Innerlijk leeg
Ds. B. de Romph | 1 reactie | 18-12-2013| 14:37
Vraag
Al een tijdje heb ik dat ik me innerlijk leeg voel! Ik heb geprobeerd om dit te vullen met tijdsbesteding, geprobeerd om een relatie aan te gaan, maar dit lukt niet. Ik kom er niet achter wat het is. Zou dit te maken hebben met het geloof, dat je je zonden voelt of dat bekering alleen vervulling geeft? Zou je je ook leeg voelen als je je zonden voelt?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Hartelijk dank voor de vraag die je me voorlegt. Het is een heel persoonlijke aangelegenheid die je aan de orde stelt en je komt er niet uit. Laat ik in dit antwoord met je mee denken. Je hebt in je leven een leeg gevoel. Je hebt geprobeerd over dat gevoel heen te komen door allerlei activiteiten. Je zocht een relatie, maar dit heeft je niet de voldoening gegeven die je zocht. Ook denk je dat het met het geloof te maken zou kunnen hebben. En inderdaad is dat een belangrijke notie in je leven. De vrede met God geeft innerlijke voldoening. Maar het een is niet van het andere los te denken. Lichaam en geest zijn op elkaar betrokken.
Hoe komt het dat je in je leven geen voldoening hebt? Het leven is vol moeite en verdriet, maar het is toch ook een gave van God. Ondanks alle teleurstellingen geeft God ons toch nog veel zegeningen waarvan we genieten mogen. We mogen er ook van genieten. De Prediker zegt het in hoofdstuk 11:9 "Verblijdt u, o jongeling in uw jeugd en laat uw hart zich vermaken in de dagen van uw jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten en in de aanschouwing uwer ogen.” Daarop laat de Prediker wel volgen: “maar weet, dat God om al deze dingen, u zal doen komen in het gericht.” Dat laatste gedeelte van de tekst legt geen domper op het eerste. Eerst zegt de Heere: geniet maar van het leven en daarop volgt de vermaning: wees gewaarschuwd, want je komt voor het gericht. Maar het is liefde van de Heere voor ons leven. We mogen genieten van het leven, maar dat zet de deur niet open tot allerlei losbandigheid.
Ga nu eens in je leven na, wat voor zegeningen je hebt. En als je daarbij anderen ziet die het minder hebben, dan hebben we toch niet te klagen. Je hebt reden om dankbaar te zijn voor alles wat de Heere je in je leven geeft. Hebt een goed ouderlijk huis, studeert misschien of werk je al. Heb je vrienden, waarmee je goed contact hebt? Heb je werk naar je zin, of zijn er factoren die dat gevoel van leegheid in je wekken? Heb je dan geen voldoening in je werk? (ik ken je niet, daarom is het moeilijk voor mij om het te beoordelen). Je hebt een relatie gezocht, maar dat is niet gelukt. Leg al die vragen en zorgen voor de Heere neer. Vraag de Heere of Hij je een partner wil geven die bij jou past. Je moet het wat dat betreft biddend van de Heere verwachten. Lees dagelijks je Bijbel. Begin de dag niet dan nadat je de Heere gezocht hebt. Dat geeft al een zegen voor die dag. "Gods vriend’lijk aangezicht geeft vrolijkheid en licht voor alle oprechte harten” (Ps 97).
Het kan ook zijn, dat je met geestelijke dingen tobt. Wist je nu maar dat je de Heere toebehoorde. Dat zou de vervulling van je leegheid zijn. Dat is nog de belangrijkste vraag in je leven. "Onrustig is het hart, totdat het rust vindt in U”, schrijft de kerkvader Augustinus. Als je de Heere tot je deel hebt, dan geeft dat rust, vreugde en blijdschap in je leven. Dan kunnen er wel dingen zijn in je leven waar je het moeilijk mee hebt. Het ware te wensen dat je met deze vragen worstelde, want het antwoord daarop is Christus. Als je zo de leegheid van je leven gevoelt dat je God kwijt bent, dan zal dat zeker vervullen. “Hij is in deze wereld gekomen om te verbinden de gebrokenen van hart, om treurigen te troosten, terneergebogenen op te heffen, om de treurigen Sions te beschikken, dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwde geest.” Lees Jes. 61 nog maar eens door. Die zegen heb je voor nodig voor het dagelijks leven maar ook voor de toekomst. Van harte Gods zegen toegewenst en Hulp van Boven voor al je vragen.
Ds. B. de Romph
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. de Romph
- Geboortedatum:17-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Noordeloos
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. de Romph is op 24 juli 2019 overleden.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Als je God niet zoekt wordt het leven moeilijk en zwaar. We leven om God te dienen. Als je dat niet met al je kracht doet wordt je leven zinloos. Waarover zou je ook blijdschap kunnen hebben als je God niet kent?
Als je me wilt schrijven: emaildfj1@gmail.com
Salomohad 1000 vrouwen en begon andere Goden te dienen, helaas. Hij keerde zich van God af. Voor hem werd het leven ook zinloos:
Prediker 2:
1 Ik zei in mijn hart: Kom toch, ik zal u op de proef stellen met blijdschap, en zie daarom het goede aan. Maar zie, ook dat was vluchtig.
2 Over het lachen zei ik: Dwaasheid, en over de blijdschap: Wat brengt die teweeg?
3 Ik onderzocht mijn hart door mijn lichaam te verkwikken met wijn (mijn hart echter behield in wijsheid de leiding) en door dwaasheid aan te grijpen, totdat ik zou zien wat het beste is voor de mensenkinderen om onder de hemel te doen tijdens het getal van hun levensdagen.
4 Ik heb voor mijzelf grootse dingen tot stand gebracht:
Ik bouwde mij huizen,
ik plantte mij wijngaarden.
5 Ik legde mij tuinen en boomgaarden aan
en plantte daarin allerlei vruchtbomen.
6 Ik legde mij waterbekkens aan
om daaruit een bos met jonge bomen te bevochtigen.
7 Ik verwierf slaven en slavinnen
en de in huis geboren kinderen behoorden mij toe.
Ook had ik grote kudden runderen en kleinvee,
meer dan allen die vóór mij in Jeruzalem geweest zijn.
8 Ik vergaarde mij ook zilver en goud,
kostbaarheden van koningen en gewesten.
Ik zorgde voor zangers en zangeressen,
en de genoegens van de mensenkinderen: genot in overvloed.
9 Ik werd groter en nam toe,
meer dan allen die vóór mij in Jeruzalem geweest zijn.
Ook bleef mijn wijsheid mij bij.
10 Al wat mijn ogen verlangden,
onthield ik ze niet.
Ik ontzegde mijn hart
geen enkele blijdschap,
want mijn hart werd verblijd
vanwege al mijn zwoegen.
Dat was mijn deel voor al mijn zwoegen.
11 Toen richtte ik mijn aandacht op al mijn werken, die mijn handen gemaakt hadden, en op het zwoegen waarmee ik had gezwoegd om ze tot stand te brengen. Zie, het was alles vluchtig en najagen van wind. Daarin was geen voordeel onder de zon.
12 Daarna richtte ik mijn aandacht op het bezien van wijsheid, ook van onverstand en dwaasheid. Immers, hoe zal de mens die na de koning komt, doen wat al gedaan is?
13 Toen zag ik dat de wijsheid voorkeur heeft boven de dwaasheid, evenals het licht voorkeur heeft boven de duisternis.
14 De wijze heeft ogen in zijn hoofd, maar de dwaas wandelt in de duisternis. Toen merkte ik ook dat één lot hen allen treft.
15 Toen zei ik in mijn hart: Zoals het lot van de dwaas ook mijzelf treft, waarom ben ik dan toen zo bovenmate wijs geweest? Ik sprak in mijn hart: Ook dat was vluchtig.
16 Er is immers voor eeuwig niet meer herinnering aan een wijze dan aan een dwaas. Wat er nu is, wordt in de dagen die komen, allemaal vergeten. Hoe sterft de wijze met de dwaas?
17 Daarom haatte ik het leven, want het werk dat plaatsvindt onder de zon, leek mij kwaad. Het is immers alles vluchtig en najagen van wind.
18 Ik haatte ook al mijn zwoegen waarmee ik zwoegde onder de zon, zwoegen dat ik zou moeten overlaten aan de mens die er na mij zijn zal.
19 Want wie weet of die wijs zal zijn of dwaas? Toch zal hij beschikken over al mijn zwoegen waarmee ik, zij het met wijsheid, heb gezwoegd onder de zon. Ook dat is vluchtig.
20 Zo kwam ik ertoe mijn hart te doen wanhopen vanwege al het zwoegen waarmee ik had gezwoegd onder de zon.
21 Want is er een mens wiens zwoegen met wijsheid, met kennis en met bekwaamheid geschiedt, hij moet die als zijn deel overgeven aan een mens die er niet voor gezwoegd heeft. Ook dat is vluchtig en een groot kwaad.
22 Ja, wat heeft de mens aan al zijn zwoegen en aan wat zijn hart najaagt, waarvoor hij zwoegt onder de zon?
23 Want al zijn dagen zijn vol leed, zijn bezigheid is verdriet. Zelfs in de nacht komt zijn hart niet tot rust. Ook dat is vluchtig.
24 Is het dan niet goed voor de mens dat hij eet en drinkt en zichzelf in zijn zwoegen het goede laat genieten? Ook dit heb ik gezien: het komt uit de hand van God.
25 – Wie eet en wie geniet er immers meer van dan ikzelf? –
26 Want Hij geeft wijsheid, kennis en blijdschap aan de mens die goed is voor Zijn aangezicht. Aan de zondaar echter geeft Hij de bezigheid om te verzamelen en te vergaren, om het te geven aan wie goed is voor Gods aangezicht. Ook dat is vluchtig en najagen van wind.