Verplichting t.o.v. aangetrouwd kind
Ds. L. Krooneman | 1 reactie | 26-03-2014| 09:20
Vraag
Bij een huwelijk krijg je als aangetrouwd kind een vader en een moeder en als ouders een kind erbij. Dat brengt wederzijdse bijzondere verplichtingen met zich mee. Denk onder andere aan het vijfde gebod voor het kind en de zorg van de ouders voor de schoondochter/zoon(2 Kor.12:14). Als er door de dood van je eigen kind de band met de schoondochter/zoon verbroken is, dan neem ik aan, dat deze bijzondere verplichtingen t.o.v. elkaar ook niet meer gelden?
Antwoord
Beste vraagsteller,
U stelt een behoorlijk zakelijke vraag waar zeer waarschijnlijk een moeilijke situatie met veel verdriet achter schuil gaat. U schrijft over het sterven van uw eigen kind. Als dit op uzelf betrekking heeft dan moet het heden en het verleden een zeer moeilijke tijd voor u zijn (geweest). Een vrouw die haar man verliest noemen we een weduwe. Een kind dat zijn ouders verliest noemen we een wees. Maar een ouder die een kind verliest daar hebben we geen woord voor. Dat verdriet is te groot om in woorden te vatten. Naast het diepe verdriet zijn er ook nog de vele moeilijke vragen die dan als ouder op je afkomen. En één van die vragen kan zijn wat na het sterven van je eigen kind de verplichtingen zijn tegenover je schoondochter of schoonzoon.
Eerst iets over de wederzijdse verplichtingen van ouders voor getrouwde kinderen en van getrouwde kinderen voor ouders. Voor zowel kinderen als voor ouders verandert er iets in deze plichten met het aangaan van een huwelijk. De zorg van een getrouwde man is allereerst gericht op zijn vrouw. De zorg voor zijn ouders komt daarmee op de tweede plaats te staan. Datzelfde principe is ook van toepassing op de zorg van ouders voor hun kinderen. Hun eerste zorg gaat uit naar elkaar en naar de ongetrouwde onvolwassen kinderen om hen op te voeden tot zelfstandigheid. De zorg voor getrouwde en volwassen kinderen komt hiermee op een tweede plaats te staan.
Wat wil ik hiermee zeggen? Dat de zorg voor uw getrouwde kinderen al anders was, ook toen uw getrouwde zoon of dochter nog leefde, dan uw zorg voor hen toen zij nog niet getrouwd waren. En door het sterven van uw eigen kind is deze zorg inderdaad nog anders geworden voor uw schoonzoon of schoondochter. Wettelijke bijzondere verplichtingen zijn er dan niet meer. Dat is puur zakelijk gezien. De Bijbel maakt duidelijk dat de dood het huwelijk ontbindt. Wanneer degene die achterblijft ooit in zijn of haar leven een andere echtgenoot zou krijgen, krijgt hij of zij daarbij ook nieuwe schoonouders.
U voelt wel aan dat er meer is dan het zakelijke aspect. Ik zou uw situatie beter moeten kennen om u een goed antwoord te geven. Als de vraagstelling opkomt vanuit uw eigen situatie, dan moet uzelf door zeer diepe wegen gaan. Tegelijk moet ook uw schoondochter of schoonzoon, als het goed is, door zeer diepe wegen gaan. Wat is er op zo’n moment beter en dieper dan dat schoonmoeder of schoonvader en schoondochter of schoonzoon elkaar tot een hand en een voet mogen zijn? Ook een vraag die hierbij gesteld mag worden is wat de wens van de overledene geweest zou zijn. We hebben vanuit Gods Woord allen de opdracht om onze naaste (dat is allereerst degene die op ons pad geplaatst wordt) lief te hebben. We kunnen dus nooit zomaar afstand nemen. Bij alles in het leven heeft een christen altijd weer te bedenken: Wat zou Jezus doen? Dat is niet altijd de makkelijkste weg, maar wel de beste weg.
Ik wens u van harte Gods nabijheid toe in deze moeilijke weg. Dat Jezus Christus een Troost en Toevlucht zal zijn voor u en voor al degenen die treuren.
Met een hartelijke groet,
Ds. L. Krooneman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. L. Krooneman
- Geboortedatum:28-06-1984
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Schiedam
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ds. stelt: Een vrouw die haar man verliest noemen we een weduwe. Een kind dat zijn ouders verliest noemen we een wees. Maar een ouder die een kind verliest daar hebben we geen woord voor. Dat verdriet is te groot om in woorden te vatten.
Als jonge weduwe met twee tienerkids heb ik dat ook vaak aan moeten horen, wat een pijn deed -en doet- dat, alsof het verdriet van mij en mijn kinderen minder groot zou zijn dat dat van mijn schoonouders...
We hebben allemaal een enorm verdriet, niet meer of minder groot, wel allemaal anders groot.
Vergeet trouwens ook niet de broers en/of zussen van de eigen familie en de schoonfamilie!
Ook zij leven verder met verdriet om de geliefde die ze zo vroeg uit hun midden moesten missen.
Voor die rouwende broers en zussen kent onze taal ook geen woord...