Gaven van de Geest bij kinderdopers
prof. dr. M.J. Paul | 1 reactie | 05-02-2014| 16:00
Vraag
Ik vraag me af, zijn er eigelijk broeders en zusters die voor de kinderdoop zijn maar wel de gave van de geest uitleven, zoals profeteren, genezen van zieken, demonen uitwerpen en tongentaal? Of komt dit alleen bij volwassendopers voor? Verder neem ik aan dat voor deze gaven een doop niet per se nodig is, of is er wel een doop van de Heilige Geest nodig voor deze gaven?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Laat ik voor de duidelijkheid eerst een paar onderscheidingen aanbrengen. Het werk van de Geest betreft veel zaken. Hij bewerkt het geloof in Christus met daarbij de vergeving van zonden (de wedergeboorte). Dit is het begin van het christelijke leven. Tevens bewerkt de Geest de vrucht die in Galaten 5:22 genoemd wordt. Als het goed is, komen in het leven van elk kind van God zaken als liefde, blijdschap, vriendelijkheid, geduld en zachtmoedigheid naar voren. “Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen” (vers 25).
Bij de gaven van de Geest ligt het anders. Deze zijn niet in gelijke mate het deel van alle gelovigen. In 1 Korinthe 12:4-11 worden allerlei gaven genoemd, maar er is verscheidenheid. De Geest deelt aan ieder afzonderlijk uit zoals Hij wil. Deze verscheidenheid is te vergelijken met een menselijk lichaam: hoofd, arm, been, voet, enz. De gaven van de Geest in de leden van de gemeente vullen elkaar aan, tot opbouw van de gemeente. Aan het eind van het hoofdstuk staat de vraag: “Hebben zij soms allen genadegaven van genezingen? Spreken zij soms allen in talen? Zijn zij soms allen uitleggers?” (vers 20). Paulus vindt het niet belangrijk dat iedereen alle gaven heeft en hij waarschuwt dat de gaven niet voor eigen eer gebruikt mogen worden. Wel is het belangrijk te streven naar de gaven (vers 21 en 14:1), waarbij de liefde (13:1-13) van groot belang is voor de manier waarop de gaven behoren te functioneren.
In de eerste vijf eeuwen van de kerkgeschiedenis kwamen veel van deze gaven voor, ongeacht de vorm van doop die men bediende. Om allerlei redenen is de aanwezigheid van deze gaven verminderd (bijgeloof, ritualisering, verwereldlijking, enz.). Toch zijn de gaven in beperkte mate altijd gebleven.
Een mooi boek over dit onderwerp en over de herleving in de laatste eeuw, ook in de traditionele kerken, is R. J. A. Doornenbel en P. A. Siebesma (red.), “Gaven voor de gemeente. Over het werk en de gaven van de Heilige Geest” (Boekencentrum te Zoetermeer, 2005).
In hoofdstuk 8 staan voorbeelden van gemeenten waarin de kinderdoop gepraktiseerd wordt en waar ook de gaven van de Geest functioneren, onder andere in Chili en Ghana.
In Nederland ken ik allerlei christenen in de traditionele kerken die in tongentaal spreken, bijzondere genezingen meemaken en betrokken zijn bij bevrijdingen van demonische machten. Ook zijn er reformatorische christenen die ervaren dat ze van Godswege een profetie ontvangen.
Calvijn ziet de vermindering van geestelijke gaven in de kerkgeschiedenis soms als een noodzakelijke zaak (de gaven zijn niet meer nodig), maar hij zegt ook dat onze zonden dat veroorzaakt hebben. Het functioneren van speciale gaven (apostelschap, profetie) kan God in bijzondere situaties ook in later tijd weer geven (vgl. Institutie IV,3,4).
De gaven lijken in onze omgeving overvloediger te functioneren in gemeenten met uitsluitend de volwassendoop. Dit heeft mijns inziens niet zozeer te maken met de dooppraktijk als wel met de geloofsovertuiging of de gaven van de Geest ook voor onze tijd zijn, of niet. Wie weinig bidt om die gaven en zich er niet naar uitstrekt (zoals Paulus aanbeveelt), zal ook weinig ontvangen.
Nu in onze tijd de afval zo sterk toeneemt in West-Europa, en allerlei duistere krachten opkomen, is het des te meer nodig het onderwijs van Gods Woord over de gaven van de Geest ter harte te nemen. We mogen bidden dat de Heere -evenals in de tijd van het Nieuwe Testament, de vroege kerk- Zijn gaven schenkt tot opbouw van de gemeente en tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Daarbij is het niet aan ons wat wij wenselijk vinden, maar bepaalt de Geest welke gaven Hij uitdeelt (1 Kor. 12:11).
Over de doop met de Heilige Geest wordt verschillend gedacht. Zelf zie ik deze vooral als een toerusting tot het christelijke leven, omdat in het Oude Testament de Geest ook zo functioneert en het Nieuwe Testament in die lijn verdergaat. De Geest is nodig voor koningen (Saul, David) en profeten. In het blad “De Waarheidsvriend” van 8 en 15 mei 2008 heb ik geschreven over “De doop met de Heilige Geest”. De tekst daarvan is na te lezen via www.digibron.nl
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: