Verspreiding van de mensheid over de aarde
Ds. M. Pronk | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00
Vraag
Gisteren schoot mij een vraag te binnen. Ik vraag me af wanneer en op welke manier is de mensheid zich over de rest van de wereld gaan verspreiden. We lezen in Genesis namelijk dat de eerste mens -Adam- nabij het huidige Israël leefde. En voor zover de geschiedenisboeken ons vertellen is men pas na de middeleeuwen de wereld gaan verkennen. Toen bleek dat er in uiteenlopende continenten mensen leefden met hun eigen cultuur etc. Hoe zijn ze daar gekomen? Hebben de continenten soms aan elkaar vast gezeten en is daarvan iets in Gods Woord te vinden?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Deze vraag is nogal uitgebreid en veelomvattend. Ik beperk me nu tot de hoofdzaak van de vraag. Staat er iets over de verspreiding van de volken over de aarde in de Bijbel en in dit verband wordt iets gezegd over de ligging van het paradijs?
Laat ik vooraf opmerken dat de Bijbel niet een aardrijkskundig of historisch leerboek is. De Bijbel is het boek van de Godsopenbaring. We lezen veel over geschiedenis en aardrijkskunde, maar dat alles staat in het verband van en is dienstbaar aan de openbaring en geschiedenis van het heil.
We lezen in Genesis 2:8 dat de HEERE God een hof geplant heeft in Eden tegen het oosten en Hij stelde aldaar de mens die Hij geformeerd had. Lag de hof of het paradijs vlak bij het huidige Israël? De Heere heeft de hof geplant in de landstreek Eden. En: tegen het oosten. Men kan de aanduiding tegen het oosten nemen vanuit de plaats waar de schrijver zich bevond. De meesten denken daarbij aan Kanaän. Men zou dan kunnen denken aan het zuiden van Babylon bij de Perzische golf of noordelijker aan het bergland van Armenië..Het is gissen. Het is ons onbekend waar dit landschap precies heeft gelegen.
Nadat God de hof heeft geplant heeft Hij de mens erin geplaatst. Aan de mens werd de opdracht gegeven die hof te bouwen en te bewaren. Op één van de bergen van het landschap Eden ontsprong een rivier die de hof bevochtigde. Buiten de hof splitste de rivier zich in vier stromen. Genoemd worden de Pison, de Gihon, de Hiddèkel en de Frath. Aan welke rivieren hebben we te denken? Bij Frath aan de Eufraat en bij Hiddèkel aan de Tigris, de beide rivieren van het tweestromenland. Men heeft wel bij de Pison gedacht aan de Rode Zee en de Perzische Golf tezamen die het land Havila, dat is Arabië, omspoelen. En bij de Gihon aan de Nijl die het land Kush omloopt, dat is Ethiopië bij Egypte.
Het wordt dan zo voorgesteld dat deze vier grote stromen van de oude wereld uit één rivier zijn voortgekomen en uiteindelijk dus uit het paradijs. God heeft de wereld geschapen. Bij het getal vier valt te denken aan de vier windstreken. Dat er dus vier rivieren uit het paradijs uitgaan wil zeggen dat God over de gehele wereld leven en vruchtbaarheid geeft, waarvoor water onmisbaar is. Het is al bij al niet mogelijk precies de ligging van het paradijs aan te geven.
De HEERE heeft de mens geschapen. De hof in Eden geplant. Daarin de mens gezet. Maar Hij had bij de schepping van de mens deze gezegend en gezegd: Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt en vervult de aarde. In de loop der tijd is heel de wereld bewoond door mensen en door volken. God is de Schepper en de Soevereine. De geschiedenis van al deze volken wordt door God bepaald. Van uit het volk Israël wil God alle volken bereiken om uiteindelijk hen te doen delen in de zegen van Zijn koninkrijk. Vandaar dat de profeten zich ook gericht hebben tot de volken.
We zien in de eerste hoofdstukken van Genesis de volgende lijn. De schepping, de vervreemding tussen God en de mens, dan de zondvloed en daarna de verdere ontwikkeling van de mensheid. Van belang is hoofdstuk 10. Genesis 10 laat zien hoe uit de drie zonen van Noach de gehele aarde bevolkt werd, want uit hen en hun nakomelingen kwam de bevolking van de aarde voort.
De mensheid groeide na de zondvloed door natuurlijke voortplanting. Noach had drie zonen, Sem, Cham en Jafeth. Na de zondvloed kregen deze drie mannen zonen. Achtereenvolgens worden de nakomelingen van Jafeth en Cham en Sem opgesomd. De meeste nakomelingen van Jafeth zijn volken die wonen in KleinAzië en het Middellandse Zeegebied. De nakomelingen van Cham wonen in zuidelijke gebieden als bijvoorbeeld Egypte. Van Sem zijn alle Semitische volken afkomstig. Het doel van dit hoofdstuk is om te laten zien de oorsprong van de volken, en dan vooral de oorsprong van het Hebreeuwse volk.
We lezen in de verzen 5, 20 en 31 dat de volken zich verdelen naar hun taal. Zo worden in Genesis 10 de gevolgen al genoemd van de oorzaak die pas in hoofdstuk 11 wordt verteld. In hoofdstuk 11 lezen we het verhaal van de torenbouw van Babel. De mensheid die niet gehoorzaam is aan het bevel de aarde te vervullen blijft bijeen wonen om samen sterk te zijn, zich een naam te maken en zich tegen God te verheffen. Maar de Heere verwart de spraak en zo verstrooit de Heere hen over de ganse aarde. Aanvankelijk zien we de verspreiding over de landen rondom de Middellandse Zee en in het oude Oosten, het Tweestromen gebied en vandaar hebben de volkeren zich verspreid over heel de wereld. En dat om allerlei uiteenlopende redenen.
Op deze manier is de aarde wel vervuld, maar tegelijk zijn de volken gescheiden door zovele grenzen en heerst er onderlinge vijandschap en verdeeldheid. Gedreven door de geest van het oude Babel in Genesis 11 zijn er steeds weer de zich verheffende antigoddelijke wereldmachten. De volkerentafel in Genesis 10 heeft als doel de vermelding van de nakomelingen van Sem en daarin het volk van de Hebreeën. Uit het nageslacht van Abraham wordt de Christus geboren door wie zich zal openbaren de heerlijkheid van het alles en allen omvattende koninkrijk van God. De nieuwe aarde zal vol zijn van de nieuwe mensheid als één volk.
Vanaf het begin is dat het doel van de goddelijke regering der volken. Zie Deut.32: 8 Toen de Allerhoogste de volken de erfenis uitdeelde, toen Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de landpalen der volken gesteld naar het getal der kinderen Israëls. God had, schrijft Calvijn in zijn commentaar op deze plaats, bij heel de ordening van de wereld de bedoeling gehad om voor het uitverkoren volk te zorgen.
Ds. M. Pronk
Lees ook de vervolgvraag: 'Verspreiding van de mensheid over de aarde (2)'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Pronk
- Geboortedatum:10-03-1940
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:KralingseVeer
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Pronk is 19 juni 2016 overleden.
Beluister hier de rouwdienst.
Website: www.uithetoverjordaanse.nl