Opbiechten geeft zekerheid (2)
P.C.H. Kleinbloesem | 2 reacties | 28-10-2014| 14:54
Vraag
Aan Ds. P. C. H. Kleinbloesem. In mijn vorige vraag bent u ingegaan op mijn "biecht-probleem". Allereerst wil ik u ontzettend hartelijk bedanken voor het beantwoorden van mijn vraag. Het heeft mij op dat gebied toch meer zekerheid en vertrouwen gegeven! Ik bad al tot God om een bevredigend antwoord te mogen ontvangen, maar het was meer dan bevredigend; het was echt van de HEERE! Op het moment voel ik dat die dwanggedachten m.b.t. het opbiechten langzaam aan het wegebben zijn, daar ben ik heel erg dankbaar voor. Echter, ben ik nu bang dat ik misschien afvallig ben geworden, om (in de afgelopen periode) me te gedragen alsof ik het zelf moest verdienen (door het biechten), ik voel me nog steeds erg onrustig. Desalniettemin voel ik me in een zekere zin verloren... alsof het niet uit maakt, "ik ben toch al afvallig geweest/geworden". Ik voel me zo aangevallen elke dag, dat het me weerhoudt om de Bijbel te lezen en naar de kerk te gaan... Jezus wil immers toch niks meer met mij te maken hebben (heb ik het gevoel). Eerst nog dit of dat doen en dan kan het eventueel nog goed komen. Ik voel me zo verblind. Ben zo bang dat ik in die tijd misschien onwetend afvallig ben geworden (door met m’n verstand Jezus als Redder aan te nemen, maar met mijn hart het toch niet helemaal te geloven). En dan moet ik vaak aan die tekst denken uit de Hebreeën brief, dat je dan niet weer tot bekering kan komen. Nogmaals wil ik u danken dat u voor mij (nu weer) de tijd heeft genomen. Het feit dat ik alleen al deze vraag mag voorleggen voelt al als een zegen!
Antwoord
Beste vraagsteller,
Blijf vrijmoedigheid hebben om al je vragen telkens maar weer gewoon te stellen.
Je schrijft in je vraag: “Ik voel me zo aangevallen elke dag, dat het me weerhoudt om de Bijbel te lezen en naar de kerk te gaan... Jezus wil immers toch niks meer met mij te maken hebben (heb ik het gevoel).” Als ik zo’n zin lees, kan ik alleen maar zeggen: Dit is echt niet van God. Nog voor geen nul procent!
Gods Woord leert mij het tegenovergestelde. Openb. 22:17 zegt: “En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet.” Wie dan ook maar die wil, neme het water des levens om niet! Er is NIEMAND die verloren gaat omdat God hem de zaligheid niet wil geven! Mensen gaan verloren omdat ZIJ niet willen nemen van het water des levens... De gedachte dat Jezus met iemand (om wat voor reden dan ook) niets meer te maken zou willen hebben is zo verschrikkelijk on-Bijbels!
God wil met jou te maken hebben! Maar je zit met Hebr. 6. De Heere Jezus zegt in Joh. 10:27,28: “Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij. En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken.” Dat is duidelijke taal, denk ik. Als je Zijn schaap geworden bent, kun je niet meer verloren gaan.
Leg dan Hebr. 6:4-6 niet te snel uit in de richting dat iemand die een schaap van de Heere geworden is, nog wél verloren kan gaan! De Schrift is een eenheid. Het gaat in Hebr. 6:4-6 over mensen die eens verlicht zijn geweest, de hemelse gave gesmaakt hebben, de Heilige Geest deelachtig geworden zijn, het goede Woord van God gesmaakt hebben, en de krachten van de toekomende eeuw. Dat zijn klaarblijkelijk mensen die ‘bijna’ christen geworden waren. Hun verstand en gevoel was verlicht geworden, maar hoe zat het met hun HART? Ze hadden de hemelse gave gesmaakt, maar hadden ze ook werkelijk van het Brood des Levens GEGETEN? Ze waren de Heilige Geest deelachtig geworden, maar woonde de Heilige Geest ook daadwerkelijk IN hen? Op al deze vragen is het antwoord denk ik: “nee” (exegetisch is dit heel goed uit te leggen; als je dat graag wilt, zeg het maar).
Het gaat in Hebr. 6:4-6 dus niet over echte kinderen van God, maar over bijna-christenen. Je zou dan vervolgens natuurlijk kunnen denken: Misschien ben ik dan zo’n bijna-christen... Bedenk dit echter wel. “Afvallig worden” betekent afvallen van het geloof. Het gaat dan over mensen die de Heere Jezus willens en wetens de rug toekeren (ná de hemelse gave gesmaakt te hebben). Het gaat zeker NIET om mensen die eigenlijk bij de Heere Jezus zouden willen horen, maar helaas tegen hun zin in afvallig geworden zijn en nu dus niet meer tot bekering kúnnen komen. Laat ik het maar simpel zeggen: Mensen die afvallig geworden zijn hebben niets meer met Jezus! Over zulke mensen gaat het in Hebr. 6:4-6.
Dat betekent dat wat jij schrijft echt niet kan: Niemand valt onwetend af van Christus/van het geloof! Iemand die bij Christus WIL horen, MAG bij Christus horen. Nog een keer wijs ik op Openb. 22:17. Maar er zijn nog zoveel andere teksten die hetzelfde benadrukken. De Heere Jezus heeft gezegd: “Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.” Elke zondaar die tot Hem komt, is voor Hem als een schat uit de Hand van Zijn Vader ontvangen!
Waar het op aankomt is geloof! Alleen maar: geloof. Strek je lege handen toch uit naar de Heere God. “O God, wees mij zondaar genadig!” Deze ging af gerechtvaardigd naar zijn huis. Dat is dus genoeg. Leun op Christus. Vertrouw op Hem. Heere, alleen Uw bloed kan mij redden van de dood! Zo, en alleen zó, zul je de zaligheid beërven.
Ik hoop en bid van harte dat dit antwoord je tot zegen zal zijn.
Hartelijke groet,
Ds. P. C. H. Kleinbloesem
Dit artikel is beantwoord door
P.C.H. Kleinbloesem
- Geboortedatum:13-10-1976
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Aan de zoekers hier een getuigenis om vooral te volharden in het zoeken. Ik zocht 35 jaar en werd gevonden door een zoekende Jezus. Het kan niet missen of die beiden vinden elkaar op enig moment!
Als je wilt lees dat hier: http://levendenstromendwater.blogspot.nl/2014/07/beter-af-tijdens-beter-uit-vakantie-in.html.
En bedenk dat de satan je bij Jezus vandaan wil houden want hij haat God en wil iedere schepsel mee nemen naar de hel. Die gedachten over dat het voor jullie niet meer zou zijn, zijn van hem! Verwerp die en houd je vast aan het advies van de dominee: geloof!
De geweldenaars nemen het Koninkrijk der hemelen met geweld!
Cees van Beek
Genemuiden