Trouwen in reformatorische kerk
Ds. H. Korving | Geen reacties | 06-12-2003| 00:00
Vraag
Ik ben opgevoed in de gereformeerde gezindte. Ik ben dan ook als kind gedoopt. Toch heb ik me een jaar geleden 'over' laten dopen (zonder lid te worden van betreffende kerk) omdat ik dit als Bijbelse opdracht zag. Nu heb ik een half jaar geleden verkering gekregen met een ontzettend lieve jongen die opgevoed is in de Chr. Ger. kerk. Mijn vraag is of we voor een probleem komen te staan als we bijvoorbeeld zouden willen trouwen in een 'reformatorische' kerk. Zou ik dan bijvoorbeeld opnieuw belijdenis moeten doen? Hoe zit dat?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Als je nog geen belijdenis hebt gedaan in de kerk en je je 'overdoop' als een vorm van belijdenis doen ziet, zul je m.i. zeker belijdenis moeten doen in een reformatorische kerk. Je overdoop zal niet aangemerkt worden als zijnde een soort belijdenis-doen zoals wij dat in de kerk kennen.
Als je met "opnieuw belijdenis doen" bedoelt te zeggen: ik heb al belijdenis gedaan, daarna vond op enig moment de overdoop plaats; is daarmee mijn belijdenis ongeldig geworden? Dan komt het mij voor dat je belijdenis niet per definitie ongeldig is geworden en dus overgedaan moet worden (maar wie ben ik om namens 'de reformatorische kerken' te spreken - misschien dat in sommige kerken weer eigen regels gelden).
Wel zul je op de een of andere wijze verantwoording moeten doen van je 'overdoop' en ik kan me voorstellen dat een kerkenraad aan je zal vragen of je de dwalingen die hiermee samenhangen, wel of niet herroept. In onze visie is 'overdoop' namelijk volstrekt overbodig en onschriftuurlijk en de gedachte dat men door 'overdoop' de waarde van de kinderdoop op zijn minst devalueert, zien we als een ernstige zaak. Dan is het logisch dat de vraag wordt gesteld: hoe wil jij straks je eventuele kinderen opvoeden? Zul je die ten doop willen houden? Wat betekent dat dan voor je in het licht van je overdoop?, enz.
Ik laat tenslotte volgen wat in de kerkorde van de Chr. Geref. kerk te lezen staat onder art 77 sub 5 - met de opmerking erbij dat in andere reformatorische kerken de regels weer iets anders kunnen zijn:
"Leden der kerk die zich laten overdopen, onttrekken zich feitelijk aan de gemeenschap der kerk, als is dit feit nog niet altijd als en breken met de kerk te beschouwen. Het is de taak van de kerkenraad om kerkelijke vermaning en tucht toe te passen, omdat de daad van de dusgenaamde overdoop geheel in strijd is met Gods Woord en met de belijdenis en de orde van de kerk. De dusgenaamde overdoop kan op grond van de Heilige Schrift niet als wettig worden erkend. Opheffing van de tucht vindt plaats bij oprechte schuldbelijdenis en herroeping van de dwalingen die met de overdoop samenhangen."
Ik hoop je hiermee een antwoord te hebben gegeven.
Met hartelijke groeten, ds. H. Korving
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Korving
- Geboortedatum:01-12-1954
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.
Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.
En kijk/luister: