Christus aannemen
J.W.N. van Dooijeweert | 4 reacties | 19-05-2014| 14:13
Vraag
Wanneer mag je Christus aannemen? Ik wil deze vraag graag stellen aan iemand uit de Gereformeerde Gemeente omdat ik daar ook naar de kerk ga. Hierbij mijn persoonlijke inleiding waarom ik deze vraag stel: Ik merk dat mijn leven anders is geworden dan vroeger (ik ben een jongen van halverwege de 20). Ik weet niet precies wanneer het begonnen is (ongeveer een half jaar geleden?). Ik verlang er zo naar God persoonlijk te kennen. Christus als mijn Verlosser te zien. Dat ik zeker mag geloven dat Christus ook voor mij gestorven is en ik met en voor Hem mag leven. Ik ga nu graag naar de kerk (ik verlang er eigenlijk al heel de week naar) en lees graag in de Bijbel en goede boeken (vroeger sloeg ik dit nog weleens over als het laat was). En elke keer hoop ik dat dit het moment zal zijn dat Christus zich aan mij openbaart als mijn Verlosser en ik mag geloven in Hem. Eigenlijk is het heel de dag door in mijn gedachten. Ik heb ook een bepaalde zonde (op seksueel gebied), wat denk ik mijn boezemzonde is. Vroeger gaf ik er eigenlijk gewoon vaak aan toe en leefde ik verder alsof er niets aan de hand was. Maar nu is dit wel anders geworden. Ik wil het niet meer en schaam me er voor bij God. Als ik een paar maanden geleden weer in die zonde gevallen was, schaamde ik me er zo voor dat ik dagen niet meer tot God durfde te bidden en uit de Bijbel te lezen. Omdat ik me dan een huichelaar voelde. Het voelde alsof ik dan weer verder van God vandaag was dan ooit. Dat al mijn zoeken daarvoor voor niets was. Dat ik wel dichtbij was, maar nu weer helemaal opnieuw moet beginnen (alsof de zaligheid van mij afhangt). Eigenlijk dacht ik dat eerst dat God pas mijn gebeden zou verhoren als het mij lukte die zonde te laten. Totdat ik een preek las van Spurgeon. Waardoor ik leerde dat ik zonder Christus nooit zonden kan overwinnen: ik ben een zondaar, die slaaf is van de zonde. En dat ik Christus niet alleen nodig heb voor de vergeving van mijn zonden maar ook om me te verlossen van de zonden. Hierna heb ik verschillende keren ervaren dat God mij wilde bewaren voor de zonden als ik de verleiding sterk voelde en Hem bad om hulp. En als ik nu toch deze zonde doe (wat helaas toch nog een paar keer gebeurd is), ik daarna er ook alleen mee naar Hem kan vluchten; belijden en bidden of God mij wil bewaren en verlossen van deze zonde door Christus. Ik heb ook verschillende momenten gehad (in de kerk en onder het zelf lezen of bidden) dat ik echt de liefde van Christus voelde voor zondaren. Dat ik Hem wil en eigenlijk ook moet aannemen als mijn Verlosser. Maar op dat moment voel ik ook drempels: Mag ik Hem wel zo aannemen? Dan heb ik twijfels. Want om me heen en in de kerk hoor ik ook dingen die ik helemaal niet zo ken. Bijvoorbeeld als er bepaalde beschrijvingen gegeven worden van bekeringen. Ik heb nooit nachten wakker geleden en gehuild om mijn zonden. Ik ben niet vastgelopen in de wet en de toorn van God gevoeld. Ik heb juist altijd wel een bepaalde hoop gevoeld. Dit was ook wat ik vaak tegen kwam in de Bijbel. Dat Christus nooit iemand wegstuurde en dat God beloofd dat de zoeker zal vinden. Ik heb ook geen bijzonder verhaal, wat mensen lijken te verwachten als er over bekeerde mensen gesproken wordt. Als ik mensen om me heen over bekering hoor praten, dan hebben ze het vooral over dat God ons moet ontdekken aan de zonden en ons hart verbreken. Als ik zulke dingen hoor dan twijfel ik. Heb ik Christus dan wel nodig als een echte zondaar? Ik ben dan bang dat ik te hoogmoedig en te trots ben, dat ik niet genoeg berouw heb. Ik vraag steeds aan God of hij van mij een nederige zondaar wilt maken die niets van zichzelf verwacht maar alles van God. Maar ik wil toch niets liever dan rust en vrede te vinden in Christus, dat Hij op de eerste plaats staat in mijn leven, dat ik Hem mag dienen...
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Wat heerlijk als je de hele dag door telkens weer in je gedachten bij deze dingen terecht komt. Ik had vroeger een vriend die in de handel zat. Moest ook naar beurzen voor zijn werk. Toen kwam de Heere in zijn leven. Hij moest op een beurs staan in Duitsland. En alles van de Heere was zo nieuw, zo vers, zo diep. Die omgang met de Heere, nieuw en teer. Toen ik hem aan de telefoon had zei hij half lachend: “Ik moest vandaag vaak naar de wc. Ik denk dat jij begrijpt waarom... Even alleen met de Heere!”
Het is niet zo belangrijk wanneer het begonnen is. Het is er! Je kunt niet meer zonder Hem! Het grootste wonder van alle eeuwen: Een zondig mensenkind dat niet meer zonder de Heere kan. Heerlijk om een preek te horen. Heerlijk om in het Woord te lezen. De stille hunkering in je hart om meer en meer van de Heere te weten... In Zijn heerlijkheid, in Zijn grootheid, in Zijn barmhartigheid. Ik kan soms zo naar die begintijd terugverlangen. Die tijd waarin je hart vuriger ging kloppen als je over Jezus hoorde.
Weet je, broeder, je zegt: “En elke keer hoop ik dat dit het moment zal zijn dat Christus zich aan mij openbaart als mijn Verlosser.” Daar is Hij volop mee bezig! Stapje voor stapje ga je meer van Zijn onmisbaarheid en heerlijkheid zien. Bijna elke dag zie je meer in Hem. Zo openbaart Hij zich aan je.
Dat je Hem nog niet durft omhelzen als je persoonlijk Verlosser, begrijp ik heel goed. Dat is de natuurlijke schroom van een mensenkind die zijn zonden gaat beseffen. Maar het is ook een gevolg van je opvoeding en de prediking. Wij hebben geleerd om afstand te houden van het “aannemen van Jezus.” Er kwam vroeger een gezin nieuw in onze gemeente. Uit een heel andere omgeving. En wat denk je? Die man sprak steeds maar over Jezus. We wisten helemaal geen raad met hem. Maar dat bedoelt de Bijbel niet! De Bijbel wil dat we naar Jezus vluchten met heel ons bestaan. Hij alleen is Zaligmaker, Hij alleen is de Verlosser. Niemand, niemand anders!!!! Ik wil ook geen andere Verlosser. Hij heeft Zijn leven voor mij gegeven... en voor jou!
Wanneer mag je Hem nou aannemen als je Verlosser, als je Zaligmaker? Het is eigenlijk zo kinderlijk eenvoudig. Denk aan de kamerling van Handelingen 8. Hij heeft de preek van Filippus aangehoord. Woord voor woord is in Zijn hart doorgedrongen. En dan is daar ineens een groot water, rivier of meer, ik weet het niet. “Kijk”, roept hij. “Water. Nu kan ik toch gedoopt worden!?” zegt die heiden uit Ethiopië. Lees dan vers 37 eens: “En Filippus zei: Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: “Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is” En hij nam Jezus aan!!
Waar zit nu toch de fout?
Ik hoor het zo vaak zeggen: “En dat neemt Jezus maar aan”... Ja, maar dat mag ook, dat MOET ook. Alleen door Hem aan te nemen worden we een kind van God. Er zijn nog steeds mensen onder ons die heel veel praten over een leven met de Heere. Omgang met Hem. “Ja, Jezus is nog zo verborgen voor me.” Dat kan niet! Dat mag niet! We kunnen geen leven met de Heere hebben zonder Jezus. “Niemand komt tot de Vader dan door Mij!”
Weet je waar het probleem zit? Hoe houd je je handen. Probeer je Jezus te pakken met de open kant van je handen naar beneden. ‘Neem’ je Hem? Of neem je Hem aan met twee handen geopend omhoog houdend... om te ontvangen? Om een gunst te krijgen. Wil je Jezus nemen als ‘rechthebber’ of als een schuldig mens? Als de heilige Geest je ogen opent, gaan vanzelf je handen ook staan als die van een bedelaar. Dat is de eenvoud van ons geloof. Voor een groot deel zijn we dat in de kerken kwijtgeraakt; dat eenvoudig kinderlijke geloof. “Ik geloof Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp.” En dan is Hij er. Hij staat als het ware te popelen om Zich weg te geven. Ook aan jou! Het is Jezus liefste werk: mensen te zaligen.
Hoe kun je nou toch tot Jezus gaan als je zo zondig bent??? Heel goed gedacht! Maar de Bijbel leert me iets anders hoor. De Bijbel zegt dat we dan JUIST tot Jezus moeten gaan. Om door hem gewassen te worden. Schoon gemaakt van al mijn zonden. Dat kan Hij alleen. Je kunt dat zelf nooit!!! Maar Hij zegt: Kom tot Mij. Op een andere plaats: “Wie tot Mij komt zal ik, zeker niet uitwerpen.” Bedel maar bij de Heere God en houd je handen maar op om Jezus te ontvangen. Wat heerlijk om van die oudvaders te leren. Om door hen ook de weg gewezen te krijgen: je kunt niets zonder Hem, zonder Jezus.
Je zegt: “Ik heb ook verschillende momenten gehad (in de kerk en onder het zelf lezen of bidden) dat ik echt de liefde van Christus voelde voor zondaren.”
Zo openbaarde Hij Zich aan je, om je maar te overtuigen dat Hij je zoekt. Dat Hij het goede met je voor heeft. Geef je aan Hem over en Hij zal zichzelf steeds meer en meer aan je wegschenken. Vlucht maar naar Hem toe, zoals je bent. In Openbaring 22 staat het heel duidelijk: “En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets.”
Als je Hem niet aanneemt ben je reddeloos verloren en ga je voor eeuwig verloren. En als je Hem aanneemt... dan heb je het eeuwige leven. Dat ontvang je dan niet later, na je sterven. Nee! Dat heb je op het moment dat je Jezus aanneemt.
Je schrijft: “Maar op dat moment voel ik ook drempels: Mag ik Hem wel zo aannemen? Dan heb ik twijfels. Want om me heen en in de kerk hoor ik ook dingen die ik helemaal niet zo ken. Bijvoorbeeld als er bepaalde beschrijvingen gegeven worden van bekeringen. Ik heb nooit nachten wakker geleden en gehuild om mijn zonden. Ik ben niet vastgelopen in de wet en de toorn van God gevoeld.”
Modelbekeringen zijn niet van waarde. De Heere onze God handelt met iedereen afzonderlijk en heel speciaal. Je kunt niet zeggen: Paulus heeft het zo en zo beleefd, dus zo moet het. Onzin! Jouw weg is de weg die God met je houdt, gaat. Wat zei die dichter ook weer?
Toen vluchtte’ ik tot Jezus
Hij heeft mij gered
Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet….
Zoek ook niet naar een bijzonder verhaal. Dat hebben de Bijbelheiligen ook niet gedaan. Zij getuigden van Jezus en niets anders!
Je schrijft: “Als ik mensen om me heen over bekering hoor praten, dan hebben ze het vooral over dat God ons moet ontdekken aan de zonden en ons hart verbreken. Als ik zulke dingen hoor dan twijfel ik. Heb ik Christus dan wel nodig als een echte zondaar? Ik ben dan bang dat ik te hoogmoedig en te trots ben, dat ik niet genoeg berouw heb. Ik vraag steeds aan God of hij van mij een nederige zondaar wilt maken die niets van zichzelf verwacht maar alles van God.”
Is dat nog niet zo dan bij jou? Verwacht je dan toch nog iets van jezelf? Moet je toch zelf nog iets doen? Laat je zaligen. Laat Jezus niet tevergeefs roepen, maar nodig Hem binnen in je persoonlijke leven. Daar wil Hij binnenkomen. Dan ontvang je ook kracht om te strijden tegen alle kwaad. Maar dan word je ook bevrijd van je ‘opknapneigingen’ die toch niets opleveren. Laat je wassen, laat je reinigen, laat je Verlossen.
God heeft geen ‘berouwweegschaal’ om jouw berouw te wegen. Hij weet hoe zondig je bent. Maar Hij heeft ook de kreet van Jezus gehoord op Golgotha: “Het is volbracht”. “Het is geheeld”, is misschien een nog betere vertaling. De breuk tussen God en de mens is geheeld, door het offer van Jezus. Jij hoeft die breuk niet meer te helen, maar je mag rusten in het volbrachte werk van Jezus.
“Maar ik wil toch niets liever dan rust en vrede te vinden in Christus, dat Hij op de eerste plaats staat in mijn leven, dat ik Hem mag dienen,” zeg je. Vertel dat maar aan Hem. Hij wacht erop om je genadig te zijn. Geef je maar aan Hem over en houd je handen maar op. Hij is getrouw. Heb je nooit eens in de kerk gezeten net alsof heel de preek voor jou was? Dat de Heere je als het ware een omhelzing gaf? Wat was het dan goed. Dan zijn er geen puzzels. Dan gaat de kerk te vroeg uit. Dan is de preek te kort. Een klein voorproefje van wat wacht voor hen die de Heere Jezus durfden aannemen.
Hartelijke groeten en Gods zegen,
Evangelist J. W. N. van Dooijeweert
Even ter aanvulling; van welk woord in de Bijbel komt ons woord “aannemen”?
λαμβανω lam’bano, ww
Vertaling:
1) nemen
1a) met de hand nemen, grijpen, om te gebruiken
1a1) iets oppakken dat gedragen moet worden
1a2) op zich nemen
1b) nemen om weg te brengen
1b1) zonder geweld, d.w.z. wegnemen, verwijderen
1c) nemen wat eigendom is, tot eigendom maken
1c1) opeisen, aanschaffen
1c1a) aan zich verbinden als metgezel, bediende
1c2) van dat wat eenmaal genomen en niet losgelaten wordt, de hand leggen op
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
ik wil je het volgende boekje aanbevelen: de zekerheid van het geloof, van Ebenezer Erskine of ook Het merg van het evangelie van Edward Fisher. dit zijn heel mooie boeken met rijke inhoud. Deze mannen durven af te rekenen met wat in onze gemeenten (hoezeer ze me ook geliefd zijn) wel eens als regel worden verheven.
Het Woord, Jezus Christus alleen, is het fundament van het geloof en de zaligheid. Niet de offers die ik breng, niet de tranen die ik pleng (ja toch wel tranen hoor, maar die zijn niet altijd nat....zieletranen) kunnen redden...!
Sterkte!
Jezus wil ons graag vrijmaken van de zonden in daden.
Johannes 8: 31 Jezus dan zei tegen de Joden die in Hem geloofden: Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, 32 en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken... 34 Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde... 36 Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.
Hij kan ons helpen als we werkelijk alles los willen laten. Je kunt eens kijken hoe dat bij de discipelen was, die Jezus riep om hem te volgen (bijv. Markus 1: 16-20 en Luk 9: 23-26 en Luk 14: 33). De christenen in de bijbel waren dagelijks samen om over God te praten. Dat zie je al bij Jezus en de discipelen, maar ook in Hand. 2: 42-47. Als christenen elkaar dagelijks helpen om op de smalle weg te lopen, dan is het veel gemakkelijker om dichtbij God te leven. Jammer dat vandaag de dag dat vaak niet meer het geval is, dat de mensen al hun vrije tijd voor God besteden. Dat verhindert de zegen van God en de hulp bij het gevecht tegen de zonden. De zonden scheiden ons van God en dat willen we toch niet. Maar dan moeten we er ook alles voor doen om niet in de zonde te vallen en dicht bij God te leven. Jammer dat het tegenwoordig normaal geworden is op zondag naar de kerk te gaan en misschien noch 1 keer in de week naar een bijbelstudie in plaats van elke dag samen te komen zoals de christenen in de bijbel. Dat laat ook iets zien over het interesse aan God en over de liefde tot mijn broeders.
emaildfj1@gmail.com