Stemmetje
J.W.N. van Dooijeweert | 2 reacties | 25-10-2012| 15:07
Vraag
Aan evangelist Van Dooijeweert. Ik ben een vrouw van 34 jaar, getrouwd, kinderen. Opgegroeid in de Ger. Gem. en omdat we veel verhuisd zijn heb ik in veel Ger. Gem.-gemeenten gekerkt. In mijn huidige gemeente zijn mijn ogen werkelijk geopend voor de Heere en Zijn dienst. Het geloof werd zo eenvoudig uitgelegd en het was zo jaloersmakend. Er kwam hoop in mijn hart dat het dan toch ook voor mij kan zijn. Toch ben ik tot geloof gekomen in een gemeente bij een ander kerkverband. Daar is God in mijn leven gekomen. De woorden Hij sprak verbraken mijn hart en vervulden mij met Zijn Geest. Ik wilde eerst niet naar deze dienst, maar had het een vriendin beloofd en ik moest die avond mee met haar. De zondag in onze eigen kerk ervoer ik al heel anders dan voorheen. Het Woord was door genade geopend in mijn hart en ik mocht 'horen' en 'zien'. Later kwam er een tijd dat ik begon te twijfelen en het voelde als niet helemaal goed dat ik in een andere gemeente tot geloof was gekomen. Maar dan keek ik meer naar de mensen om me heen vanuit onze eigen kerk. Want als ik vasthield aan wat ik had meegemaakt dan voelde dat niet verkeerd. Het is Gods werk geweest en ik mocht zo vol overtuiging beamen dat God dus niet aan kerkmuren en niet aan tijd en plek gebonden is. In de tijd erna werkte God ook op wonderlijke wijze in het leven van mijn man. In die tijd gingen we nog een keer naar die andere gemeente omdat ik me daar nog niet schuldig over voelde. We wisten niet dat er nou net tijdens die dienst het Heilig Avondmaal werd gevierd en ervoeren dit als heel bijzonder. We hebben zo'n rijke dienst mogen hebben daar en alle vragen of we wel aan zouden gaan, vielen weg. Tot het moment kwam dat onze oudste dochter een keer tegen opa (van een behoudende Ger. Gem. op de Veluwe) vertelde dat we in een andere gemeente aan het HA zijn geweest. Dit viel helemaal verkeerd en waar waren we mee bezig... Mijn man heeft sindsdien veel diepgaande gesprekken gehad met zijn pa en alle zegen lijkt nu weggenomen. Ook omdat hij veel dingen afkeurt, zoals gekleurde kleding. Zelf kan ik al helemaal niet met hem praten. Hij vroeg een keer op een heel verkeerd moment hoe het met mijn 'leven' was gesteld en daar werd gelijk overheen gewalst . Het geeft mij wel een hele worsteling. Moet ik dan net zo leven als mijn schoonvader en waar hij voor staat? In het zwart? Mis ik dan nog wat? Een dominee uit de Ger. Gem. hier op Refoweb antwoordde een keer op deze vraag, dat de Bijbeltekst over het gaan in het zwart niet letterlijk zo bedoeld is, maar dat dit tekent hoe de mens zich voelt. En als het daarop aan komt kan ik volmondig zeggen dat ik me vaak zo'n afkerig mens voel. En ik doe elke dag zonde omdat ik zondig ben. Af en toe mag ik een lichtpunt ervaren in mijn leven en mag ik weten: God houd mij nog vast. Maar het wordt allemaal zo beïnvloed door het denken van de 'Veluwe', dat ik me vaak zo ellendig voel. Het werk van God is iets wat ze mij niet kunnen afpakken. In het verleden gaf God mij de woorden "Merk op mijn ziel wat antwoord God u geeft, Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft." Dit mocht mij toen bemoedigen, maar het is helaas niet meer altijd zo dat ik dit zo mag ervaren. Hoe kunnen Gods kinderen zo met elkaar omgaan? Dan mag ik toch van zijn kant ook meer liefde verwachten? Mijn schoonzusje en ik hebben dezelfde ervaring over wat de Heere in ons leven heeft gedaan, maar haar bekering wordt wel overgenomen... Ze luisteren ook geen muziek. Dat is iets wat ik werkelijk niet snap. Het argument: de mens is zo snel geneigd om tot eer van zichzelf te zingen of liederen te zingen die je toch eigenlijk niet kan zingen met je hart... Ze leven mijns inziens in zo'n apart donker wereldje en weten zeker dat je zo behoort te leven. Maken we van ons uiterlijk leven zo dan geen afgod? Want daar hoor je ze meer over praten dan over het werk van God. Mensen worden daar in de kerk ook zo afgekeurd omtrent kleding, uiterlijk en gedrag. Ik zou niet meer in dat wereldje daar kunnen leven en wat stralen we er mee uit naar onze naaste? Ik voel me over dit alles zo onzeker worden en het staat mijn geloofsleven zo in de weg. Het zou mij zo'n rust geven om me weer volledig over te mogen geven aan God, maar ik durf vaak niet meer uit angst dat ik echt nog iets mis... Ik bid niet meer zo vaak en ik lees veel te weinig in de Bijbel. In mijn hoofd klinkt dan een stemmetje: je leeft nog niet zoals zij leven, hoe durf je het jezelf toe te eigenen... Er zijn zoveel mensen die hier tegenaan lopen en dit maakt me intens verdrietig.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste zuster,
Even vooraf: Ik heb je vraag al enkele dagen in huis, maar het heeft zijn oorzaak buiten mij dat ik nu pas antwoord. Mijn excuses dat je zo lang moest wachten. Er waren twee redenen. De eerste was het vertrek naar ons werk in Peru, klaar maken van alles wat mee moest en tot slot de reis. Aangekomen in Peru hadden we dagenlang geen internet tot onze beschikking. Dat is nog steeds een groot probleem hier in Bagua. Maar je kunt niet anders verwachten als je diep in de jungle zit. Ter verontschuldiging: We zijn hier niet met vakantie maar we geven hier momenteel les aan voorgangers van de kerk van de Aguarunas. Dit is een indianenstam in Amazones. We zijn hier vaak zo gelukkig! Al die problemen van Holland hebben we hier niet. De gemeente van Christus is hier veel meer een geheel. De namen van de kerken spelen niet zo'n rol. Het Woord van God is het belangrijkste. Als ik uw belevenissen lees word ik moe, grenzeloos moe. Waar zijn we toch mee bezig in onze kerken? Waar gaat het eigenlijk om?
Het probleem van de "andere kerk" zit ons vaak diep in het hart gegrift. Dat heeft u moeten ervaren. Wat jammer! Ik ben er zelf ook mee opgegroeid en er mee overgoten. Wat is het dan heerlijk om te ontdekken dat de Heere breder denkt dan wij en alle kerkelijke synodes. Er zijn mensen die echt denken dat de zaligheid gebonden is aan een bepaalde kerk. Al verschillende keren is er aan ons gevraagd: "Heb je in Peru ook een Gereformeerde Gemeente?" Soms zeg ik dan lachend "ja!" Maar mijn hart huilt om deze domheid.
Uw vraag, vragen...
Wat een heerlijk wonder dat de Heere uw ogen opende voor Hem en Zijn dienst. Dat je echt mocht gaan zien hoe heerlijk en begeerlijk de dienst van de Heere is. Nog groter en heerlijker wordt het dan als de Heere echt binnen komt in je leven. Maar dat was in een ander kerkverband! Wat zou daar nou mis mee zijn? Het gaat toch om Hem en om niets of niemand anders? Wat is belangrijker: de naam van de kerk of de Koning van de Kerk die tot je spreekt. Maar weet u, hiermee is je eigen kerkverband niet gelijk veroordeeld!
"Later kwam er twijfel... want ik was in een andere kerk tot geloof gekomen." Ja, de duivel weet alles aan te dragen en aan te wijzen om je maar aan het twijfelen te brengen. Je mocht het ervaren dat God niet aan een tijd of plaats verbonden is. Vooral toen je een gezegend Heilig Avondmaal mocht vieren, in een andere kerk.
Dat dit veel stof doet opwaaien is begrijpelijk. Officieel ga je aan het Avondmaal in je eigen gemeente waar je belijdenis hebt gedaan. Het is niet zo gebruikelijk in de Reformatorische kerken dat je zomaar in een ander kerkverband aan gaat. Zelfs niet in een gemeente van je eigen kerkverband.
Ik denk persoonlijk dat dit voor een deel te maken heeft met een soort angstgevoel dat er mensen aan gaan die geen 'recht' hebben om aan te gaan. Een beetje rechter spelen en ook een beetje waken over het Avondmaal. Ik denk dat we wel onze plaats moeten weten in onze gemeente, maar dat het leven met de Heere breder is. Ik ken een dominee die de tafel opent met de woorden: "Een ieder die belijdenis van zijn geloof heeft gedaan en van harte de Heere Jezus liefheeft, is welkom aan Zijn tafel." Mooi hé! Maar ik ben niet tegen orde en regel hoor. Regel is dat je aangaat in je eigen gemeente. Daar is toch uiteindelijk je thuis.
Wat erg van dat onbegrip vanuit uw familie. Soms lijkt het alsof mensen niet kunnen verdragen dat je de Heere lief hebt. Helaas... dat was al zo in de dagen van de Heere Jezus en het is nu zeker niet minder. Het zegt evenwel niets over uw geloof, maar heel veel over de liefde van die anderen.
U zegt: "Het werk van God is iets wat ze mij niet kunnen afpakken. In het verleden gaf God mij de woorden: Merk op mijn ziel wat antwoord God u geeft, Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft." Houdt u maar vast aan deze woorden. Vraag Hem te mogen groeien in deze relatie met Hem.
U schrijft ook nog over "in het zwart gaan." Ooit hebben mensen allemaal in het zwart gegaan. Dat was gewoon voor die tijd en is nog wel gebruikelijk in bepaalde Balkanlanden. Dat had en heeft niets te maken met het bijbels geloven. In de Bijbel zie ik dat zwart de kleur was die ellende en verdriet uitdrukte. Lees bijvoorbeeld Psalm 35:14, 38:6. En zo zijn er meer teksten. Zingen en muziek maken, de Bijbel is er vol van. De Heere wil dat ons hart en onze mond jubelen tot verheerlijking van Hem. Ik las van Hugo Binning: "Toen de Heere de hele schepping voltooid had, schiep Hij de mens om Hem te verheerlijken met hart en mond." Dit leert Jezus Zijn discipelen ook heel uitdrukkelijk: "Doch Hij zei tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen vasten?" (Lukas 5:34). Van de Heere zijn je zonden vergeven om Jezus wil. Op reis naar het Vaderhuis. Zou je dan niet jubelen van vreugde! Stort uw hart maar uit in gebed en zang! Maak de Heere groot. Geef je maar helemaal aan Hem over. En als je mensen ontmoet die hetzelfde ervaren dan u, ga dan niet eindeloos klagen, maar verheug u in de Heere. Maak Hem groot. Loof de Heere mijn ziel en vergeet geen van Zijn weldaden.
Ik geef je als extra, graag een stukje uit ons dagboek: "Zelfs vindt de mus een huis, o Heer... bij uw altaren! De dichter van Psalm 84 is een zwerver, die naar God verlangt en voor een Jood is het verlangen naar God, een verlangen naar Gods huis. Een mus fladdert wat rond en gaat tenslotte rustig in zijn nest onder de dakgoot van Gods tempel zitten. De mus, deze straatjongen onder de vogels, getuigt van Gods liefde en genade. Als er plaats is bij God voor een mus, dan zeker voor een arme zwerver. Jezus zegt, dat wij de mussen ver te boven gaan. De mus bouwt zijn nest onder de dakpannen van Gods heiligdom. Laten de mensen maar passen, meten en uitrekenen dat er voor ons geen plaats is bij God. Bekrompen rekenmeesters zijn het. De mussen weten wel beter. Zij hebben geen kerkelijke attestatie nodig om bij Gods altaren hun nest te bouwen. God is de God van de mussen en de zwervers. Zo wordt het een belijdenis: Zelfs vindt de mus een huis, bij uw altaren, o Heer der heerscharen, mijn Koning en mijn God. Dichter Ed Hoornik was zo'n zwerver. Ik weet niet, of hij Psalm 84 gekend heeft, maar in één van zijn gedichten vergelijkt hij zichzelf met een vleermuis: En ik weet mij als een vleermuis hangen omgekeerd en voor mij zelf ten spot, maar dan flakkert weer het zielsverlangen en door 't donker fladder ik naar God."
Met broedergroeten,
Evangelist J. W. N. van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
God is niet aan tijd nog plaats gebonden!
't Allerbelangrijkste is hoe het staat tussen God en jouw ziel, dan valt de rest vanzelf weg.
Gods zegen!
Afgelopen jaren ben ik ook vaak in een andere gemeente geweest, eerlijk gezegd vaak 'op de vlucht' vanuit mijn eigen gemeente, ook Ger.Gem.
Vaak met veel zegen daar gekerkt, soms ook net andersom, dan was er juist een woord voor mij in onze eigen gemeente, voelde ik dat mijn plekje toch daar was.
Wonderlijk hoe de Heere álles leidt, vertrouw je hart en je leven aan Hem toe, Hij zal raad geven, Zijn oog is op ons!