Eeuwig levend lidmaat
Redactie Refoweb | 2 reacties | 11-07-2013| 12:16
Vraag
Aan ds C. Harinck. Ik las een preek van u over de HC en wel: "Ik geloof in één heilige algemene christelijke kerk, ik geloof de vergeving van mijn zonden" enz. In uw preek las ik dat ik ja mag zeggen op "dat ik een levend lidmaat ben en dit eeuwig zal blijven." Ik worstel hier mee. Ik merk dat ik heel blij werd als ik dat toch eens zou mogen zeggen. Anderzijds heb ik nog zoveel last van preken in een bepaald kerkverband, waardoor ik zo verwrongen gedachten heb gekregen hierover. Ik heb jaren één weg horen preken die God met Zijn kinderen gaat door de Heilige Geest. En als ik mijzelf daar aan toets is er altijd onzekerheid: het ene herken ik wel, het ander niet, en zo bleef ik in een diepe moedeloosheid jaar in, jaar uit, met altijd de opdracht in de kerk als slot van de preek: bid maar meer, bid maar harder, bid maar ernstiger, bid maar serieuzer, gemeender etc. Ik voelde me altijd zo op mijzelf teruggeworpen en ik voldeed nooit, tot ik in de weg van Gods voorzienigheid in een andere gemeente kwam. Daar staat het aanbod van Gods genade meer centraal, en Christus. Daar ging geleidelijk aan de diepe moedeloosheid weg en kreeg ik weer hoop. Blijdschap, uitzicht en verwachting. Als ik dan hoor: Zeg maar "ja", dat ik een levend lidmaat ben en dit eeuwig zal blijven, dan giert de angst weer door mij heen en raak ik weer gebonden door die oude prediking. Dan zegt satan meteen: je kent het niet zoals Gods volk het kent, terwijl ik tegelijkertijd zo graag er "amen" op zou willen zeggen. Hoe nu verder? Hebt u raad? Kortom zo'n worsteling over de toe-eigening van het heil.
Antwoord
Zie voor het antwoord onderstaande urls:
https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/18678
https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/4008
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Je zegt: "Dan zegt satan meteen: je kent het niet zoals Gods volk het kent, terwijl ik tegelijkertijd zo graag er "amen" op zou willen zeggen."
Kan het ook zo zijn dat het je eigen hart is die zegt "Je kent het niet zoals Gods volk het kent", terwijl God het is die het verlangen in je hart legt om er "amen" op te zeggen? Omdat Hij je behoud op het oog heeft... ??
En bovendien, niet elk kind is even ver in de opvoeding toch? Dus als er eens íets is wat jij niet kent en een ander kind wel, wat zegt dat over het feit of jullie beiden kinderen van dezelfde Vader zijn?
Van harte Gods Vaderlijke zegen toegewenst.....