Doodstraf in OT
prof. dr. M.J. Paul | 1 reactie | 20-12-2013| 12:57
Vraag
In de Bijbel kunnen we meerdere malen lezen dat de doodstraf wordt toegepast wanneer men de regels overtreedt. In Deuteronomium 21:18-21 kunnen we lezen dat de doodstraf zelfs toegepast mag worden op kinderen. Hoe moet ik dit in deze tijd interpreteren? Hoe kijken jullie tegen de doodstraf van kinderen aan?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Veel Bijbellezers zien de wetten als losstaande voorschriften. Het is van belang te beseffen dat de wetten in Deuteronomium 12-26 uitwerkingen vormen van de Tien Geboden in hoofdstuk 5. Zo is het gedeelte 16:18-18:22 een uitwerking van het vijfde gebod. De bepaling “Eert uw vader en uw moeder” wordt daar toegepast op allerlei gezagsdragers: rechters, koning, priesters, levieten en profeten. Daarna komt de uitwerking van het zesde gebod “Niet doodslaan”. Wat zijn de onderwerpen die vanaf hoofdstuk 19 aan de orde komen? De vrijsteden waarheen mensen kunnen vluchten die per ongeluk een ander gedood hebben, straf op vals getuigenis, oorlogswetten, hoe te handelen wanneer een lijk in het open veld gevonden wordt, vrouwen in krijgsgevangenschap en de begrafenis van mensen die de doodstraf ontvangen. In dat rijtje van onderwerpen die met het zesde gebod te maken hebben, staat ook de mogelijkheid van doodstraf voor kinderen.
De situatie wordt geschetst dat een zoon voortdurend ongehoorzaam is en zich ook niet door straf laat corrigeren. In dat geval mogen de ouders hun zoon naar de rechters brengen. Ze verklaren daar dat hun zoon zich te buiten gaat en een dronkaard is. In dat geval mag een veroordeling tot steniging uitgesproken worden.
Wat is de bedoeling van deze wet? Die is vooral bedoeld als waarschuwing: laat het niet zover komen! Mozes geeft veel waarschuwingen en aansporingen en daar past ook deze wet in. De Joodse rabbijnen geven aan dat dit een wet is die nog nooit in de praktijk gebracht is (want welke ouder wil dit?) en vooral een didactische functie heeft. Tevens is de wet een bescherming voor de zoon, hoe vreemd dat ook klinkt. De ouders mogen namelijk hun kind niet eigenmachtig of in een opwelling doden (zoals in diverse andere culturen wel het geval was). Er is altijd een officiële rechtsgang nodig. Ook hier geldt wat in 19:18 staat, dat de rechters de zaak goed moeten onderzoeken.
Tevens is er nog een ander rechtsbeginsel, dat in 19:21 staat: “Leven voor leven, oog voor oog, tand voor tand.” Dat is geen wrede vergelding, maar een bepaling van de strafmaat. Als iemand een oog van een ander verblindt, mag de dader gestraft worden met een soortgelijke straf. Dus de strafmaat is afhankelijk van de zwaarte van de overtreding (en niet mateloos zoals bij Lamech in Genesis 4:23-24). Op grond daarvan moeten kinderen beseffen dat zij gestraft kunnen worden bij voortdurende ongehoorzaamheid en wangedrag. Dit is in nagenoeg alle gevallen een minder erge straf dan de doodstraf.
Op grond hiervan kunnen we stellen dat de doodstraf in de praktijk niet toegepast werd en dat de wet vooral een waarschuwende functie heeft. De vraag naar de toepassing in onze tijd vervalt daarmee.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: