Als wij bidden en tot God komen, dan is dat dankzij Hem omdat we dat niet van onszelf hebben. Hoe zit het dan met goddelozen die toch wel een groot hart hebben voor hun medemens of voor hun huisdier? Komt al het goede wat een mens ooit in zijn leven doet door God? En het kwade door de mens? Als dat zo is, zijn de mensen natuurlijk kwaadaardige wezens, die niet in staat zijn tot een greintje goedheid.
Antwoord
Beste vrienden,
Dat is een diepzinnige vraag waarmee je veel kanten op kunt. Inderdaad het gebed is er dankzij de Heere. Je kunt van jongs af aan opgevoed zijn met danken en met bidden, maar dan is dat toch van de Heere, want de Heere deed je geboren worden in een gezin waarbinnen het gebed en Bijbellezen een vaste plaats had. Dat is al genade, want de Heere had ons evengoed geboren kunnen laten worden in een omgeving waar geen Bijbel of gebed was. Nu is bidden wel luisteren naar God en zo spreken met God. Je kunt pas echt bidden, als je geluisterd hebt naar God. Zo is er ook de gang van de gewoonte in het bidden. We moeten waken voor slordig omgaan met het gebedsleven. Ook als we de Heere leerden kennen in een waar geloof, dan moeten we nog waken en bidden, omdat ons vlees zo zwak is, zoals Jezus al zei in Gethsemané. Helaas bespeuren we zo vaak dat ons gebedsleven afgesleten is. Nog altijd is het boekje van wijlen ds. F. Bakker uit Driebergen over Gebedsgestalten zeer actueel, dat in heel veel talen in de loop der jaren is vertaald en velen tot grote zegen is geweest. Het boekje is nu ook in het Turks vertaald. Vijftig jaar na het overlijden van ds. Bakker, de bekende Christelijk Gereformeerde predikant, wordt het nog gelezen! Dat is wel heel bijzonder van deze zo jong overleden predikant. In dat boekje wordt eenvoudig, ontdekkend en opbouwend de verschillende gebedsgestalten besproken. Zeer leerzaam en stichtend.
Inderdaad is het waar dat mensen die buiten God leven soms een groot hart hebben in de liefde tot de naasten en soms op een voor ons beschamende wijze met hun dieren omgaan, terwijl godsdienstige mensen nog wel eens een slecht voorbeeld geven! Je leest in Lukas 10 dat Jezus de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan vertelt tot lering voor ons: de Leviet en de priester gingen de door rovers overvallen man voorbij, maar de Samaritaan verzorgde hem heel liefderijk als geen ander. Die priester en Leviet waren niet een naaste voor die ongelukkige man, maar wel die Samaritaan! Zo laat Jezus ons dit ontdekkend horen. Die barmhartigheid is geen vrucht van eigen akker, maar wel algemene genade, die God om Jezus’ wil geeft aan alle schepselen. Daardoor wordt de mens nog weerhouden van de vreselijkste dingen, zoals moord en doodslag. Wanneer God de mens totaal aan zichzelf had overgelaten, was de wereld in een ogenblik in een hel veranderd, waar geen liefde is, maar alleen haat. Door het geweten, waardoor God spreekt dat de mens ontvangen heeft, doet hij nog de werken der barmhartigheid en van goedheid. Dat zie je ook in de aartsvadersgeschiedenis, o.a. in Genesis 20, in de geschiedenis van Abimelech.
In het heidendom had je mensen die een voorbeeldig leven leidden. Wie denkt daarbij niet aan de wijsgeer Socrates uit de oudheid? God spreekt dan duidelijk door het geweten van heidenen heen en het geweten is nog niet altijd als met een brandijzer toegeschroeid (Romeinen 1 en 2). De Heere gebruikt het geweten om mensen eraan te herinneren hoe God de mens bedoeld heeft, al zeggen we tegelijk dat het verstand van elk mens na de zondeval zeer verduisterd is (zie Romeinen 7). Daarom hebben we duidelijk nodig de Heilige Geest, Die alles van ons hart voor ons ontdekkend openlegt. Het geweten is nog een vonkje die na de zondeval is overgebleven, waardoor de mens enigszins weet wat goed en kwaad is. Zo beschuldigt dan het geweten of verontschuldigt het geweten ook. Dat is dat stemmetje dat je als klein kind al zei in je binnenste dat je bepaalde dingen niet moest doen. Daarom heb je mensen die soms ook buiten het christendom een heel nauw geweten hebben, die christenen zelfs beschamen. Toch lees je niet van Jezus dat hij iets zegt van het geloof van de barmhartige Samaritaan, maar wel dat hij de naaste was voor die arme man die door rovers overvallen was. Dat waren helaas de Leviet en de priester niet! Dat kan ook gelden voor mensen die goed zorgen voor hun beesten. De rechtvaardige kent immers het leven van zijn beesten, volgens Spreuken. Tegelijk zeggen we dat dit alles geen verdienste is, maar een gave of talent dat God in Zijn goedheid ook geeft aan hen die niet geloven. Tegelijk houden ze ons allen de spiegel voor, opdat we ook de werken der barmhartigheid zullen beoefenen.
Inderdaad komt het kwade uit de mens voort. Romeinen 7 en andere stukken uit de Bijbel spreken daarin een duidelijke taal. Inderdaad moeten we bevestigen dat de mens een kwaadaardig wezen is door de zonden die hij gedaan heeft. Een heidense filosoof zei, dat de ene mens voor de andere een wolf is. Daarmee is tegelijk de waarheid van de Bijbel beleden. Op de bodem van het hart van de mens leven moord en doodslag (zie ook Psalm 14).
Nu zou dit wanhopig kunnen maken. Toch bedoelt de Bijbel dat niet, maar wel dat we dieper ontdekt zouden worden aan onze diepe nood. Dan is God zelfs machtig in Christus door de krachtige werking van de Heilige Geest een totale vernieuwing of bekering te geven. Wat eerst dan een lust was (om te zondigen), dat wordt nu een last. Wat eerst een last was -het leven met God- dat wordt nu een lieve lust! Wat een liefde van God dat hij slechte mensen gaarne wil bekeren. Daarom kwam Jezus in de wereld om de zonden en schuld te dragen! Bidt daarom maar veel. De Heere wil het gaarne geven.
Ds. P. Molenaar, Lunteren
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Molenaar
- Geboortedatum:22-05-1945
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
Bijzonderheden:
EmeritusDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
vragensteller, ik zou wel eens willen weten van u,wat u onder goddelozen verstaat.