Klein beginsel voor de allerheiligsten
Ds. H. Korving | Geen reacties | 14-10-2013| 15:40
Vraag
Catechismus zondag 44: vraag/antw. 114: “Maar kunnen degenen, die tot God bekeerd zijn, deze geboden volkomenlijk houden? Neen zij; maar ook de allerheiligsten, zolang als zij in dit leven zijn, hebben maar een klein beginsel dezer gehoorzaamheid; doch alzo, dat zij met een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden Gods beginnen te leven.” Bijbel Johannus 14:12 (HSV): “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader.” Zie bovenstaande een vraag en antwoord uit de catechismus met daaronder een kernachtige tekst uit de Bijbel. De Catechismus komt niet verder dan een klein beginsel voor de allerheiligsten, terwijl de Bijbel van veel grotere dingen spreekt, ja zelfs in de overtreffende trap t.o.v. de werken van Jezus Christus. Kortom, is de catechismus hier niet veel te menselijk aan het definiëren en beperkt men al vooraf het werk van Christus in een mens die tot geloof komt, terwijl Jezus Christus hier in deze tekst oneindig veel belooft? Is de term "allerheiligsten" daarnaast ook niet erg ongelukkig omdat hier het rooms-katholieke denken in doorklinkt? Ook omdat het karakter van het antwoord van de catechismus meer richting "werkheiligheid" gaat dan richting "in geloof ontvangen."
Antwoord
Beste vraagsteller,
Laat ik even met het laatste beginnen. Het ligt niet erg voor de hand dat de opstellers van de Heidelbergse Catechismus zo kort na de Reformatie een rooms-katholieke invulling in gedachten hadden bij het woord “heiligen”. Dit is juist het front waartegen zij zich voortdurend keren, zoals iedereen weet (naast andere fronten). Heiligen moet u dus in de bijbelse zin verstaan: afgezonderd voor en toegewijd aan de dienst van God. In de Bijbel worden de gelovigen “heiligen” genoemd (1 Kor. 1:2 en vele andere plaatsen).
Wat betreft Joh. 14,12 is te zeggen dat woord staat in de context van het afscheid van de Heere Jezus van Zijn discipelen en de belofte van de andere Trooster die hen leiden zal en bij hen blijven (Joh. 14:16vv). Dit is een ander onderwerp dan de vraag of Gods kinderen in de heiliging volmaakt kunnen zijn. Als u dit anders ziet, ben ik wel benieuwd aan welke grotere werken u zelf eigenlijk denkt en welke u in het geloof hebt verricht.
U plaatst naar mijn mening twee ongelijksoortige dingen tegenover elkaar en suggereert dat de HC vergeleken met de Bijbel maar wat zuinig is en onder de maat. Als u van mening bent dat de Catechismus de Bijbel niet goed kende, ben ik zo vrij met u van mening te verschillen.
Maar de Catechismus kende ook de praktijk van het geestelijke leven, zoals de Bijbel ons dat ook eerlijk laat zien. Kortweg gezegd heeft de door u bevraagde formulering in antw 144 te maken met de bijbelse realiteit dat Gods kinderen nu nog niet ‘in de gloria‘ zijn (in de heerlijkheid bij God) maar midden in de gebrokenheid en onvolkomenheid van dit leven. Het zijn juist de gelovigen die zelf vanuit hun verlangen om helemaal voor de Heere te leven (“al deze geboden volkomen houden” in het stuk van de heiliging, want daar gaat het over in de vr/a 144) zuchten onder het besef van hun onvolkomenheid en roepen “Ik ellendig mens” (Rom. 7, 14-26). Het zou mij niet verbazen als u over die passage ook anders denkt, namelijk dat dat niet op Gods kinderen zou slaan.
De vraag die u stelt roept de vraag op of u dan van mening bent dat Gods kinderen al de geboden wel kunnen houden? Ik hoorde eens van een man die dit ook beweerde: hij had al weken niet gezondigd. Zijn dominee vroeg: mag ik uw vrouw even spreken, want dat lijkt me geweldig om getrouwd te zijn met een man die al wekenlang niet meer gezondigd heeft. Antwoord van de man: “Ja dominee, maar mijn vrouw is het er niet mee eens...”
Overigens ben ik met u van mening dat het geloof nooit teveel van de Heere kan verwachten. Daar zegt de HC ook mooie dingen over in zondag 45 (over het gebed). Als u de tekst van Joh. 14 bij die betreffende zondag had gelezen, was uw vraagstelling vermoedelijk veranderd.
Ik hoop zo enigszins op uw vraag te zijn ingegaan.
Met vriendelijke groet,
Ds. H. Korving
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Korving
- Geboortedatum:01-12-1954
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.
Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.
En kijk/luister: