Stamcel-onderzoeker
J. Boeijenga | 1 reactie | 04-04-2013| 14:37
Vraag
Op dit moment doe ik een medische studie aan de universiteit. Ik vind het gruwelijk interessant en zou hier graag mijn beroep van willen maken. Echter wil ik heel erg graag stamcel-onderzoeker worden. Nu was het onderwerp stamcellen een erg gevoelige kwestie in de jaren 90 omdat toen menselijke embryo's werden gebruikt. Nu overigens niet meer. Het is tegenwoordig mogelijk om cellen uit je speeksel te halen en ze zodanig genetisch te manipuleren dat ze stamcellen worden. In de praktijk houdt dat niet meer in dan het toevoegen van vier bepaalde eiwitten, opgelost in water. Maar niet iedereen in mijn omgeving vind dat ik er -bijbels gezien- goed aan doe om stamcel-onderzoeker te worden. Zouden jullie mij wat bijbelse richtlijnen kunnen geven? Zoals: Hoe weet ik of het bijbels verantwoord is om zelf stamcel-onderzoeker te worden? Hoe weet ik wanneer op dit vakgebied bijbelse grenzen overschreden worden? Het is wellicht belangrijk om te melden dat de mogelijkheden met stamcel-therapieën enorm groot zijn. Ooit sprak ik een vrouw van 24 jaar die een erg agressieve vorm van acute leukemie kreeg en het alleen heeft overleefd dankzij stamceltherapie. Veel onderzoek wordt nu gedaan naar de genezing van diabetes, Parkinson, ALS en nog veel meer. Ook heeft iemand mij wel eens gezegd: misschien is het juist goed als er een christen is die de top bereikt binnen stamcel-onderzoek. Liever een persoon die nog de bijbelse normen kent, dan een persoon die daar geen rekening mee houdt. Graag lees ik jullie advies!
Antwoord
Het ethische dilemma bij stamcellen zat hem inderdaad in de wijze waarop die stamcellen werden verkregen: uit ongeboren baby's (foetussen, embryo's). Vooral omdat daarbij sprake was van abortus provocatus. Een paar hieraan gerelateerde zaken:
-Het, op zichzelf goede doel wordt zo misbruikt om de cellen op een christelijk-ethische onverantwoorde wijze te verkrijgen.
-Ook worden zo gemakkelijker de 'rest-embryo's', dus de ongebruikte bevruchte eicellen die via IVF worden verkregen, hieraan besteed. Voorheen werden die aanvankelijk ingevroren, maar uiteindelijk vaak niet (meer) of niet allemaal geïmplanteerd. Een mooi excuus om deze nu voor het 'goede' doel (stamcelwinning) af te staan verlaagt nog verder de drempel om kwistig met bevruchtingen in het lab om te gaan en sust het geweten. Het doel heiligt echter niet alle middelen, hoe fantastisch de resultaten ook mogen zijn.
Tegenwoordig kunnen er stamcellen uit navelstrengbloed worden gehaald. Daar is zelfs een heel commercieel systeem voor opgezet waarbij op het gemoed van de aanstaande ouders wordt ingewerkt. Verder is de techniek inderdaad ook al zo ver dat er stamcellen uit adult bloed en beenmerg geoogst kunnen worden.
Naar mijn gevoel is de makkelijkste manier, die ook nog de 'beste' stamcellen oplevert, nog steeds die van het halen van stamcellen uit de ongeboren vrucht.
Een echte kenner op dit gebied is dr. ir. Henk Jochemsen. Hij was tot voor een paar jaar geleden directeur van het prof. Lindeboom Instituut voor medische ethiek. Samen met een Israëlische professor heeft hij een boek over adulte stamcellen geschreven. Hij is nu directeur van Prisma en lid van het wetenschappelijk bureau van de ChristenUnie.
Als het thema stamcellen wordt beperkt tot louter de toepassing, dan zijn er veel hoopgevende toepassingen te noemen. Uiteraard gelden hier ook ethische aspecten: sommige weefsels zijn zo sterk bepalend voor het wezen van een mens dat hier niet aan gesleuteld mag worden (hersenen, waar het het geheugen en karakter aangaat, geslachtscellen omdat het familiaire eigenschappen betreft, om een paar voorbeelden te noemen). Verder is het denk ik lang niet altijd duidelijk waar de weefsellijn, waaruit geput wordt, van afgeleid is. Maar wellicht zijn of worden daar wel traceringssystemen voor gebruikt.
Als de afkomst (adulte stamcellen) ondubbelzinnig verifieerbaar is en de toepassing geen frictie geeft met de christelijke ethiek, lijkt het mij absoluut niet bezwaarlijk om met deze materie bezig te zijn. Sterker, op deze wijze is onze gezindte in de voorste linie betrokken bij zaken die ons dan niet hoeven te 'overkomen' en die tot zegen kunnen strekken! Het zou fijn zijn als er dan ook ruggespraak gehouden kan worden met andere christenwetenschappers en -ethici. In die zin is het zorgelijk dat na het vertrek van Jochemsen het Lindeboominstituut een wat kwijnend bestaan leidt.
Ik hoop dat er iets van een antwoord zit in mijn reactie. Altijd bereid tot een verdere gedachtenwisseling!
Met vriendelijke groet,
Johan Boeijenga,
Adviseur medische ethiek
Dit artikel is beantwoord door
J. Boeijenga
- Geboortedatum:26-05-1958
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Sedationist in ziekenhuis St. Jansdal
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Zelf ben ik arts-onderzoeker en heb me onder anderen bezig gehouden met stamcellen, zowel in het laboratorium als in klinische toepassingen.
Veel stamcelonderzoek, vooral onderzoek naar directe toepassingen aan patienten werken met autologe adulte stamcellen (volwassen stamcellen afkomstig uit de patient zelf). De reden hiervoor is, dat embryonale stamcellen zich nog tot allerlei soorten van weefsel kunnen ontwikkelen, maar dit is tegelijkertijd een nadeel. De kans dat deze cellen zich tot ongewenste cellen ontwikkelen (kanker) is namelijk dan ook groter dan bij uitgerijpte cellen.
Ook heb je voor eventuele therapien veel meer aan cellen van de patient zelf, dan aan cellen van onbekende embryo's, die niet lichaamseigen zijn.
Als je later onderzoek wilt doen, kun je je werkveld zo kiezen, dat je niet met embryonale stamcellen werkt. Zelf heb ik het gevoel, dat embryonale stamcellen een hype waren en men dacht dat er niets beters was dan dat. Inmiddels is men naar mijn gevoel daarvan teruggekomen. Zeker is het voor bepaald fundamenteel onderzoek belangrijk embryonale stamcellen te onderzoeken, maar adulte stamcellen zijn naar mijn mening niet minder interessant en voor andere onderzoeksvragen en toepassingen juist meer geschikt.
Het moet overigens normaal gesproken goed beschreven zijn waar een bepaalde cellijn vandaan komt, omdat je goed onderzoek alleen kunt doen als je precies weet met wat voor cellen je werkt. Het is overigens ook denkbaar in een zeer vroeg stadium na de bevruchting embryonale cellen te 'oogsten' zonder dat hierbij een embryo verloren gaat. Deze techniek (PID) wordt bijv. gebruikt bij genetisch onderzoek van vroege embryo's in het kader van IVF . http://nl.wikipedia.org/wiki/Pre-implantatie_genetische_diagnostiek
Embryonale stamcellen worden overigens ook voor andere dingen gebruikt waar wij soms niets van weten. Bijvoorbeeld bij het testen of iemand herpes type 1 of 2 heeft werden in elk geval 10 jaar geleden cellen gebruikt uit geaborteerde embryo's, en ze hadden regelmatig 'verse' nodig. Geen idee of dit inmiddels niet meer zo is, maar dit om aan te geven dat wij soms geen idee hebben wat er achter de schermen gebeurt.
Natuurlijk weet ik niet in welk jaar van je studie je bent, maar wat je nu fascineert, niet per se dat is waar je uiteindelijk terecht zult komen. Je hebt nog even tijd overal rond te kijken wat je het meeste ligt tijdens de coschappen.
Veel succes met je studie wenst DrJ