Genoeg van lange autorit naar kerk
Ds. B. de Romph | 11 reacties | 07-08-2013| 08:50
Vraag
Wij kerken in een andere plaats, zodat we elke zondag 30-40 minuten moeten autorijden. In onze eigen woonplaats zijn ook kerken, maar ze hebben een andere naam dan onze eigen kerk waar we naar toe gaan. Toch gaat het rijden op zondag ons steeds meer tegenstaan. We kerken dan ook nogal eens in onze eigen woonplaats, omdat we zo moe zijn van het vele autorijden, dat wij ook privé al moeten doen. Maar we vinden het dan toch ook moeilijk of we lid mogen worden van een plaatselijke gemeente, omdat die niet in alles (qua) leer/accenten lijkt op onze eigen gemeente. Zo zei een familielid van ons: "In die kerken word de algemene verzoening gepreekt." Wij horen dit absoluut niet. Ook daar wordt de noodzaak van een persoonlijk geloof genoemd, maar mogelijk krijgt het wel andere accenten dan in onze eigen kerken/gemeenten. Of we hoorden van hetzelfde familielid: "De mensen worden daar allemaal bedrogen." Het maakt ons wel onzeker: is dat echt zo? Zo ja, dan moeten we maar blijven rijden op zondag omdat we dan lid kunnen blijven van de kerk waarin we gedoopt zijn en opgegroeid. Maar wil God dit rijden, als we in de eigen woonplaats ook goede kerken hebben? Of moeten we dan gaan verhuizen, zodat we weer in de buurt komen van een kerkelijke gemeente waar we lid zijn? (dit vanwege dat je niet toevallig geplaatst bent in die gemeente). Graag zouden we raad vragen via Refoweb.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je stelt wel een precaire zaak aan de orde, maar tegelijk voer je ook argumenten aan voor de beantwoording van de vraag. Je vraagt je af of God dat wel wil dat we zoveel kilometers op zondag rijden om het Woord van God te horen, terwijl het dichterbij ook te horen is. Dit bepaalt ons direct al bij de gebrokenheid van het kerkelijke leven en de verscheurdheid van Gods kerk. Dat is schuld. Zonde voor God. Zo heeft God het niet gewild. De Heere Jezus bidt in het hogepriesterlijk gebed in Joh. 17: "Vader, Ik wil dat allen een zijn gelijkerwijs Gij, Vader in Mij, en Ik in U, dat zij ook in ons Een zijn.” Deze tekst wordt wel eens ten onrechte aangehaald om een verkeerde oecumene te bevorderen. Men wil dan alles op een hoop werpen. Maar als de Heere Jezus tot zijn Vader bidt: opdat zij allen een zijn, heeft Hij er van tevoren over gesproken, dat zij geheiligd mogen zijn in de waarheid. De Heere Jezus begeert geen eenheid ten koste van de waarheid. We hebben ons te voegen bij de meest zuivere openbaring van het lichaam van Christus.
Nu hebben in het verleden veel scheuringen en afsplitsingen plaats gevonden. Enerzijds wijst het erop dat er ernst gemaakt is met de zuiverheid van Gods Woord, maar anderzijds hebben ook veel menselijke factoren erin meegespeeld. Die kerkelijke strijd is niet altijd uit de Geest geweest. Met respect denk ik aan onze vaderen die om des gewetens wil voor de waarheid van Gods Woord zijn opgekomen. Zij konden niet anders. Daarin mogen we het werk van God in Zijn kerk zien. Nu zijn er kerken die met de belijdenis van de kerk op papier instemmen, maar het functioneert niet in prediking en pastoraat. Er zijn er die dat accentverschillen noemen, maar het kunnen ook wezenlijke verschillen zijn. Als de doodsstaat van de mens niet voluit beleden wordt, wordt de prediking van het evangelie afgezwakt. In de prediking en pastoraat dienen zonde en genade, wet en evangelie, vloek en zegen verkondigd te worden. De drie stukken van de Heidelberger Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid, dienen evenwichtig aan de orde te komen. Ook die zaken die de gemeente niet zo graag hoort, mogen niet verzwegen en afgezwakt te worden. We zijn gebonden aan Schrift en belijdenis. De volle raad Gods moet verkondigd worden. Als dat niet plaats vindt, doen we de Heere te kort, zwakken we het Evangelie af en misleiden we de gemeente. Daarom is het van groot belang de prediking daarop te onderzoeken.
Ik ben het met je eens dat er wel eens in kerken lichtelijk en onverhoord een oordeel wordt uitgesproken, zoals je zelf aangeeft, dat daar de “algemene verzoening” gepreekt wordt en dat de mensen “bedrogen worden voor de eeuwigheid.” We moeten voorzichtig zijn met ons oordeel. We kunnen de splinter in andermans oog wel zien, maar de balk in ons eigen oog merken we niet op. Niemand kan zeggen de waarheid in pacht te hebben. Onder Israël werd ook gezegd: “de tempel des Heeren, de tempel des Heeren, zijn deze”, maar als de Heere nu ons kerkelijk leven eens zou beoordelen, hoe zou dan het rapport er dan uitzien? Verlaat niet zomaar een kerk. Je wees er zelf al op: het is de kerk waarin de Heere je geleid heeft. Je bent er gedoopt, je hebt er onderwijs ontvangen, wellicht belijdenis gedaan.
Ik kan je vraag niet zomaar met ja of nee beantwoorden. Dat is een persoonlijke zaak die je biddend voor de Heere moet neerleggen. Laten bepaalde uiterlijke redenen niet de doorslag geven om te vertrekken. Het gaat om te ernstige zaken om een lichtvaardig besluit over te nemen. Ik kan me voorstellen dat er allerlei praktische bezwaren bijkomen. Als je een gezin hebt en kinderen gaan naar de catechisatie en op vereniging, dan moeten ze iedere keer naar de kerk gebracht worden. De contacten met de gemeente zijn minder, omdat je op grotere afstand van de kerk woont. Dan kan er een tijd komen dat je om praktische redenen het besluit moet nemen om van kerk te veranderen. Maar toets de prediking en het klimaat van de gemeente, voordat je deze beslissing neemt. Maar als je je thuis voelt in de gemeente waar je nu toebehoor en het Evangelie wordt daar recht gebracht, heb dan het extra rijden er maar voor over. Ik wens je wijsheid en licht toe bij het overleggen van deze zaken.
Hartelijke groet,
Ds. B. de Romph
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. de Romph
- Geboortedatum:17-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Noordeloos
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. de Romph is op 24 juli 2019 overleden.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik vind het nog steeds een moeilijk spanningsveld, in beide kerken vind ik het wat eenzijdig. Bij de één wordt meer bevinding en lijkt het meer onmogelijk. Bij de andere lijkt het soms bijna te makkelijk/vanzelfsprekend.
Volgens mij is er ook nog ergens een gulden middenweg. Maar als ik een ongelovige mee zou nemen naar de kerk dan is de huidige kerk echt toegankelijker. Anderen kunnen zeggen dat het bij ons misschien alverzoening is, maar dat is niet het geval! Als jullie Gods zegen en aanwezigheid ervaren laat je dan niet door mensen van de wijs brengen! Bid dat God geeft dat het Woord verkondigt wordt, zoals Hij het wil en om Zijn zegen.
2 Kor.5:19 Want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende.
- Beperkte verzoening
- Algemene verzoening
- Alverzoening
Die laatste twee begrippen worden echter vaak door elkaar gehaald. Meestal bedoeld men alverzoening, maar spreekt men over algemene verzoening.
Alleen de uitverkorenen kunnen zalig worden.
Algemene verzoening:
Iedereen kan zalig worden, ieder mens heeft de mogelijkheid.
Alverzoening:
Iedereen wordt zalig.
Verder wil ik de vraagsteller aanraden geen overhaaste beslissingen te nemen. Ga biddend deze weg.
Vraagsteller: neem uiteraard nooit een overhaaste beslissing, maar ik zou wel God bidden of Hij je dit jaar nog een antwoord geeft.
Moeilijkheid is alleen dat in al die kerken mensen over het algemeen biddend hun weg gaan, en wie o wie heeft het beste geloof.
Willekeurig welke kerk je binnengaat, overal zijn mensen overtuigd dat God Zelf hen de weg wees. Je kunt ook besluiten ieder jaar naar een andere gemeente te gaan, om zo te ontdekken dat kerkmuren menselijke muren zijn.
Dat is geen moeilijkheid maar een zegen.
De hele schepping, de mensen, de dieren, het landschap is veelkleurig.
Zou de Gemeente Gods dat niet zijn ?
Er is een veelkleurig christendom “omdat God heel verschillende mensen aan elkaar geeft, om samen Zijn koninkrijk op te bouwen. Of we dat nu leuk, makkelijk of juist ingewikkeld vinden, we horen bij elkaar doordat we ons aan de beweging rond die gekruisigde en opgestane Christus hebben verbonden.”
Als ik het goed begrijp zie jij verdeeldheid als een zegen in de tientallen verschillende kerken die zichzelf allemaal de beste vinden. Ik merk tussen kerken onderling bitter weinig het beleven: We horen uiteindelijk allemaal bij elkaar.
Die zogenaamde veelkleurigheid word in de praktijk vaak gezien als grote dwalingen bij andere kerken waardoor men elkaar buitensluit als zijnde een oprechte gemeente.
Ga toch weg, veelkleurigheid.... Een rooskleurig verhaal maak jij ervan. Er is onenigheid onder de meeste kerken, ieder gaat zijns weegs, en men vreest het ergste voor de andere kerk.
Behoort een kerkverlater ook nog bij die veelkleurigheid, of moet het echt binnen een kerk zijn?
Ik zie de verdeeldheid van de kerken zeker niet als een zegen, eerder als een vloek.
Ik verheug me over de veelkleurigheid van de zusters en broeders.
Ik pleit voor juist voor acceptatie.
Zolang er krachten zijn binnen onze kerken die elke vorm van oecumene tegenwerken behoren kerkverlaters inderdaad tot veelkleurigheid van het Christendom.
Andere opvattingen benoemen als “bedrog, dwalingen, antichrist en nog meer van dit soort kwalificaties” werken contraproductief voor de gemeente Gods.
Echt dubieus wordt het als men gaat zeggen “ja dat zeg ik niet, dat zegt God zelf in Zijn woord”.
Een normaal gesprek is dan niet meer mogelijk.
Het is ook allemaal zo “klein Nederlands” – God in de lage landen.
De kerk heeft het ruim 1500 jaar zonder reformatie gedaan, ruim 65% van de Christenen is niet protestant. Die 35% die overblijft is een mengelmoes van Anglicanen, Pinkstergroepen, Evangelisch, Baptisten en gereformeerden, Jehova getuigen en randverschijnselen zoals b.v. mormonen enz, enz,) zijn het over alles en nog wat oneens en bestrijden elkaar te vuur en te zwaard.
Ik geloof (meestal) niet in leergeschillen – wel zie ik veel eergeschillen.
Het ware te wensen,
dat sommige mensen,
hun eigen gebreken,
eens beter bekeken,
dan zouden zij het kletsen en praten,
van anderen wel laten.