Beeld en heerlijkheid Gods
Ds. H. D. Rietveld | Geen reacties | 05-08-2013| 14:40
Vraag
1 Kor 11:7: "Want de man moet het hoofd niet dekken, aangezien hij het beeld en de heerlijkheid Gods is." Ik heb best wel moeite met deze tekst. Hoe kunnen mannen nu het beeld en de heerlijkheid van God zijn? Als je kijkt waar mannen in de wereld toe in staat zijn, dan begrijp ik de bovenstaande tekst niet. Hoe moet ik dat nu zien?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Over de mens (man) als beelddrager van God is heel veel nagedacht. Wat betekent het precies dat de mens als beeld van God is geschapen, zoals in Gen. 1: 26 en 27 staat (Hebr.: betsèlèm)? Betekent het “overeenkomstig” Gods beeld? Dan lijkt de mens dus op God. Of is hij “in” het beeld van God geschapen, zoals een heel andere vertaling luidt? Dan staat hij dus “in betrekking tot” God, of “in de schaduw” van God en is zo tegenover Hem verantwoordelijk.
In vers 27 wordt de schepping van de mens als beeld van God nader uitgelegd: man en vrouw schiep Hij ze. Dat betekent dat man en vrouw ieder op eigen wijze het beeld van God weerspiegelen. In Gen. 2: 18-24 lezen we dat God de vrouw uit de man geschapen heeft en dat zij hem tot een hulp werd gegeven; een hulp als tegenover hem. Uit de verzen 26-28 is te concluderen dat het beeld van God zijn van de mens. in ieder geval ook betrekking heeft op zijn heerschappij hebben over de schepping. Paulus grijpt in 1 Kor. 11 op de schepping van man en vrouw terug in zowel Gen. 1 als Gen. 2. Hij benadrukt enerzijds dat de man als beeld van God Gods heerlijkheid weerspiegelt en anderzijds dat de vrouw door God uit de man is geschapen en zo dus een afgeleide heerlijkheid van God weerspiegelt.
De vraagsteller merkt op dat dit bijbelse gegeven maar moeilijk te rijmen is met wat we van de heerlijkheid van de man kunnen waarnemen. Hoeveel mannen gedragen zich immers niet naar die hoge bijbelse standaard? Spreekt Paulus niet veel te idealistisch? Maar dan moeten we er wel op letten dat Paulus spreekt over de schepping, dus de situatie van vóór de zondeval. Hij wijst dus op de oorspronkelijke bedoeling van God de Schepper, Die aan de man als eerste mens die positie heeft gegeven. Zoals gezegd, naar dat hoge niveau gedragen mannen zich na de zondeval niet meer. Maar dat laat Gods eis onverlet. Hij heeft nog steeds de orde: Christus - man - vrouw voor ogen. Dat mag zeker in de samenkomst van de christelijke gemeente niet worden vergeten, is de strekking van wat Paulus in 1Kor. 11 schrijft.
Voor de huidige mannen die althans naar Gods norm willen leven, des te meer een reden om zich blijvend te verootmoedigen en zich van Gods oorspronkelijke bedoeling met hun leven bewust te zijn! Alleen wie door een waar geloof met Christus, de volmaakte Mens, verbonden is, heeft in Hem dat niveau. Zo wil God hem dan beschouwen, ondanks dat dit niveau in de praktijk amper gehaald wordt.
Ds. H. D. Rietveld
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. D. Rietveld
- Geboortedatum:06-11-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nijkerk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
emeritus