Gods vreugde
Ds. P.C. van Keulen | 4 reacties | 22-02-2014| 11:32
Vraag
Heeft God vreugde in materiële dingen, zoals dingen die wij maken of die wij krijgen? Voorbeeld: Stel ik heb een website die gaat over christenen in het buitenland. Kan God dan denken: “Wat heb jij die website mooi gemaakt”, of zal het Hem dan alleen maar om de inhoud gaan (om het idee)? Zou God niet denken -los van de kerkdiensten- “Wat een mooi kerkgebouw hebben jullie toch ontworpen.” Of stel ik (als christen) ontwerp een auto, zal God denken: “Prachtig ontwerp m'n kind!” Of is het zo dat in de materiële dingen die wij als mensen maken geen vreugde te vinden valt voor de HEERE? En tot slot, wat zegt de Bijbel daar dan over?
Antwoord
Beste vragensteller,
In de tijd van Haggai woonde men in fraai overdekte huizen; we lezen niet dat God daarover boos of verdrietig was, het werd door Hem niet afgekeurd. Kain bouwde de stad Henoch, hoe gering die stad ook geweest zal zijn; ook hier geen afkeuring. Later gingen de mensen in het land Sinear wonen en begonnen een stad met een toren (Babel) te bouwen; toen God neerdaalde om de stad en de toren te bezien sprak Hij over het ontwerp en de bouw op zich geen afkeuring uit.
Op zich mogen er mooie dingen, ontwerpen, zijn, ook in de tempel(dienst) is dat zichtbaar geweest. Je zou dus kunnen zeggen, mensvormig, dat God daar vreugde over had, zeker als we de talenten die Hij ons geeft goed gebruiken, al hebben we als mensen wel te waken voor overdadigheid.
De fraai overdekte huizen in de tijd van Haggai, de steden, hoe fraai ook, mochten gebouwd worden. Geen afkeur van God over het materiële, maar er blijkt wel iets anders te spelen waardoor God er geen vreugde over had, namelijk hóe men bezig was. In de tijd van Haggai liet men de herbouw van het huis van de HEERE achterwege en daarom kwamen er tegenslagen voor het volk. Bij de (toren)bouw van Babel was men ongehoorzaam aan de woorden van de HEERE, namelijk dat de mensen de aarde moesten vervullen en daarom gaf Hij de spraakverwarring.
Naar aanleiding van deze enkele voorbeelden mag duidelijk zijn dat mooie dingen er mogen zijn, ontworpen mogen worden, maar zien we ook hóe we hebben bezig te zijn, met welke intentie, dat moeten we ons altijd afvragen. Zijn we slechts bezig voor onszelf, eigen eer, eigen welzijn en dat we zo God op de zoveelste plaats zetten? Leven we in alle dingen met het oog op Hem?
Hetzij dat u eet, hetzij dat u drinkt, het zij dat u iets anders doet, doet het alles tot de eer van God!
Een hartelijke groet,
Ds. P. C. van Keulen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.C. van Keulen
- Geboortedatum:17-06-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Bodegraven
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Zie, Ik heb Bezaleël, de zoon van Uri, de zoon van Hur, uit de stam Juda, bij zijn naam geroepen.
Ik heb hem vervuld met de Geest van God, met wijsheid, inzicht, kennis en allerlei vakmanschap,
om ontwerpen te bedenken en om die uit te voeren in goud, zilver en koper;
en om edelstenen te bewerken en in te zetten, en om hout te bewerken, dus om allerlei werk te verrichten.
En Ik, zie, Ik heb Aholiab, de zoon van Ahisamach, uit de stam Dan, aan hem toegevoegd. En in het hart van ieder die vakkundig is, heb Ik wijsheid gegeven zodat zij alles kunnen maken wat Ik u geboden heb:
Toen ik dit voor het eerst heel BEWUST las, was ik echt verwonderd. Dat God mensen vervult met Zijn Geest zodat ze wijsheid, kennis en inzicht hebben om dingen te maken! Dit is zo mooi...! God kan ons dus helpen om dingen te maken tot eer van Hem!
Als christenen moeten we de algemene genade van God voor heel het menselijk geslacht niet onderschatten, eigenlijk zou de zonde het leven hier op aarde veel ondraaglijker moeten maken dan het in werkelijkheid is.