De Heere dienen uit liefde of moreel besef
Ds. J. van Rossem | Geen reacties | 28-10-2004| 00:00
Vraag
Ik wil echt heel graag de Heere dienen, maar ik vind het voor mezelf zo moeilijk om te zien of dat nu wel uit liefde is. Is het niet alleen maar een stuk moreel besef en een geweten dat spreekt? Ik merk zo weinig dat ik echt de Heere liefheb.
Antwoord
Hartelijk dank voor de fijne en bewogen vraag die ik mocht ontvangen. Wat is het al een wonder van de Heere als we in ons zondig hart de lust krijgen om de Heere te dienen. Van nature geldt voor ons allen dat we geneigd zijn om de Heere en de naaste te haten. Het ergst is het als we dat niet door hebben of als we daar niet aan willen. Van nature hebben we onszelf lief, en helaas, veel godsdienst is een verkapte en vrome vorm van eigen liefde. Dan zoeken we onszelf te koesteren. Deze zaak lees ik echter en gelukkig niet af uit bovengenoemde vraag. Daar proef ik een schuchter verlangen om de Heere te dienen. En wonder dit verlangen te mogen horen in een liefdeloze tijd.
Maar dan de vraag: is de begeerte om de Heere te dienen niet een moreel besef of een geweten dat spreekt? Als dat zo is dan zoek je met het dienen alleen maar jezelf Dan zoeken we om tevreden te zijn over ons zelf in ons dienen van de Heere. Dan zetten we constant onszelf in het middelpunt en dan zijn we voordturend met onszelf bezig. We willen het zo graag goed doen en we willen zo graag vroom zijn. Bovendien willen we ons geweten sussen. Maar een gesust geweten is geen wedergeboren hart, maar geeft alleen maar een mens die over zichzelf tevreden is. Dan heb je de Heere niet nodig. Begeer je daarom de Heere te dienen, om tevreden te zijn over je zelf of om tevreden te zijn en te worden over de Heere?
In het oprecht verlangen dienen van de Heere heb je de Heere op het oog. Omdat je weet dat de Heere het zo waarde is om gediend te worden en wel zo dat niet jij, maar de Heere gaat schitteren. In dat dienen heb je de Heere nodig en kun je de Heere niet missen. In dat oprechte dienen ben je afhankelijk van de Heere alleen. En dat weet je. Bovendien: in dat dienen van de Heere zul je alles van jezelf te kort komen en daarin juist de Heere Jezus nodig hebben Die gekomen is als Eén Die dient. En als de Heere je Zelf die lust tot dienen in je hart schenkt, dan kan niemand die lust uit je hart krijgen. En dan kun je alleen nog maar vragen of de Heere je dat dienen leert, niet om het ooit eens te kunnen, maar om in alles afhankelijk van Hem te zijn. En dan roept je hart het uit: geef mij Jezus of ik sterf, buiten Jezus is geen leven maar een eeuwig zielsbederf Als je het zo mag doen dan word je steeds meer ontevreden over je zelf en steeds meer tevreden over de Heere. Is het je om de Heere te doen? Dan is het: de ogen houdt mijn stil gemoed opwaarts om op God te letten!
Gods zegen!
Ds. J. van Rossem
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. van Rossem
- Geboortedatum:04-03-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Status:Inactief