Humanitas
drs. J. Hoekman | 6 reacties | 04-01-2013| 17:54
Vraag
Ik hoorde net op de radio reclame/ledenwerving van het humanistisch verbond met de slogan: geloof jij ook in het leven voor de dood? Waarmee natuurlijk bedoeld wordt dat er geen leven na de dood is. Ik ben lid van Humanitas Thuisadminstratie en daar help ik mensen mee. Ik kom in aanraking met mensen die niet naar de kerk gaan en moslims. Dat vind ik niet erg. Ik denk ook dat de Bijbel er positief over spreekt. Maar kan ik als orthodox-protestant in zee gaan met een organisatie dat haar identiteit haalt uit het humanisme? En hoe moet mijn houding zijn tegenover humanistische organisaties?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Dit is een zeer algemene vraag. Kan ik ergens werken waar ik niet achter het beleid sta. Ja, dat doen we elke dag en dat kan niet anders. De vraag is niet kan, maar de vraag en het antwoord is: hoe! Hoe sta ik daarin. Ben ik een goede reuk van Christus. Ook Christus hielp in Zijn tijd op aarde veel mensen en dat waren beslist geen christenen, daarmee bedoel ik dat het geen mensen waren die in Hem geloofden als hun Zaligmaker. Zo genas Hij ook tien melaatsen en er kwam er maar een terug om God de eer te geven. De Heere leert ons dat de meeste de liefde is en daarover zegt Jacobus de (stief/half)broer van de Heere Jezus, dat je niet tegen iemand moet zeggen: "Ga heen en wordt warm", maar geef iemand ook vooral praktische hulp.
Blijf op je post en wees een christen, dan zullen die Humanisten nog versteld staan, van uw/jouw leven voor de dood!
Met broederlijke groet,
Ds. J. Hoekman,
Van de Ark op Ur
Dit artikel is beantwoord door
drs. J. Hoekman
- Geboortedatum:27-01-1962
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
En je kunt volgens mij best een argument maken dat een humanistische stichting hard ingaat tegen gebod nummer 1.