Bewogen jongerenwerker
Ds. W. Arkeraats | 2 reacties | 17-02-2014| 15:05
Vraag
Ik ben voor m'n studie een aantal jaren geleden verhuisd van de Veluwe naar 'de grote stad'. Ik ben daar lid geworden van een grote confessionele PKN-gemeente. Aangezien er veel jeugd is, zijn er meerdere catechisatiegroepen, die niet allemaal door de predikant geleid worden. De gemeente is wat ‘ingeslapen’, er zijn weinig actieve leden, er is een chronisch tekort aan ambtsdragers. Om een lang verhaal kort te maken, ik geef nu samen met een vriend (beiden 23 jaar) catechisatie aan een groep jongeren van 14-18 jaar. Een bijzondere verantwoordelijkheid die we verantwoord proberen uit te voeren. De groep is ‘kleurrijk’: een zwangere meid, een pleegkind, een autistische jongen en een paar jongens voor wie het leven bestaat uit voetbal en uitgaan. Daarnaast is er een jongen (16) bij die al problematisch veel drinkt en blowt. Ik moet zeggen, het zijn gezegende avonden: de Bijbel gaat open, er wordt gebeden en er wordt open gesproken over de vaak terechte vragen die de jongelui hebben. Misschien zijn wij door onze leeftijd nog wat toegankelijker; er komen regelmatig flinke persoonlijke problemen aan bod. Toch... ik ben bang dat als ze binnen een paar jaar het ouderlijk huis verlaten, de kerk ook definitief vaarwel zeggen. Ik hoop dat u begrijpt wat ik bedoel. Ze gaan puur uit verplichting naar de kerk en de catechisatie, maar ze proeven de rijkdom die God schenkt niet. De ouders geven daarbij vaak geen goed voorbeeld: sommige drinken zelf ook veel of zijn grof in woord en daad. Voor de meesten is de catechisatie, al dan niet naast de kerkdienst, het enige stukje ‘geloofsopvoeding’ wat ze krijgen. Ik wil daar niet over oordelen (ik kan niet in hun harten kijken) maar het gedrag van de jongelui zal daaruit voortkomen. Als ik deze groep vergelijk met leeftijdsgenoten van mij... toen ik hun leeftijd had, hadden veel al de kerk verlaten. Ik weet dat zulke zaken niet in mijn hand liggen, maar in de Zijne. Toch, als m’n kompaan en ik napraten over de catechisatielessen, komt bij ons telkens weer de vraag: wat kunnen we doen om deze jonge gasten, naar wie ons hart uitgaat, te helpen? We hebben dit met een ouderling en de predikant besproken. Ze erkennen het probleem, maar hebben het idee weinig te kunnen doen vanwege de instelling van meerdere ouders. De dominee: “We zijn blij dat ze nog in de kerk zitten, we hopen en bidden dat het Woord ze raakt.” Toch word ik gepijnigd door de vraag: wat kan ik doen?
Antwoord
Beste broeder (zo noem ik je graag),
Er spreekt grote bewogenheid uit je vraag ten opzichte van de jongeren, die aan jullie zorg zijn toevertrouwd. Het is een groot voorrecht als je het zo beleeft. Uiteraard kunnen we eigenlijk geen enkel werk in de gemeente doen zonder een warm hart, maar dat geldt toch wel in dubbele mate als het gaat om jongeren op het grensvlak van ‘kerk en wereld’. Tegelijk is het een bewogenheid, die dikwijls samenvalt met een grote verlegenheid. De jongeren zijn er -je bent er dankbaar voor- maar voor hoe lang? Of voor hoe kort?
Je vraag is herkenbaar. In gedachten zie ik de vele catechisanten die ik ontmoette, aan mij voorbij trekken. Van verschillende weet ik gelukkig dat zij aan de dienst van de Heere trouw bleven, soms zelfs ook actief in de gemeente werkzaam mochten zijn. Maar van velen weet ik ook dat ze ‘afhaakten’, ook als ze in een meelevend gezin opgroeiden. Het eerste maakt je dankbaar, bij het andere voel je altijd de pijn.
Het is goed jezelf af te vragen hoe je hen ‘bij de kerk’ kunt houden. Maar wat blijkt dat moeilijk te zijn. Wat je ook doet: je ziet hen van kerk en geloof vervreemden (al merk je terecht op, dat we niet in hun hart kunnen kijken).
Of er praktische tips zijn, om dat te voorkomen? Soms kwam ik ze tegen in een blad voor en over jongeren. Maar het zijn nooit algemene stelregels. Iedere situatie is immers weer anders. Eens las ik van een jeugdwerker, die moeilijk benaderbare jongeren uitnodigde om bij hem thuis te komen eten. Bewonderenswaardig. Maar het moet je wel ‘liggen’ en het moet ook in een gezinssituatie zijn in te passen. Ik vond het heel mooi, zo’n initiatief, maar ik zou het niet graag aan iemand ‘opleggen’. Maar soms is iemand heel creatief en bedenkt hij iets, dat bij zijn situatie past. Maar ik besef intussen dat het moeilijk is om concrete adviezen te bedenken die voor iedereen bruikbaar zijn.
Toch zijn er ook positieve dingen, vind ik. Hoe moeilijk het ook is om in de genoemde omstandigheden te catechiseren, ik vind het toch een voorrecht dat ze er in ieder geval zijn! Ik ken voorbeelden van jongeren uit meelevende gezinnen die met geen stok naar de catechisatie zijn te krijgen. En áls ze er zijn, zitten ze soms hun tijd uit - meer niet. En jullie ontmoeten jongeren, die bepaald geen positieve thuis-situatie kennen.
Hoe het verder met hen zal gaan? Dat geeft jullie reden tot veel zorg. Terecht. Maar toch bidden we dan de Heere, of Hij hen wil vasthouden. En we kennen toch ook de voorbeelden van mensen, die -soms na jaren- in het hart gegrepen werden, mede door een eenvoudig stukje onderwijs in hun jeugd?
Dat maakt je niet gemakzuchtig. De diepe zorg blijft en je zult wegen blijven zoeken, om deze jongeren te bereiken met het heerlijke evangelie. Maar tegelijk is er de ootmoedige belijdenis dat wij geen harten kunnen veranderen - én de rust in de wetenschap, dat de Heere Zijn werk in stand houdt. Ook ondanks al onze zorgen en teleurstellingen. Dat geeft een heilig, ontspannen gevoel, dat we mogen zaaien en het verder ten diepste aan de grote Landman mogen overgeven.
Ik ben dankbaar voor je vraag, ondanks het feit dat ook ik je niet een concrete handleiding kan geven. Van harte wens ik je -samen met je ‘kompaan’- de zegen en de vreugde toe die de Heere wil geven aan hen die Hem dienen.
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ze vertellen jou vaak meer dan dat ze aan hun vrienden (laat staan hun ouders) vertellen en dat kan inderdaad soms best wel heftig zijn.
Je kan deze gasten natuurlijk niet bij de kerk houden, dat kan alleen God. Maar je kan wel proberen de groep bij elkaar te houden door als groep "dingen te doen". En dat kan van alles zijn; eten, praten, sporten, "stappen...". De kans voor gesprekken komt wel. Door de gesprekken ontstaan er vaak vriendschappen dit een levenlang overeind blijven.
Zaaien en oogsten vallen niet samen. Ik heb van die "gasten" zie verdwijnen en ze rond hun 25ste weer terug zien komen, eventueel in een andere kerk/gemeente. Daar wordt ik heel dankbaar van.
Veel zegen op je mooie werk. Die "gasten" zijn de toekomst van onze kerken. Wat er ook gebeurt, blijf met ze in gesprek. Want als ze van iemand wat aannemen is het wel van jou!
Je mag erop vertrouwen dat God zal (laten) oogsten wat jij biddend gezaaid hebt.