Teksten van Jehovah's Getuigen
Ds. C. den Boer | Geen reacties | 18-02-2014| 12:26
Vraag
Ik ben een jonge vrouw van 23 jaar. Ik ben in gesprek geraakt met Jehovah's Getuigen, met name over de Godheid van Jezus. Nu zijn er genoeg teksten in de Bijbel die dit bewijzen. Maar op twee teksten waar zij mee aankomen weet ik niet goed antwoord te geven. Dit zijn Markus 13:32 en 1 Korinthe 15:28. Markus 13:32: “Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in den hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader.” Meestal wordt dit uitgelegd met het feit dat Jezus dit als mens inderdaad niet wist. Maar Hij is toch juist ook Zoon God? Hoe moet dit uitgelegd worden? 1 Korinthe 15:28: “En wanneer Hem alle dingen zullen onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden Dien, Die Hem alle dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.” Hier staat dat de Zoon aan de Vader onderworpen zal worden. Hoe moet dit uitgelegd worden terwijl wij toch geloven dat de Zoon niet minder is dan de Vader? Ik ben benieuwd naar de uitleg van deze teksten, alvast mijn dank hiervoor.
Antwoord
Inzake Marc.13:32: Het gaat hier over Jezus als de Zoon van God. Als God-menselijke Middelaar is Hem is volgens deze tekst niet geopenbaard door de Vader wanneer de dag en het uur van Zijn wederkomst zal zijn. Dat Jezus eerst later bepaalde dingen naar Zijn menselijke natuur heeft geleerd en geopenbaard, is te lezen in Luk. 2:52. Uiteraard gaat het dan over Jezus als mens. Zo zouden we ook kunnen zeggen dat Hem op het moment, als Hij de woorden van Marc. 13:32 uitspreekt als Middelaar de dag en het uur van Zijn wederkomst nog niet bekend/geopenbaard zijn. Vgl. ook Hand.1:7 en 1 Thess.5:2. Lees ook nog eens het prachtige hoofdstuk Openb.5. Daarin wordt gesproken over het boek van het Lam dat verzegeld is en later wordt geopend. Het is Gods wijsheid dat Hij de dag van Christus’ wederkomst zelfs voor Christus in Zijn aardse omwandeling verborgen heeft gehouden. Laat ieder er maar mee rekenen dat die dag komt als een dief in de nacht en dat wij tijd genoeg krijgen om ons intijds te begeven tot de Zaligmaker om behouden te worden.
Inzake 1 Kor.15:21: In Ef. 1:9v is sprake van een 'recapitulatie' of samenvatting, het onder één Hoofd Christus samenbrengen van al het geschapene in de volheid der tijden. Als dat is geschied, wordt de schepping weer als een gaaf geheel aan de Vader ter beschikking gesteld en zal “ieder Hem juichend eer geven.” Dan is ook de arbeid van Jezus als Middelaar ten einde. Daarom kan Hij dan ook zijn opdracht teruggeven aan Zijn Vader en buigt Hij Zich als Zijn Zoon voor Hem neer. Dat betekent niet dat de Zoon minder is dan de Vader. God drieënig betekent dat ook Jezus eenswezens is met de Vader (deelhebbend aan hetzelfde Goddelijke wezen en niet slechts van een gelijk wezen met de Vader). Zie de Geloofsbelijdenis van Nicea en Athanasius.
Ds. C. den Boer (Barneveld)
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'