Doorn in het vlees
Ds. A. de Lange | Geen reacties | 10-10-2003| 00:00
Vraag
Door genade mag ik weten dat God mijn zonden heeft vergeven door het bloed van Christus. Nooit had ik gedacht dat de zonde (vooral boezemzonde) of zonde uit mijn jeugd weer zo terug zouden komen dat ik bang ben weer in diezelfde seksuele zonde te vervallen. Weet u raad? Is dit een doorn in het vlees of hoe word ik hiervan verlost? Ik vraag dit uit nood!
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Wat je beleeft is de realiteit van het leven: "Ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde" (Rom. 7 : 14). Je kunt ervan schrikken, als je dat in je leven weer zo tegenkomt, nadat God je deel werd, en je door het geloof mocht mijnen dat het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon reinigt van alle zonden. Je kunt er diep bedroefd over zijn, dat, terwijl je de Heere zo graag zou eren, je Hem zo gemakkelijk onteert, door je denken, begeren, spreken en doen. Je merkt, dat je zelf wel de zonden wilt loslaten, maar de zonden laten jou niet los. Daarom begrijp je de apostel goed, als hij zegt: "Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods" (Rom. 7:24).
Je hebt kennelijk het meest te stellen met de BEGEERTE naar de zonde, die voorheen bekend en vertrouwd is geweest. En het is geen wonder dat je een boezemzonde hebt. Ieder kind van God heeft wel een zonde die hem het meest trekt, een punt waarop hij het zwakst is. Voor sommigen ligt dat op het punt van omgaan met geld. Voor anderen op het terrein van de roddel. Voor weer anderen, zoals jezelf, op seksueel gebied.
Hoe je van de begeerte tot zonde verlost wordt? Daar zul je waarschijnlijk nooit helemaal van af komen in dit leven. Je zult wat dat aangaat altijd een zondaar blijven, die genade nodig heeft. Je zult jezelf steeds weer zo tegenkomen dat je merkt: in mezelf kan ik de Heere nooit welbehaaglijk zijn. En dan heb je Christus nog meer nodig. En de Heilige Geest om in je te werken. Op die manier zou je inderdaad kunnen zeggen: zo werkt de zonde in ons als de scherpe doorn in het vlees bij Paulus. Ze doet je des te meer leren, dat je alleen door Gods genade zult kunnen bestaan.
Ondertussen betekent dat niet, dat je je er dan maar bij moet neerleggen dat de begeerte tot zonde in je huist. En wie weet blijft het niet bij de begeerte, want als de begeerte vruchtbaar wordt baart ze zonde. Hoe er dan mee om te gaan? Ik denk aan de volgende dingen:
1. Besef dat de zonde, hoe aantrekkelijk ze ook was en nu weer lijkt, Christus de dood aangedaan heeft. Bedenk, dat de zonde je levensterrein niet meer is; Christus ging door en met de zonde het graf in. Denk aan Christus aan het kruis, en Christus in het graf, als de zonde weer zo springlevend in je is. Je dient niet te leven in de zonde, maar jezelf aan Christus toe te wijden. En je mag leven vanuit Zijn opstanding uit de doden. "Wij die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven?" "Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zo geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven" (Rom. 6).
2. Zoek steeds weer naar de doorleefde omgang met God. Word niet slordig in het lezen en bestuderen van Gods Woord. Laat het bidden geen gewoonte of sleur worden, neem tijd om Gods aangezicht te zoeken. Vraag vooral of God Zijn Geest, die iedere gelovige wil heiligen, krachtig in je wil werken. In je gevoelens, in je verstand, in je wil.
3. Probeer ervoor te zorgen dat concrete mogelijkheden tot zonde zoveel mogelijk vermeden worden. Vermijd plaatsen, waar de zonde makkelijk kan gebeuren. Ruim dingen op, die je tot zonde kunnen verleiden, enz.
4. Als je merkt dat je de strijd tegen de zonde niet meer aankunt, of als je al overstag gegaan bent voor de zonde, en je weet dat je er zelf niet meer van los komt, spreek dan met een vertrouwd iemand in je omgeving, vertel openlijk wat je probleem is, en vraag of die persoonlijk je voortaan wil helpen in je strijd. Dat betekent concreet dat jij belooft hem/haar elke keer (!) te zullen vertellen als het fout gegaan is, en dat die persoon je ook van tijd tot tijd vraagt, hoe het je vergaat in deze strijd, met name als je zelf een tijd geen contact zou zoeken. En dan eerlijk zijn!
Van harte wens ik je sterkte in deze strijd! Weet dat je de enige niet bent die met deze dingen zit. Weet ook, dat de Heere in deze strijd van je afweet, en Zich in Christus over je wil ontfermen.
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. de Lange
- Geboortedatum:06-03-1960
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief