Cheque krijgen bij de doop
Ds. G. Kater | Geen reacties | 02-08-2014| 11:38
Vraag
Geachte ds. Kater, ik heb een vraag over de doop! Het thema doop is de laatste tijd erg actueel. Veel wordt er over gesproken, er wordt zelfs gedebatteerd over de geloofsleer omtrent de doop (kinderdoop of volwassendoop). Voor veel mensen is het daardoor ingewikkeld geworden, ook voor mij. Ik ben zelf nu het boek van ds. Van Kooten aan het lezen (“Aan Zijn voeten”) over de doop. In het boek wordt onder andere gezegd dat wij in de doop (als kind) een cheque krijgen die wij in dit leven moeten inwisselen (toe-eigenen) door het geloof. Hoe kijkt u hiertegen aan? Wordt er in de doop daadwerkelijk iets toegezegd, waar God Zich aan wil verbinden wanneer ik voor het eerst door het geloof tot Hem kom. Ik las ergens dat wanneer wij in ons eigen leven vruchten van bekering en geloof vinden, dat wij dan niet hoeven te twijfelen aan Gods belofte, maar dat wij door het geloof tot Hem mogen gaan en mogen toe-eigen hetgeen God ons alreeds in de doop toegezegd en beloofd heeft. Wat ik zelf mis in het bovenstaande, is het wonder van Gods persoonlijk ingrijpen in ons leven. Dat er daadwerkelijk een moment komt in je leven, waarop God persoonlijk spreekt, een spreken van genade, een spreken van vergeving omwille van Zijn Zoon Jezus Christus. Hoe kijkt u hiertegen aan! Dank alvast voor uw antwoord.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vriend(in),
Voor de beantwoording van je vragen zou ik graag willen verwijzen naar ons Doopformulier. Het is een formulier wat ontstaan is in de bloeitijd van de Reformatie en wat rechtstreeks op het onfeilbare Woord van God gegrond is.Daarnaast kunnen we in dit formulier op verschillende plaatsen ook de invloed van de bijbelse theologie van Johannes Calvijn terug vinden. Als we bestuderen hoe dit formulier de inhoudelijke betekenis van de Heilige Doop verwoordt, zien we daarin een structuur van drie stukken. (We zien hier overigens -evenals in ons Avondmaalsformulier- een parallel met de drie stukken die Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus noemt.)
1. In het eerste stuk wordt ons geleerd dat de HEERE door de Heilige Doop onze ellende aanwijst. Als iemand in het dagelijks leven water nodig heeft om zich te wassen, maakt dit duidelijk dat diegene vuil en vies is. Zo leert het water van de Heilige Doop ons dat wij (evenals alle mensen) in zonde ontvangen en in ongerechtigheid geboren zijn, vanwege onze erfzonde, zie Ps. 51:7. Wij zijn daarom van nature kinderen des toorns (dat wil zeggen: Gods toorn over de zonde rust op ons leven), en wij kunnen in Gods rijk niet komen tenzij wij wedergeboren worden, zie Joh. 3:3. Zo worden we indringend gewezen op onze schuld en verlorenheid, en leert God ons de absolute noodzaak van Zijn vernieuwende genade in ons hart en leven.
2. In het tweede stuk wordt ons geleerd dat de HEERE in de Heilige Doop Zijn beloften van verlossing betekent en verzegelt aan ons voorhoofd. (Ons Doopformulier noemt hier niet letterlijk het woord belofte(n), maar dat komt omdat ons Doopformulier een verkorte weergave is van een oorspronkelijk nog uitvoeriger formulier. Wie de oorspronkelijke versie bestudeert ziet daarin dat de opstellers van ons Doopformulier bij dit tweede stuk expliciet bedoelen te wijzen op Gods beloften van Zijn genadeverbond.) In Zijn genadeverbond zegt de HEERE immers dat Hij niet alleen de God van al Zijn gelovigen is, maar belooft Hij óók de God van hun kinderen te willen zijn, zie Gen. 17:7 en Hand. 2:39. Daarbij belooft de Vader hen tot een God en Vader te zijn, de Zoon belooft hen te wassen van de zonde in Zijn bloed, en de Heilige Geest belooft hen te willen vernieuwen van hart. Al die beloften voorziet de HEERE van een teken en zegel in de Heilige Doop. Wat betekent dat? De Heilige Doop is een teken: zoals water ons lichaam reinigt van alle vuilheid, zo reinigt het bloed van Christus van alle zonden; dat laat de HEERE ons zien in het teken van de Heilige Doop. De Heilige Doop is een zegel: zoals een zegel op een brief de echtheid van de afzender verzekert, zo verzekert de HEERE in het zegel van de Heilige Doop ons persoonlijk de welmenende aanbieding van Zijn beloften. De HEERE komt dus inderdaad met Zijn toezegging (dat is een oud Nederlands woord voor belofte) van genade tot de kinderen van de gelovigen, en Hij voorziet die belofte van een teken en zegel in de Heilige Doop. (In vraag en antwoord 74 van de Heidelbergse Catechismus vind je eveneens dat woord toezegging, terwijl de Nederlandse Geloofsbelijdenis in artikel 34 het woord beloften gebruikt.) Die belofte wordt alleen vervuld in ons leven in de weg van wedergeboorte, geloof en bekering (zie punt 3), maar is wel een levenslange pleitgrond voor ons gebed om al deze zaken te ontvangen. We mogen de HEERE eerbiedig, in het besef van onze rechteloosheid in onszelf, nochtans wijzen op wat Hij heeft toegezegd, en Hem smeken: HEERE, doe gelijk Gij gesproken hebt! (2 Sam. 7:25). Want de HEERE Zelf roept ons immers daartoe ook op in Zijn Woord, zie Ps. 81:11 en Ez. 36:37a.
3. In het derde stuk wordt ons geleerd dat de HEERE door de Heilige Doop oproept tot geloof en bekering, in een leven van dankbaarheid. Wij worden immers vermaand en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid, om de zonde te haten en verlaten, en om de HEERE lief te hebben en te wandelen naar Zijn Woord, zie Jer.3:14. Want alleen in deze weg van geloof en bekering zullen Gods aangeboden beloften (zie punt 2) daadwerkelijk in ons leven vervuld worden, door het werk van de Heilige Geest in ons leven. Zo spoort de HEERE ons ernstig en indringend aan tot geloof en bekering, niet omdat wij dat alles in eigen kracht kunnen en zullen voortbrengen, maar om ons juist te brengen aan Zijn voeten in gebed. Opdat Hij ons Zelf geven zal door Zijn Geest, wat Hij van ons eist; juist omdat Hij in Zijn beloften reeds heeft toegezegd dat Hij machtig en gewillig is om dat alles ook te geven uit vrije genade. (Maar als wij Gods aangeboden beloften verwerpen en weigeren te geloven en ons te bekeren, zullen we eenmaal des te zwaarder straf ontvangen als we daarin volharden, zie Matth. 8:12. Zo maakt dit derde stuk ons tevens duidelijk dat er 'tweeërlei kinderen des verbonds' (Calvijn) zijn: zij die Gods aangeboden genade verwerpen, en daarom om eigen schuld eeuwig verloren gaan. En zij die door de kracht van de Heilige Geest worden wedergeboren tot waar geloof in Christus, Zijn beloften leren omhelzen, wandelen naar Zijn Woord, en uit genade zalig worden. Alleen in hen worden uiteindelijk de beloften van Gods genadeverbond daadwerkelijk vervuld, naar Gods eeuwig welbehagen.)
Nog een paar belangrijke opmerkingen bij deze drie stukken van ons Doopformulier:
a. Het is van groot belang de samenhang tussen deze drie stukken te zien en ze nooit eenzijdig van elkaar te isoleren. Wie alléén zegt dat gedoopte kinderen moeten worden wedergeboren zegt daarmee iets wat voluit Bijbels is (punt 1), maar zegt tegelijkertijd ook te weinig. Want daarnaast ontvangt het kind in de Heilige Doop immers ook het teken en zegel van Gods aangeboden beloften van genade (punt 2), en leeft het onder Gods eis van geloof en bekering (punt 3). Op deze wijze wordt de betekenis van de Heilige Doop op een ernstige wijze ondergewaardeerd.
b. Wie alléén zegt dat gedoopte kinderen leven onder Gods beloften en daarom beschouwd moeten worden als behouden kinderen, zegt daarentegen teveel. Onze kinderen zijn immers allereerst verloren kinderen van Adam, en daarom zullen ze Gods aangeboden beloften altijd in ongeloof verwerpen, tenzij ze wedergeboren worden (punt 1). Daarom is het van het grootste belang de aanbieding van Gods beloften (punt 2) duidelijk te onderscheiden van de vervulling hiervan door de Heilige Geest in de weg van geloof en bekering (punt 3). Als dat onderscheid naar de achtergrond gaat of zelfs geheel verdwijnt wordt de betekenis van de Heilige Doop op een gevaarlijke wijze overgewaardeerd.
c. Als we Bijbels willen spreken over de inhoud van de Heilige Doop moeten we daarom evenwichtig recht doen aan al de drie stukken die ons Doopformulier noemt. We zien onze kinderen als verloren kinderen van Adam in zichzelf, én tegelijk als kinderen die leven onder Gods aangeboden beloften, én tegelijk als kinderen die geroepen worden tot geloof en bekering. Zo wordt duidelijk dat alle gedoopte kinderen persoonlijk nodig hebben om door de (beloofde!) Heilige Geest vernieuwd te worden tot waar geloof in Christus en bekering tot God. Tegelijkertijd zijn en blijven Gods aangeboden beloften voor hen (en hun ouders, grootouders, gemeente) daarbij levenslang tot pleitgrond gegeven in het gebed, wanneer ze dat alles nog missen.
d. In de Heilige Doop wordt geen persoonlijk ontvangen genade of geloof in het gedoopte kind van een teken en zegel voorzien, en wordt dat evenmin verondersteld in het gedoopte kind. Maar de HEERE betekent en verzegelt daarin Zijn beloften van verlossing persoonlijk aan het voorhoofd van het gedoopte kind, op grond van Zijn genadeverbond (punt 2). Zeker, die beloften vragen om geloof, en dat geloof wordt ook vereist (punt 3), want alleen in dat geloof worden Gods beloften vervuld en wordt de troost van de Heilige Doop als sacrament ervaren. Maar hoewel de HEERE sommige kinderen al op jonge leeftijd dat geloof geeft is dat niettemin nooit een grond voor hun doop en wordt het evenmin verondersteld in hen bij de Heilige Doop. Calvijn zegt dat wij op het moment van de Heilige Doop niet meer in het sacrament moeten zoeken dan dat het Gods beloften betekent en verzegelt, tot toekomstig geloof en bekering. Het gedoopte kind zal de kracht van de Heilige Doop tot versterking van het geloof daarom pas later in het leven ervaren, wanneer het door de Heilige Geest gebracht is tot waar geloof in Christus. Vanaf dat moment mag de als kind ontvangen Heilige Doop tot grote troost zijn voor de gelovige in aanvechtingen en strijd, en wordt de sacramentele versterking ervan door de Heilige Doop ervaren. Op het moment van de doophandeling is de Heilige Doop daarnaast ook een sacrament voor alle gelovige ouders, aan wie de belofte (Gen. 17:7) immers allereerst gegeven is. Zo wil de HEERE bij elke doopbediening het geloof van gelovige ouders (en in het verlengde daarvan: van al Gods kinderen in de gemeente) versterken en verzekeren door dit heilig sacrament. Op deze wijze blijft de Heilige Doop van de kinderen daarom voluit een sacrament in de Bijbelse zin van het woord..
Na deze (uitvoerige) uiteenzetting hoop ik dat het voor jou duidelijk is dat de beide vragen die je stelt een bevestigend antwoord ontvangen:
1. In de Heilige Doop betekent en verzegelt de HEERE inderdaad persoonlijk aan het gedoopte kind Zijn toezegging (belofte) van genade. Hij verklaart daarin heel persoonlijk aan het gedoopte kind: Peter, Petra, in jezelf lig je volkomen verloren voor Mij, in zonde en schuld. Maar Ik heb je bij je Naam genoemd, en Ik beloof je dat Ik machtig en gewillig ben om je te wassen van de zonde in het bloed van Christus, door de kracht van de Heilige Geest, tot verzoening met de Vader. En Ik eis daarom dat jij je bekeert en gelooft in de Heere Jezus Christus, en tegelijk wil Ik ook Zelf dat geloof en die bekering aan je geven op het gebed. Zo klinkt in de belofte van de HEERE het welmenend aanbod van Zijn genade door, en is Zijn belofte ons gegeven tot een levenslange pleitgrond in het gebed. Wat is dat een wonder van Gods neerbuigende goedheid en genade, voor in zichzelf verloren mensen. Hij vraagt in Zijn opzoekende zondaarsliefde al naar ons en onze kinderen, nog voordat wij zelfs maar van Zijn bestaan afweten met ons verstand. Wat laat de HEERE daarin door Zijn woorden en daden zien dat Hij geen lust heeft in onze dood, maar daarin dat wij ons zullen bekeren en leven!
2. Omdat wij als vijanden van God Zijn aangeboden genade zullen verwerpen, en Zijn eis tot geloof en bekering naast ons zullen neerleggen, is het inderdaad nodig dat God persoonlijk ingrijpt in ons leven. Alleen wanneer Hij ons hart vernieuwt en dat verbreekt tot hartelijk berouw over onze zonden, zullen wij gaan hongeren en dorsten naar de vergeving van onze zonden door het bloed en de Geest van Christus. In die weg leert het geloof de roepende stem van Christus in het evangelie kennen door de kracht van de Heilige Geest, zodat we gaan vluchten tot Hem, en leren rusten in Zijn Borgwerk. En hoeveel verschillen er ook zijn tussen al Gods kinderen, ze stemmen er niettemin allemaal mee in dat het een onbegrijpelijk wonder van genade is dat Christus Zich aan hen openbaarde. Zo is het ook voor gedoopte kinderen, evenals voor andere mensen, onmisbaar nodig om de enige troost uit Zondag 1 HC persoonlijk te leren kennen, in de doorleving van de drie stukken uit Zondag 1 HC. Tegelijkertijd mogen gedoopte kinderen (in onderscheid van degenen die buiten Gods kerk leven) dat van de HEERE pleitend vragen in hun gebed, op grond van Zijn aangeboden beloften.
Ik hoop dat je door deze uiteenzetting meer zicht ontvangt op de belangrijke vragen rondom de Bijbelse grond en de inhoud van de Heilige Doop. Maar bovenal hoop ik dat je persoonlijk het genadeverbond van de HEERE hebt of zult leren 'inwilligen' (zo spreken veel oudvaders hierover), in de weg van geloof en bekering. Met het oog op onze eeuwige bestemming is én blijft dat immers het belangrijkste voor jou, voor mij, en voor elk mens; hetzij gedoopt of ongedoopt. Dat betekent dat we het onbevattelijke wonder van Gods genade persoonlijk hebben leren kennen, in de vergeving van onze zonden door het bloed van Christus. Of, zoals je het zelf verwoord: het wonder van Gods persoonlijk ingrijpen in ons leven. Wie dat wonder kent verlangt het steeds dieper te kennen, en belijdt met Zondag 1 van de HC in levenslange verwondering: “Dat ik niet mijn, maar mijn getrouwe Zaligmakers Jezus Christus' eigen ben, die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald en mij alle heerschappij des duivels verlost heeft...” Dat is werkelijk de enige troost in leven en in sterven! Ben je daar nog vreemdeling van? De God van je doop zegt dan nog steeds tot jou: Opent uwen mond, en eist van Mij vrijmoedig... (Ps. 81:12 berijmd).
Met hartelijke groet,
Ds. G. Kater
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G. Kater
- Geboortedatum:10-07-1978
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Arnemuiden
- Status:Actief