Vragen over het paradijs

Hoelang leefde Adam voor Eva geschapen werd? En hoelang hebben zij samen in het paradijs geleefd? Ik kan in de Bijbel niks vinden wat hier een antwoord op zou kunnen geven. Wel lijkt het me zo dat de vruchten die in het paradijs groeiden niet eeuwig rijp bleven... Maar de seizoenen zijn pas ontstaan na de zondvloed. Weet u hier misschien een antwoord op?

Beste vraagsteller,

In Genesis 2 staat beschreven dat Adam de toezegging ontvangt dat hij een vrouw zal krijgen (een hulp die bij hem past), maar er wordt geen tijdsverloop genoemd. Eva wordt gemaakt uit een rib van Adam nadat deze dieren een naam heeft gegeven. Wanneer wij de gebeurtenissen in Genesis 1 en 2 met elkaar verbinden, blijkt dat Adam en Eva op dezelfde dag geschapen zijn, namelijk op de zesde dag. A. S. Kulikovsky bespreekt in zijn boek “Creation, Fall, Restoration” de vraag of de naamgeving van de dieren niet veel langer dan een dag in beslag nam. Hij gaat in het op aantal ‘basissoorten’ en meent dat het er slechts een paar duizend waren. Het is overigens nog de vraag of de mens letterlijk alle dieren een naam gaf, of slechts die zich in zijn nabijheid bevonden.

Het is onduidelijk hoe lang Adam en Eva in het paradijs geleefd hebben, omdat de Bijbel daar niet over spreekt.

Hoe de vruchten groeiden in het paradijs is voor ons onbekend, maar inderdaad zullen ze niet steeds rijp gebleven zijn. Sommige uitleggers menen dat daarom de dood reeds aanwezig was in het paradijs. Het is echter van belang dat het woord ‘dood’ in de Bijbel slechts verbonden wordt met dieren en mensen, nooit met planten en bomen, omdat die geen nefesj (ziel) hebben.

De aankondiging van de seizoenen staat in Genesis 8:22, maar hoe de situatie daarvoor was, is voor ons niet goed te achterhalen (al zijn er wel theorieën over). Blijkbaar is het niet de bedoeling van het boek Genesis om ons veel historische details te vertellen, maar ligt de nadruk op Gods handelen met de mensheid: ondanks zonde en afval van de mens gaat Hij door met Zijn daden. De oordelen en beloften zijn bedoeld om ons aan te sporen Hem te dienen.

Prof. dr. M. J. Paul