Jezus nam toe in genade
Ds. M. Baan | 2 reacties | 09-12-2013| 10:41
Vraag
Had Jezus genade van Zijn Vader nodig? Want er staat in Lukas 2:52: “En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de mensen.” Over wat voor soort genade wordt hier gesproken?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
In dit laatste, 52e, vers van Lukas 2 vertelt Lukas ons dat de Heere Jezus voorspoedig opgroeit. En wel in drieeërlei opzicht:
Ten eerste in wijsheid. Hierbij wordt niet bedoeld dat de Heiland naar Zijn Goddelijke natuur in wijsheid toenam. Dat is onmogelijk: Hij, Die de Wijsheid van eeuwigheid was, kon Zijn wijsheid nooit groter zien worden. Hier wordt gezien op de menselijke natuur van de Zaligmaker. Zijn inzicht, doorzicht en verstand nam toe.
In de tweede plaats nam de Heere toe in grootte. Dat ziet volgens sommige uitleggers vooral op zijn lichaamslengte. Volgens andere uitleggers moeten we hierbij denken aan zijn vordering in leeftijd. Het zal allebei wel waar zijn! In elk geval -en dat moeten we wel goed onthouden- wordt hier gesproken over de menselijke natuur van de Heiland.
In de derde plaats neemt Christus toe in genade bij God en de mensen. Met deze genade bij God wordt uiteraard niet bedoeld de schuldvergevende genade van God de Vader. Dat kan ook niet, want Christus bezat geen zonde! Maar hier is sprake van de genade, die ook vertaald kan worden met gunst, toegenegenheid, welwillendheid. Juist de verbinding hier tussen God en de mensen maakt extra duidelijk dat we hier vooral hebben te letten op de menselijke natuur van de Heere Jezus. Hij ondervond -naar Zijn mensheid- dus niet alleen van de kant van de mensen goedwillendheid, maar ook van de kant van Zijn hemelse Vader ontving Christus steeds meer genegenheid en goedertierenheid. Vergelijk hierbij ook vers 40 uit ditzelfde hoofdstuk.
Eén van de oude Engelse godgeleerden merkt in dit verband nog op, dat de Bijbel nooit spreekt over zowel de menselijke als de Goddelijke natuur van Christus als een eenheid. Steeds wordt of de ene of de andere natuur bedoeld.
Met een hartelijke groet,
Ds. M. Baan, Veenendaal
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Baan
- Geboortedatum:16-02-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ook wordt er in de statenvertaling verwezen naar 1 Sam. 2:26. Verwonderlijk dat er over Samuël dergelijke bewoordingen staan:" En de jongeling Samuël nam toe en werd groot en aangenaam, beide bij den HEERE en ook bij de mensen".
Het lijkt erop alsof Lukas dit ook moet hebben gelezen.
NBV, GNB en WV vertalen "charis" in Lukas 2:52 met "gunst".