Items in de ark
Ds. B. de Romph | 3 reacties | 24-05-2014| 09:30
Vraag
Pas lazen wij in de Hebreeënbrief over de Ark des Verbonds. Daar wordt gesproken over de items in de ark. "Hebbende een gouden wierookvat, en de ark des verbonds, alom met goud overdekt, in welke was de gouden kruik, daar het Manna in was, en de staf van Aäron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds" (Hebreeën 9:4). Maar in 1 Koningen 8:9 staat: "Er was niets in de ark, dan alleen de twee stenen tafelen, die Mozes bij Horeb daarin gelegd had, als de HEERE een verbond maakte met de kinderen Israëls, toen zij uit Egypteland uitgetogen waren." Hier lijkt de Bijbel zichzelf tegen te spreken. Dat vind ik moeilijk te verteren, omdat ik van "In het begin" (Gen. 1:1) en "amen" (Opb. 22:21) geloof in het Woord van God. Mijn vraag is: hoe zijn deze twee teksten met elkaar te rijmen?
Antwoord
Geachte vraagsteller,
Wees niet dadelijk in verwarring wanneer je een vermeende tegenstrijdigheid in de Bijbel ontdekt. Het is goed dat je ervan uitgaat dat de Bijbel van Gen. 1 t/m Openb. 22 het onfeilbare, geïnspireerde Woord van God is. Ook als we bij het lezen van de Bijbel op schijnbaar tegenstrijdigheden stuiten. Voor ons begrip lijkt de Bijbel zich wel eens tegen te spreken. Nu kunnen we inderdaad in de Bijbel vertaalfouten aantreffen. Die moeten verbeterd worden, maar het Woord van God op Zich is onfeilbaar. Als we menen tegenstrijdigheden in de Bijbel tegenkomen, moeten we niet vergeten dat we een verduisterd verstand hebben en dat we het licht van de Heilige Geest nodig hebben om het Woord van God te verstaan.
Wat je vraag betreft: Je hebt de schriftgegevens keurig bij elkaar gezocht en je hebt een tegenstrijdigheid in de weergave van de attributen in de Ark des Verbonds ontdekt. Je noemt 1 Kon. 8:9, waar staat dat er niets in de ark was dan alleen de twee stenen tafelen, die Mozes bij Horeb daarin gelegd had toen zij uit Egypte uitgetogen waren. Na de uittocht uit Egypte komt het volk bij de Horeb, waarbij de Heere Zijn verbond vernieuwde. Hij schreef de tien woorden op twee stenen tafelen, waarvan de Heere gebood dat zij in de Ark des Verbonds onder het gouden verzoendeksel bewaard zouden blijven. De wet van God functioneerde onder het verzoendeksel. Op het gouden verzoendeksel sprenkelde de hogepriester op de Grote Verzoendag het bloed der verzoening tot vergeving van de zonden oor het volk. En op grond van die verzoening werd het volk opgeroepen om de geboden des Heeren te onderhouden.
Dan treffen we het volk Israël in Ex. 16 aan in de woestijn Sin, welke is tussen Elim en Sinaï. Daar murmureerde het volk tegen Mozes en Aäron, omdat het hen aan brood ontbrak. Toen antwoordde de Heere dat Hij brood uit de hemel zou doen regenen. De volgende dag was de aarde overdekt met een korianderachtig goed, dat de Israëlieten manna noemen. In vs 33 lezen we dat Mozes Aäron het bevel geeft: Neem een kruik, doe een gomer vol Manna daarin, en zet die voor het aangezicht van de Heere, tot bewaring van uw geslachten. Voor het aangezicht van de Heere, d.w.z. voor de Heere. Dan staat in vs 34: "Gelijk de Heere aan Mozes geboden had, alzo zette ze Aäron voor de getuigenis tot bewaring. En de getuigenis is de wet der Tien Geboden, de twee stenen tafelen. Na de verbondsluiting bij de Sinaï werd dus aan de stenen tafelen van Gods heilige wet de kruik met manna gevuld eraan toegevoegd. Ze staan beide onder het gouden verzoendeksel, vóór de twee stenen tafelen. Het volbrengen van de geboden vloeit voort uit de verzoening met God door het bloed. Ook ons dagelijks brood is vrucht van de verzoening door het bloed van het verbond. In Num. 17 wordt gesproken van de bloeiende staf van Aäron. Volgens vers 10 krijgt Mozes het bevel van de Heere de bloeiende staf van Aäron voor de getuigenis ter bewaring te leggen. Er lagen dus er drie voorwerpen in de ark des verbonds onder het gouden verzoendeksel, namelijk de gouden kruik waar het manna in was, de bloeiende staf van Aäron die gebloeid had en de tafelen des verbonds (de getuigenis).
Dat wordt nog eens bevestigd in het NT in Hebr. 9:4: "Hebbende een gouden wierookvat, en de ark des verbonds, alom met goud overdekt, in welke was de gouden kruik, daar het Manna in was, en de staf van Aäron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds." Eenmaal per jaar, op de Grote Verzoendag ging de hogepriester met een wierookvat het heilige der heilige (de binnenste voorhof) binnen, en daar stond de Ark des Verbonds met daarin de gouden kruik, daar het manna is was, en de stad van Aäron, die gebloeid had en de tafelen des verbonds. Ze liggen alle onder het gouden verzoendeksel en nieuw testamentisch kunnen we zeggen: ze vloeien alle voort uit de kruisverdiensten van de Heere Jezus Christus. We zien dus, dat we Schrift met Schrift vergelijkende de verschillende zaken tot een kloppend geheel kunnen maken.
Ik hoop dat ik je vragen heb weggenomen, anders hoor ik ze wel.
Hartelijke groeten en Gods zegen,
Ds. B. de Romph
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. de Romph
- Geboortedatum:17-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Noordeloos
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. de Romph is op 24 juli 2019 overleden.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Zou het kunnen dat het verzoendeksel op de ark groter was dan de ark zelf, waardoor het dus mogelijk was dat het kruikje en de bloeiende staf zich wel onder het deksel, maar niet in de ark bevonden?
Maar laat dit alles je niet afleiden van waar de Hebreeën brief en ook Hebreeën 9 nou eigenlijk over gaat, wat duizend maal belangrijker is.
De <a href="https://www.studiebijbel.nl/home.html">Studiebijbel</a>, komt nog met de mogelijkheid dat de genoemde voorwerpen pas op een later moment in de ark zijn gezet.
Verder sluit ik me graag aan bij wat Gerard in het slot van zijn reactie zet. Het is goed dat het je opvalt, maar vestig je inderdaad op de belangrijkste Boodschap. De Boodschap die de gehele Bijbel door te lezen is en als het erop aankomt alleen toedoet.