Besprenging met water
Ds. H. D. Rietveld | Geen reacties | 05-04-2014| 10:50
Vraag
In evangelische kringen wordt beweerd dat een doop alleen geldig is door onderdompeling (naast dat het bij hen natuurlijk verboden is om zuigelingen te dopen). Nu vind ik nergens in de Bijbel een doopbevel door onderdompeling, noch een steekhoudend voorbeeld daarvan. Hooguit staat er na afloop van de doop, dat ze uit het water “opkomen” (Jezus/Moorman). Maar als ik tot mijn middel in het water sta en weer naar de kant ga, kom ik ook uit het water op. Of lees ik ergens overheen?
Daarnaast is besprenging met water een voluit bijbels gebruik en een teken van reiniging in het Oude Testament (bijvoorbeeld Numeri 19:13 en Ezechiël 36:25). In hoeverre is het mogelijk dat er in het Nieuwe Testament zelfs helemaal nooit door onderdompeling gedoopt is en alleen door besprenging, waarbij de dopeling al dan niet tot zijn middel in het water staat?
Antwoord
Het is inderdaad vanuit het Nieuwe Testament niet af te lezen dat doop alleen door onderdompeling zou moeten plaatsvinden. In Jeruzalem zal op de Pinksterdag geen diep water zijn geweest waar drieduizend mensen konden worden gedoopt. Het is inderdaad zo dat men bij laag water in een rivier helemaal languit achterover gaat om dan weer omhoog gebeurd te worden.
Maar we moeten niet twisten om de vorm van de doop. In de Didache, een soort kerkorde voor de eerste gemeenten in het begin van de tweede eeuw, wordt eenvoudig gezegd: "Doop in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest met stromend water. Indien u geen stromend water hebt, doop dan met ander water. Indien het niet mogelijk is met koud water, dan met warm. Indien u geen van beide ter beschikking hebt, giet dan driemaal water over het hoofd in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest."
We lezen dus dat in die tijd bij voorkeur de doop in stromend (rivier)water plaatsvond maar dat in de praktijk ook begieting was toegestaan! Als er maar water en de drieënige Naam aan te pas kwamen.
Besprenging is inderdaad ook een Bijbelse vorm. We komen die tegen in I Petrus 1:2 en Hebreeën 12:24. Het gaat daar over de besprenging met het bloed van Christus. Dit naar analogie van de besprenging met bloed, die Mozes over het volk Israël deed (Exodus 24:8 en Hebreeën 9:19). Er werd niet alleen met bloed, maar ook met water der reiniging gesprenkeld, zo lezen we in Numeri 19:13, 18-21 en Ezechiël 36:25.
We concluderen n.a.v. deze Schriftgegevens dat de reiniging, de verzoening van zonden door het bloed van Christus de hoofdzaak is en dat de geldigheid daarvan niet afhankelijk is van de vorm van het teken.
Ds. H. D. Rietveld
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. D. Rietveld
- Geboortedatum:06-11-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nijkerk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
emeritus