Vergeving in het OT
Ds. L. Krooneman | Geen reacties | 13-07-2013| 11:36
Vraag
Aan kand. Krooneman. In uw preek over Mozes vertelde u dat Mozes bij de braamstruik nog op afstand moest blijven, maar dat wij nu door Jezus wel dichterbij mogen komen. Toen moest de Hogepriester ieder jaar met de grote verzoendag het bloed sprengen, maar voor ons is het bloed van Jezus gegeven. Maar mochten de mensen toen niet God om vergeving bidden? En hoe konden niet-Joodse mensen (elders ter wereld) dan in de hemel komen als de verzoendag dan al was geweest en een mens te overlijden kwam? Of gold de grote verzoendag voor alle mensen?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Fijn dat je een vraag stelt naar aanleiding van een preek. Ik merk uit de vraagstelling dat je de kern van de preek begrepen hebt. Mozes moest op een afstand blijven staan, maar wij mogen door Jezus dichterbij komen. In de preek heb ik vooral de rijkdom voor nu benadrukt. In vergelijking met het Oude Testament is het nu veel rijker. Nu mogen alle volken tot Hem vluchten. En dat niet maar op één dag per jaar, maar iedere dag weer. Met lege handen mogen wij komen bij een volkomen Zaligmaker. Jij laat het "nu" even liggen in je vraagstelling en vraagt aandacht voor "toen."
Mochten de mensen toen niet God om vergeving bidden? Dat is je eerste vraag. Het antwoord is duidelijk. Alle mensen mogen altijd en overal God om vergeving bidden. Maar niet alle mensen doen dat altijd en overal. Daar komt bij dat er een verschil is tussen het Oude en het Nieuwe Testament. In het Oude Testament ontfermde God Zich vooral over één volk. Het volk Israël was door Hem in het bijzonder uitgekozen. God heeft Zijn volk lief en daarom straft Hij soms de vijanden van Zijn volk. Anders zouden de vijanden Zijn volk vernietigen. Deze vijanden zijn in het Oude Testament de andere volkeren. Ook mensen uit deze andere volkeren mochten God om vergeving bidden. Zij mochten erkennen dat de God van Israël de Enige ware God is. Het is nooit aan iemand verboden geweest om dit te belijden.
Je volgende vraag gaat over de Grote Verzoendag. Hoe konden niet-Joodse mensen in de hemel komen als de Grote Verzoendag al had plaats gevonden en een mens te overlijden kwam? Het belang van de Grote Verzoendag voor het volk Israël kun je min of meer vergelijken met het belang van de Heilige Doop voor ons. God belooft in de doop dat Hij je zonden af wil wassen. Dat betekent niet dat een kindje dat sterft voordat het gedoopt is niet zalig kan worden. Zo is het ook met de Grote Verzoendag. De Grote Verzoendag is bedoeld voor het volk Israël. Maar ook niet-Joodse mensen konden Jood worden. Jood betekent Godlover. Zij konden gaan belijden dat de God van Israël de Enige ware God is. Het is dus niet zo dat iemand die niet bij de Grote Verzoendag was per definitie verloren zou gaan.
Je laatste vraag is verbonden aan je tweede vraag. Gold de Grote Verzoendag voor alle mensen? Zoals ik al zei is de Grote Verzoendag bedoeld voor het volk Israël. Toch wil ik er nog wat aan toevoegen. Grote Verzoendag was niet allereerst bedoeld voor het volk Israël, maar voor de God van het volk Israël. Die God Die later Zijn Eigen Zoon gegeven heeft aan een verloren wereld. Daarom zegt Johannes van Hem dat Hij het Lam van God is. Hij is het Lam van God en voor God. Hij is het enige Redmiddel. Door Hem kunnen alle mensen zalig worden. Altijd en overal.
Ik wens je van harte Gods zegen en hopelijk tot ziens onder de verkondiging van Gods Woord.
Met een hartelijke groet,
Kand. L. Krooneman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. L. Krooneman
- Geboortedatum:28-06-1984
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Schiedam
- Status:Actief