Thuiszorg bij paranormaal begaafde
Ds. H. Veldhuizen | 2 reacties | 27-09-2012| 16:32
Vraag
Ik werk in de thuiszorg als huishoudelijke hulp en ik kom vanaf vorige week elke week bij een vrouw van 65 jaar. Ze is paranormaal begaafd, heeft overal boeddhabeelden staan en gebruikt die ook echt. Ze zegt dat ze pijnen van anderen voelt, ze dingen kan voorspellen en met haar handen pijnen kan wegnemen. Ze doet dit absoluut niet vanuit een christelijke overtuiging. Ze bidt tot engelen. Ze zei dat ze geen advertenties plaatste, maar ze krijgt veel op mond-op-mond-reclame. Ik werk er nu een week, en mijn rooster geeft aan dat ik er de komende maanden ook zal moeten werken. Ik was niet van plan om de boeddhabeelden af te stoffen. Maar toen ik bezig was om enkele stenen af te stoffen zei ze: "Die steen die je in je handen hebt, heeft een bijzondere werking." Nu ben ik zelf een jong-gelovige en heb nog wel eens problemen met geloofszekerheid voor mezelf. Hoe moet ik hier nu mee omgaan? Moet ik bidden voordat ik daar binnen ga of ik de bescherming mag hebben van de Heere Jezus. Is dat genoeg? Is er een boekje wat ik haar kan geven; weet u een titel? Ze is vroeger ooit Oud-Gereformeerd opgevoed. Haar ouders (gescheiden) 'deden' niet veel aan de kerk. Ik heb zelf absoluut niet de moed om met haar te bidden, daar voor ben ik een te zwakke gelovige. Ik heb er het ook totaal niet over gehad met haar hoor om voor haar te bidden, want ze is eigenlijk erg blij met die gaven die ze nu heeft. Is het verkeerd om die beelden af te stoffen? Of moet ik gewoon voor haar bidden in mijn persoonlijke gebed thuis? Soms denk ik, als ik nu echt vol zou zijn van de Heere Jezus (want daar verlang ik naar om dat te zijn), dan zou ik haar 'jaloers' kunnen maken op wat Hij ons te bieden heeft. Ik een boek gelezen van James Fraser (zendeling) en die deed ook werk onder volkeren die zeer occult belast waren en hij kreeg, ook al deed hij er zelf niets mee, toch een geestelijke duisternis over zich van 1,5 jaar, totdat het ontdekte wat de oorzaak was. Ik hoop dat u iets kunt adviseren en voor mij wil bidden.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vriendin,
Bedankt voor je vraag. Het is heel goed dat je die vraag gesteld hebt, want je bent niet de enige die in aanraking komt met dingen die haaks staan op het Woord van God. Je werkt, schrijf je, als huishoudelijke hulp in de thuiszorg en nu kom je bij iemand die overal boeddhabeelden heeft staan en die gelooft dat die beelden een bijzondere werking hebben. Zoiets komt, dat zul je wel weten, in onze tijd steeds meer voor. We leven in een multireligieuze en multiculturele samenleving en daar gaat op velen invloed van uit. Je kunt het ook omdraaien: waarom zou er van óns geen invloed kunnen uitgaan naar mensen die een andere religie aanhangen? Er kwamen mensen in ons land wonen die misschien nooit met het christelijke geloof in aanraking kwamen. Die mensen kunnen invloed uitoefenen op jonge en ongeoefende christenen. Maar het kan ook andersom: dat ze van christenen horen wat het christelijke geloof inhoudt en Wie en wat ze belijden. Dat zou een stukje zending in ons eigen land zijn. Daar zijn dus altijd twee kanten aan. Voorbeeld: de islam. Er zijn mensen in ons land en West-Europa, doordat zij met moslims in aanraking kwamen of bijvoorbeeld door huwelijk, moslim geworden. Andersom zijn er ook vele (!) ex-moslims in ons land en West-Europa christen geworden. Daar is zelf een website van, die je zou kunnen opzoeken, waarop je veel getuigenissen kunt lezen en horen van ex-moslims die christen werden en waaróm ze dat werden. De website luidt: www.IsaRuhAllah.nl
Nu is het in jouw geval anders. De vrouw bij wie je werkt was vroeger, schrijf je, Oud-Gereformeerd. Ze weet dus beter en zal in ieder geval veel (?) van de Bijbel weten. Ook dàt komt in onze tijd voor: dat mensen door het boeddhisme zijn of worden beïnvloed, er worden reizen naar India of andere boeddhistische landen gemaakt en men neemt invloeden vanuit het boeddhisme mee, enz. En ook hier geldt weer: andersom kan het ook gebeuren dat iemand met een boeddhistische achtergrond geraakt wordt door het christelijke geloof en christen wordt. Daarom is in onze tijd heel goede toerusting nodig, op de catechisatie, de vereniging, in de prediking, door goede literatuur e.d., zodat jongeren (en ouderen) toegerust worden om als christen te leven in een multireligieuze en –culturele wereld.
Nu jouw vraag: Wat moet jij doen? Is het verkeerd om die boeddhabeelden af te stoffen, vraag je. Mijn antwoord is: nee. Laat ik er meteen maar bij zeggen (ik kom er zo nog op terug): ik zou, als ik die beelden afstofte, zeggen: "Maar ik geloof er niet in, hoor." Eventueel zeg je erbij (maar dat hangt mede van de relatie t.o.v. van die mevrouw af): "Het zijn gewone houten of stenen beeldjes; als je ze op de grond of in de kachel gooit blijft er weinig of niets van over."
Je tweede vraag: Moet ik voor die mevrouw bidden in mijn persoonlijk gebed thuis? Mijn antwoord is: Ja, dat zou ik doen. Niet één keer, maar vele keren. Je zou tegen de Heere kunnen zeggen: "Heere, wat zou het geweldig zijn als die vrouw van die dwaze gedachten verlost wordt; ik bid U daarom." En nog méér: "Heere, wat zou het geweldig zijn als ze naar U gaat vragen, als ze tot bekering komt en gaat geloven in de Heere Jezus Christus; dat hoeft niet precies zoals ik wil of denk, als het maar precies is zoals U het wilt."
Je derde vraag: Moet ik voordat ik daar binnen ga bidden of ik bescherming mag hebben van de Heere Jezus? Mijn antwoord is: Ja. Vooral zou ik bidden dat je niet beïnvloed wordt door haar gedachten; dat je bijvoorbeeld gaat denken: er zit toch iets van in in wat ze gelooft en je krijgt waardering voor een paar van haar gedachten, enz. En zo van lieverlee kom je onder haar invloed. Dat geldt, beste vriendin, niet alleen voor jou in jouw situatie, maar voor iedere christen. We leven in een wereld die, wat West-Europa betreft, steeds meer van God af gericht is. Maar Jezus zelf heeft gebeden: "Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik van de wereld niet ben. Heilig hen door Uw waarheid, Uw Woord is de waarheid" (Johannes 17:15-17; lees dat hogepriesterlijk gebed maar eens helemaal) en bid bepaalde gedeelten op jouw situatie toegepast voor jezelf, bijvoorbeeld: "Heere, bewaar me voor de bozel heilig mij door Uw waarheid."
Vierde vraag: Is er een boekje dat ik haar kan geven? Mijn antwoord is: dat zou ik niet doen; daar is de relatie niet hecht genoeg voor. Pas als je wat langer bij haar zou zijn en ze zou dingen gaan vragen dan zou je aan zoiets kunnen denken, maar nu niet. Weet u een titel, vraag je. Ja, ik weet één titel: de Bijbel. Daar is die vrouw bij grootgebracht en misschien ook ontvankelijk voor. Bovendien: de Bijbel heeft altijd kracht. Ik zou tegen haar, zeggen: In mijn Bijbel (noem het maar zo; niet: in "de" Bijbel; "mijn" Bijbel, daar zit al een belijdenis van je in, dat de Bijbel jouw richtsnoer is) staat... en dan zeg je (of, als dat mag, lees je) een paar verzen uit Psalm 115, bijvoorbeeld: die beelden hebben ogen, maar zien niet, ze hebben oren, maar ze horen niet, enz. Zelfs zou je, als het klimaat er rijp voor is, erbij kunnen zeggen dat daar bij staat: Laat wie ze maken hun gelijk worden, al wie op hen vertrouwt (Psalm 115:4-8; ik schrijf het vanuit de Herziene Statenvertaling, maar je kunt natuurlijk ook een andere vertaling lezen). Je kunt er bij zeggen: niet ík zeg dit, maar de Bijbel, de Psalmdichter, zegt het. Hetzelfde lees je in Jesaja 44:9-20. Denk ook aan Elia en de Baälprofeten. Elia spot met ze: Misschien slaapt die god van jullie, of misschien heeft hij zich afgezonderd (Elia bedoelt: misschien moet hij zijn behoefte doen; vlijmscherpe spot dus; 1 Koningen 18). Pas op: niet te gauw spotten. Maar als het klimaat er rijp voor is mag je dat best doen, waarbij je kunt zeggen: zulke dingen lees ik in mijn Bijbeltje. (Als je van klassieke muziek houdt zou je op een CD het oratorium "Elias" van Mendelssohn eens moeten beluisteren; geweldig hoe Mendelssohn die geschiedenis in de muziek uitgebeeld heeft).
Nu schrijf je, beste vriendin, dat je een jong-gelovige bent en dat je nog wel eens problemen hebt met geloofszekerheid voor jezelf. Daar zeg ik drie dingen op: in de eerste plaats: jong geloof of kleingeloof is ook geloof. Net zoals een klein vuur ook vuur is en een grote hoop hout kan aansteken (Jakobus 3:6, waar dat als een 'negatief' voorbeeld wordt gezegd). Doe dus tegenover die mevrouw geen grote dingen, maar wees gewoon jezelf. Zeg dat je christen bent, naar de kerk gaat, gelooft in de Heere Jezus, openbare belijdenis wil doen (of al gedaan hebt?), dat je naar de Bijbel wil luisteren, waarbij je eventueel kunt zeggen dat je "ook niet alles weet omdat je nog in veel moet groeien", maar dat je in ieder geval niet gelooft in die boeddhabeelden en de werking daarvan.
In de tweede plaats: de discipelen waren ook kleingelovig; ze wisten nog lang niet alles. Zelfs aan het Heilige Avondmaal hadden ze nog allerlei vragen en maakten ze ruzie wie van hen de meeste was. Toch zond Jezus hen uit (Matth. 10). Nog eens: je hoeft geen grote dingen te doen; wees gewoon een christenmeisje tegenover die mevrouw. Misschien heeft de Heere dat werken bij haar wel voor jou beschikt dat je voor die vrouw, al is het heel eenvoudig, tot zegen kunt zijn. Dan ben je met al je jonggelovigheid ook uitgezonden. Trouwens, heeft Jezus niet zoiets gezegd als (ik zeg het met eigen woorden): Als je een geloof had als een mosterdzaadje, je zou tegen die boeddhabeelden zeggen: enz? (Matth.17:20 en Lukas 17:6). Nee, niet automatisch. Maar God kon op je gebed wel eens verrassende dingen doen ondanks (of juist mèt) je kleingeloof. Dus niet, zoals je zegt: "als ik echt vol zou zijn van de Heere Jezus zou ik haar jaloers kunnen maken." Zou je haar ook niet jaloers kunnen maken door een eenvoudige (klein)gelovig hulp in de thuiszorg te zijn, die vasthoudt aan het geloof in de Heere Jezus en in wat de Bijbel zegt?
In de derde plaats: waarom ben je kleingelovig? Is God in Zijn genade niet groot genoeg om ook jou aan te zien? Waar wacht je op? Op iets heel bijzonders, een bepaald gevoel of een stem of iets dergelijks? Trouwens, ik lees nergens in de Bijbel dat Jezus zegt: wees niet ongelovig, maar gróótgelovig, of iets dergelijks. Maar: "Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft (dus niet: ieder die een groot geloof in Hem heeft) niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft" (Joh. 3:16). Dat wil zeggen: een eenvoudig geloof in de Heere Jezus, waarbij je op niets van jezelf bouwt, maar alleen op Hem en Zijn genade. Dan zal de Heilige Geest dat met de vermeerdering van je jaren groter maken, in de weg van de middelen: de Bijbel, de prediking, de sacramenten, een Bijbelkring, enz. Zoals Petrus heeft gezegd: "Groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus" (2 Petrus 3:18).
In de laatste zinnen van je vraag klinkt een beetje je angst door dat je net zoals de zendeling James Fraser door de omgang met deze vrouw en haar beelden occult belast zou kunnen worden. Zoiets heb je gelezen in een boek van James Fraser, schrijf je; stel voor dat zoiets ook jou overkomt. Nu ken ik dat boek van James Fraser niet. Maar ik denk dat het niet juist is om van de geestelijke duisternis waarin James Fraser anderhalf jaar heeft verkeerd "occult belast" te maken. In onze tijd is het helaas een beetje in om iets occult belast te noemen. Ik lees die woorden echter nergens in de Bijbel. Er wordt wel eens gewezen naar mensen die door een demon bezeten zijn e.d. Maar ik denk dat dat heel iets anders is. Je leest nooit dat Jezus een verband legt tussen bezeten zijn en een bepaalde zonde in iemands leven of bepaalde invloeden van ongelovige mensen met wie men omging. Wat dacht je: de eerste christenen leefden volop in een wereld zoals je die bij die mevrouw tegenkomt. Een slaaf die tot bekering kwam, kwam bijna dagelijks in aanraking met de heidense afgoden van zijn baas of wat daarmee te maken had. En wat dacht je van het verleden van zo’n slaaf? Of van Paulus en de meeste christenen in die tijd? Ze waren vroeger een en al duisternis (Efeze 5:8). Waren ze daardoor occult belast? Hadden ze dat van hun verleden meegekregen? Nee, ze waren tot het geloof in de Heere Jezus gebracht en "licht in de Heere" geworden. Maar door hun contacten met de wereld waarin ze leefden bleven ze met vele vezels in aanraking komen met de heidense afgodische wereld.
Paulus is daar heel nuchter over en schrijft bijvoorbeeld: "Eet alles wat in de vleeshal verkocht wordt" (ook offervlees dat aan de afgoden geofferd was; 1 Korinthe 10:25-31 en 8:4-6). Wel wijst Paulus er op ons niet door de wereld waarin we leven te laten meenemen, maar in de duistere wereld te wandelen als kinderen van het licht.
Dat betekent voor jou dat je je niet door de gedachten van die vrouw en door andere onbijbelse opvattingen laat meenemen (dat is wel een groot gevaar voor ieder van ons), maar blijft in de weg van Gods beloften en geboden. Hoe zat het dan met James Fraser? Hij had anderhalf jaar een diepe geestelijke inzinking. Moet je je voorstellen: hij was bijna 100 jaar geleden 30 jaar lang zendeling in China, zonder contacten met zijn land en kerkelijke gemeente zoals wij dat nú kunnen hebben. Stel je voor dat jij 30 jaar vrijwel in je eentje in China zou zitten, zonder internet, mobieltje, vliegverkeer enz. zoals we dat nu allemaal mogelijk is. Geen wonder dat er dan tijden van geestelijke inzinkingen kunnen zijn. Zelfs Maarten Luther had van tijd diepe geestelijke aanvechtingen of hij het wel bij het rechte eind had. Belangrijk is daarom dat je (en dat hèb je, denk ik!) een gemeente hebt, waarop je kunt terugvallen, zondags de verkondiging van het Woord kunt horen, vrienden hebt bij wie je steun kunt vinden, naar een Bijbelkring kunt gaan, enz. Occult belast, doordat je bij die vrouw werkt? Wees daar maar niet beducht voor. Maar wapen je om je niet te laten meenemen door bijvoorbeeld de gedachte dat het boeddhisme toch wel iets aardigs is om in te geloven.
Beste vriendin, ik hoop dat ik je wat geholpen heb. God zegene je. Ook in alle contacten die je door je werk bij de thuiszorg hebt.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief