Belijden van zonden voor de mensen
Ds. M.W. Muilwijk | Geen reacties | 01-09-2014| 11:53
Vraag
Zonden moeten beleden worden voor God en de mensen tegen wie gezondigd is. Dat begrijp ik en ik weet uit ervaring dat het rust geeft. Maar hoe ver gaat het belijden van zonden voor de mensen? Ik voel me momenteel ernstig bezwaard omdat ik in het verleden iemand weleens belachelijk heb gemaakt door platvloerse opmerkingen over die persoon, zonder dat die persoon erbij was. Niet om de persoon te kwetsen, maar om populair te doen. Die persoon is overigens een heel vriendelijk iemand, waar ik geen contact mee heb. Is het ook hier zinvol om de zonde te belijden? In hoeverre zal ik tegenover deze persoon in onreine details treden over mijn gemaakte woorden, die de persoon des te meer zullen kwetsen? Hoe ver gaat dit? Hoeveel mensen heb ik in mijn leven wel niet in woorden en werken tekort gedaan? Hoe groot is het gevaar dat ik dit schuldbelijden verhef tot een zelfwerkzaamheid? En zou het mogelijk zijn dat niet Gods Geest, maar juist een kwade geest vat neemt op mijn geweten om te binden onder dwangmatigheden? Of kan het ook wezen dat ik juist door het schuldbelijden voor de mens de Heere probeer te ontlopen, zoals Calvijn verklaart op Ps. 51:6? Kunt u een (oude) schrijver aanbevelen die deze onderwerpen behandelt?
Antwoord
Beste vragensteller/-ster,
Om op de laatste vraag in te gaan. Ik kan je zo geen (oude) schrijver aanbevelen die specifiek op jouw problematiek ingaat. Je zou wel kunnen lezen wat Brakel in de Redelijke Godsdienst over geweten en vergeving van zonde schrijft of wat Voetius in de Praktijk der Godzaligheid schrijft over het geweten. Dit zijn twee werken waar ik even in heb zitten bladeren.
Om op je overige vragen in te gaan. De door jou beschreven situatie kan treffend worden verwoord in het volgende verhaal. Er was eens een jongen die allemaal lelijke dingen had gezegd over iemand anders. Hij wilde dit weer goed maken. Hij ging naar de predikant en vroeg hem hoe hij dat zou kunnen doen. De predikant gat hem de opdracht een zak met veren te nemen en bij elk huis een veer te leggen. Vervolgens kreeg hij de opdracht om alle veren weer terug in de zak te doen. Dat lukte vanzelfsprekend niet. Zo is het met de zonden van onze tong; het is onmogelijk de schade van deze zonde ongedaan te maken.
Tegelijk denk ik dat het het beste is om al degene tegen wie je deze kwetsende opmerkingen hebt gemaakt, op te zoeken en openlijk te zeggen dat je voor God de zonde hebt beleden dat je kwetsende opmerkingen hebt gemaakt over die ander; dus geen schuld belijden voor degene die je hebt gekwetst en belasterd, maar schuld belijden voor degenen tegen wie je deze laster hebt uitgestrooid. Dan weet je zeker dat er iets goed gemaakt wordt; mogelijk dat die ander, over wie je laster hebt verteld, het tot op de dag van vandaag niet weet. Vertel vanaf vandaag alleen goede dingen over hem.
Wat betreft je geweten, deze kan niet gebonden worden door zonden die beleden en vergeven zijn. Maar het voor God belijden en door God vergeven van de zonden kan niet genoeg zijn wanneer je weet dat er schade goed gemaakt moet worden. Dus maakt de schade goed tegenover hen tegen wie je hebt gelasterd en als je denkt dat de persoon in kwestie ook beschadigd is, maak het daarmee ook goed.
Ik hoop dat dit je zo helpt; we hebben een vast belofte in Spreuken. 28:13. Daarmee mogen wij de HEERE aanlopen.
Hartelijke groet,
Ds. M. W. Muilwijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.W. Muilwijk
- Geboortedatum:23-12-1980
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Aalst
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: