Bitterlijk kermen
Dr. C. A. van der Sluijs | Geen reacties | 19-10-2013| 13:53
Vraag
Geachte dominee C. A. van der Sluijs, Hartelijk dank voor uw duidelijke antwoord betreffende de droefheid van de goddeloze. Mag ik nog een extra vraag hierover stellen? Een andere predikant sprak over de droefheid naar God de volgende woorden: “En zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene” (Zacharia 12:10). Mijn vraag is: klopt dit? Gaat het missen van God zover dat het een droefheid werkt als was je eerstgeboren zoon overleden?
Ik dacht eigenlijk zelf dat het een droefheid was vanwege het steeds krenken en pijn doen van een liefdevolle Vader. Als ik bijvoorbeeld mijn natuurlijke vader verdriet aandoe, dan weet ik nog wel dat hij van me houd en dat geeft juist de smart en verwijdering.
Antwoord
Die andere predikant bedoelde dat de droefheid naar God een verdieping krijgt in de kennis van Christus. De door hem genoemde tekst uit Zach. 12:10: “En zij zullen over Hem bitter kermen, gelijk men bitter kermt over een eerstgeborene” worden vooraf gegaan door de woorden “en zij zullen Mij aanschouwen die zij doorstoken hebben.” En dit wordt door Johannes geciteerd in zijn evangelie (Joh. 19:37): “En wederom zegt een andere Schrift: Zij zullen zien, in Welken zij gestoken hebben” (Joh. 19:37). Dan gaat het over de kruisdood van Christus.
Daarmee is duidelijk dat de Bijbel zelf deze profetie van Zacharia vervuld ziet in de Heere Jezus. Bovendien staat de genoemde tekst Zach. 12:10 in verband met de belofte van de uitstorting van de Geest. Met andere woorden: de Heilige Geest laat ons zien in Zijn ontdekkende werk wat het Christus gekost heeft om ons met God de Vader te verzoenen. Dan gaan we het lijden en sterven van Christus zo hoogachten dat we Hem niet kunnen missen om met God verzoend te worden. “Het zijn de Joden niet, Heer Jesu, die u kruisten... Ik ben het, o Heer, ik ben het die u dit hebt gedaan” (Revius 1586-1658)” En: “Ja, ik kost Hem die slagen...”
De droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid, krijgt nu een verdieping in het missen van Christus als de Borg en Zaligmaker van je ziel: “Geef mij Jezus, of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf...” Als de uitgestorte Pinkstergeest ons door Zijn toepassende werk doet delen in het Borgwerk van Christus, komt er een vrede in onze ziel die alle verstand te boven gaat. En als Hij ons terugbrengt in het Vaderhart van God, is daar de voorsmaak van het eeuwig zalig leven. Ik heb het nu over het wonderlijke geheimenis van de verzoening door voldoening en het vredesleven met God. Dan kun je alles missen als het er op aan komt, maar God niet: “Weg wereld, weg schatten, gij kunt niet bevatten, hoe rijk ik wel ben; ‘k heb alles verloren, maar Jezus verkoren, Wiens eigen ik ben...”
Dus wat die predikant zei klopte helemaal. Gaat jouw hart daarvan kloppen?
Met hartelijke groet,
Ds. C. A. van der Sluijs
Dit artikel is beantwoord door
Dr. C. A. van der Sluijs
- Geboortedatum:14-09-1942
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: