Verbanden tussen verschillende teksten
R. J. Jansen | 1 reactie | 29-03-2013| 11:58
Vraag
1. In de Bijbel staat: "Wie in Mij gelooft zal eeuwig leven hebben." Wat wordt nu precies bedoeld met "geloven in"? 2. In de Bijbel staat ook: "Ik was hongerig en dorstig en ge hebt mij gevoed en te drinken gegeven. Ik was naakt en ge hebt me gekleed. Ik was ziek en in de gevangenis en ge hebt me bezocht." De mensen zeggen dan: "Wanneer hebben we u hongerig of dorstig gezien, of naakt of ziek of in de gevangenis?. " Maar als die mensen brutaal waren, hadden ze toch ook kunnen zeggen: "U bent toch al voor onze zonden gestorven?" 3. Dan staat er nog het verhaal van de rijke jongeling in de Bijbel. Hij heeft zówel aan 1. of 2. voldaan, maar krijgt te horen: je moet ál je goederen weggeven. Ik ken niemand die al zijn spullen weggeeft, dus wat is nu waar?
Antwoord
Beste vragensteller,
Dank voor je vraag. Het is goed om het Woord te onderzoeken en te proberen de verbanden tussen verschillende teksten te begrijpen. Daarbij wil ik je graag verder helpen.
Je eerste vraag gaat over de betekenis van het geloof. "Geloven in" betekent niet alleen een geloven dat er ooit een Heere Jezus was, of geloven dat Hij voor de zonden gestorven is. Die dingen gelooft de duivel ook, terwijl hij toch een vijand van God is. Het geloof dat volgens de Bijbel reddend is, maakt dat ik mij aan de Heere Jezus overgeef, mijzelf aan Hem toevertrouw. Dat betekent dat ik niet meer vertrouw op mijn eigen kracht, mijn eigen wijsheid, mijn eigen goedheid, maar helemaal rust vind in de beloften van het Evangelie. Het is dus een overgave van mijzelf aan Hem. De Heidelbergse Catechismus zegt dat ik door het geloof niet meer van mezelf ben, maar het eigendom ben van de Heere Jezus. Helemaal. Met lichaam en ziel, voor tijd en eeuwigheid. Zijn eigendom, omdat ik niet anders kon dan mijzelf aan Hem overgeven.
Bewust schrijf ik: "niet anders kon". Want als mens willen wij ons niet overgeven, willen wij niet onze eigen wijsheid opgeven, willen wij niet erkennen dat er in ons niets goeds is. Tegen de overgave aan Jezus verzet zich heel ons hart. Ik wil mij leven door eigen kracht doorkomen, ik wil mijn eigen fouten herstellen, ik wil mijn eigen wil doen. Ik wil. Voor ik mij aan Jezus overgeef moet God dus mijn wil breken. Zodat ik niet anders meer kan, maar ook niets liever meer wil dan de Heere Jezus omhelzen door het geloof. Iedereen die zich aan Jezus overgegeven heeft, weet ook van dit verzet in zijn/haar eigen leven. Iedereen die van Christus is, kan ook vertellen hoe de Heere dit verzet van binnen gebroken heeft om de Heere Jezus aan te nemen. Hoe is dat bij jou? Leef jij nog in verzet tegen het Evangelie? Bekeer je dan en roep tot God of je de Heere Jezus mag kennen, Zijn liefde mag zien door het geloof, zodat je je aan Hem kunt overgeven.
Als je je overgeeft aan Hem, verandert alles in je leven. Want door het geloof heb je vrede omdat je door het geloof weet dat het offer van Christus genoeg is om voor al mijn zonden te betalen. Door het geloof weet ik dat Hij mij nooit zal verlaten. Door het geloof weet ik dat Hij mijn leven zal vernieuwen. Door het geloof weet ik dat Zijn wil altijd de beste is. Door het geloof weet ik dat ik in de eeuwigheid bij de Heere Jezus mag zijn. Tegen al die dingen die ik door het geloof weet, verzet mijn verstand zich en verzet de duivel zich. Mijn eigen wil en de duivel proberen steeds het hart van het geloof af te brengen, twijfel te zaaien. "Zou het wel zo zijn dat je zonden vergeven zijn? Zou je niet beter je eigen wil kunnen doen in plaats van Christus gehoorzaam te zijn?" Zo probeert de duivel op allerlei manieren het geloof te laten wankelen en probeert hij dat een christen zich aan hem overgeeft in plaats van aan de Heere Jezus. Toch houdt de Heere Zijn kinderen vast, zodat zij midden in de aanvechting toch door het geloof weten, dat zij voor tijd en eeuwigheid het eigendom van Christus zijn. Zonder dat geloof kun jij niet leven en sterven, vriend(in)! Met dit geloof kan niets, niets je meer scheiden van de liefde van Christus. De Heere Jezus wil je geloof geven, Hij wil zich zo aan ons laten zien dat wij niet anders kunnen dat ons aan Hem overgeven. Bid Hem daarom, om te mogen zien door het geloof. Geef Hem geen rust, voordat je Hem kent!
Vervolgens vraag je naar de betekenis van de tekst uit Mattheüs 25 over het laatste oordeel. De Heere Jezus verwijt de veroordeelden dat zij geen goede werken gedaan hebben. Zij hebben niet in liefde omgezien naar hongerigen, zieken, asielzoekers en gevangenen. Nu zeg jij dat die mensen de Heere Jezus zouden kunnen tegenwerpen dat Hij toch voor hun zonden gestorven is. Jij gaat er dus vanuit dat de mensen tegen wie de Heere Jezus spreekt gelovigen waren die geen goede werken hebben gedaan. Door het geloof zouden hun zonden vergeven zijn en nu zou de Heere Jezus hen alsnog veroordelen omdat ze geen liefdeswerk gedaan hebben. Maar dat is niet wat deze tekst bedoelt. Nee, de mensen die door de Heere Jezus veroordeeld worden zijn ongelovigen. De Heere Jezus overtuigt hen ervan dat zij nooit liefdeswerk hebben gedaan, omdat zij nooit geloof hadden, omdat de liefde van God nooit in hun hart was uitgestort. Met andere woorden, de Heere Jezus laat zien dat als de liefde van God in ons hart wordt uitgestort en wij de Heere Jezus lief krijgen, dat we dan ook liefde tot onze naaste krijgen (lees 1 Johannes 4:7-21). Dat wij bewogen worden over mensen die in nood zijn. Dat wij gaan omzien naar mensen die in de duisternis zitten en de liefde en waarheid van Christus nodig hebben. Het is dus niet zo dat de veroordeelden een geloof hadden zonder liefdeswerken, de Bijbel leert dat zo’n geloof dood is, dat het geen echt geloof is. Nee, deze veroordeelden hebben nooit liefdeswerk gedaan omdat zij nooit de liefde van Christus ontvangen hebben.
Het is aangrijpend dat heel veel mensen die elke zondag in de kerk zitten, (nog) geen oprecht geloof hebben. Dat blijkt wel uit hun werken. De Heere Jezus zegt dat een oprecht geloof altijd blijkt in vruchten, in liefde tot God en liefde tot de naaste (in nood). Daarom zal deze oordeelsdag ook voor heel veel kerkmensen vreselijk zijn, als zij ontdekken dat er nooit liefde in hun hart is geweest tot God en de naaste. Altijd hoorden zij preken over Gods liefde, vergeving en barmhartigheid... maar nooit gaf het in hun leven vrucht. Zij zagen op anderen neer en veroordeelden anderen omdat zij nooit zelf hadden geleerd wat genade was. Hoe is dat met jou? Als Gods liefde ons hart raakt, dan kan ik alleen maar verwonderd zijn dat de Heere genadig was voor zo’n slecht mens als ik. Die verwondering maakt dat je een ruim hart krijgt voor anderen, dat je bewogen raakt met de ziel van andere mensen en met hun problemen in dit leven. Dan wordt het geloof werkzaam door de liefde.
Als je vervolgens vraagt naar de rijke jongeling, zeg je dat hij zowel geloof had als liefdeswerk. Maar beide had de rijke jongeling niet. Hij had geen geloof omdat hij zich niet aan de Heere Jezus kon overgeven. Hij had zo veel liefde tot zijn bezit dat hij dat niet kon loslaten. Hij kon niet vertrouwen dat het bevel van de Heere Jezus het beste was en dat hij in het navolgen van de Heere Jezus nooit iets zou ontbreken. Inderdaad deed deze man de geboden en deed dus ook goede werken. Maar het waren geen liefdeswerken, omdat de werken die hij deed niet opkwamen uit de liefde tot Christus. Hij deed wel de geboden omdat hij dacht zo het eeuwige leven te krijgen. Maar een christen doet geen werken om het eeuwige leven de verdienen maar om God te eren, Die mij eerst heeft liefgehad.
Jij zegt dat je geen mensen kent die al hun spullen weggeven. Dat klopt. Dat is ook niet wat de Heere Jezus bedoelt als gebod voor ons. De Heere Jezus geeft dit gebod aan deze rijke jongeling omdat Hij weet dat déze jongeman gehecht was aan zijn rijkdom. De rijkdom van deze jongeman stond hem in de weg om zich aan Christus over te geven. Zo gebiedt de Heere Jezus jou en mij om die dingen uit ons leven weg te doen die ons verhinderen om ons aan Hem over te geven en Hem na te volgen. Welke dingen zijn dat in jouw leven? Wat staat jou in de weg om je zó aan Christus over te geven dat je voor leven en sterven, naar lichaam en ziel, het eigendom van Jezus Christus bent? De Heere Jezus gebiedt jou om het Evangelie te geloven en om je te bekeren, je af te keren van de zonden die in jouw leven de dienst uitmaken, jezelf aan Hem over te geven. Hij wil je Heiland zijn. Hij wil jou Zijn vergeving en liefde geven, zodat jij ook anderen echt lief kunt hebben. Als je je niet aan Hem kunt overgeven omdat er zoveel dingen zijn waar jij aan gehecht bent -zoals de rijke jongeling aan zijn rijkdom- dan moet je niet net als de rijke jongeling teleurgesteld weglopen bij de Heere Jezus, maar Hem aanroepen in de nood: "Heere Jezus, wees mij genadig! Mag ik U kennen, zodat ik mij aan U kan overgeven zoals u beveelt?" Als de Heere Jezus zich aan je openbaart door Zijn Woord, dan is er ook geloof in je hart en dan geef je je ook over, dan krijg je Hem zo lief omdat Hij jou eerst heeft liefgehad. Zo’n ontmoeting met de Heere Jezus bid ik je toe. Rust niet voordat je Hem kent!
Ontvang een hartelijke groet van,
Kand. R. J. Jansen
Dit artikel is beantwoord door
R. J. Jansen
- Geboortedatum:04-02-1987
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Scherpenisse
- Status:Inactief