Meedoen aan de loterij
Ds. N.P.J. Kleiberg | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00
Vraag
Wij hebben een vraag over de loterij. Hoe denkt u hierover? We zouden graag willen weten waarom of we wel of niet mee mogen doen aan de loterij.
Antwoord
In de eerste plaats moeten wij opmerken dat de Bijbel heel nadrukkelijk "het lot werpen" kent (78 maal komt het voor). Op een enkele keer na komt het voor als "het lot werpen voor Gods aangezicht". Daar ligt direct al het accent. De HEERE werd door middel van het lot gevraagd. Als de mens niet wist welke weg hij moest gaan, welke beslissingen hij moest nemen, heeft hij de HEERE gevraagd door tussenkomst van bijvoorbeeld de Hogepriester en dan werd het lot geworpen om te weten wat het antwoord van de HEERE daarop was.
Ook met de verdeling van het land Kanaän werd het lot geworpen. Het lot werd eveneens geworpen om bijvoorbeeld een schuldige aan te wijzen. Maar let op: het was altijd voor het aangezicht van de HEERE.
Nu komt een enkele keer "het lot werpen" in de Bijbel voor in de zin van "zichzelf verrijken". En dan heeft het in de Bijbel geen positieve klank. Daar gaat het niet meer om de HEERE te vragen, om de eer van de HEERE, maar gaat het om eer, roem, macht, rijkdom van de mens. Dan vraagt men God niet, maar zoekt men zichzelf door middel bijvoorbeeld van loterij te verrijken. Dan komt het lot te staan in het teken van Fortuna, een heidense godin. En alles wat wij naast of in plaats van God hebben en zoeken is afgoderij. Daarom is loterij afgoderij en hoort het binnen de christelijke gemeente niet thuis.
Niet de loterij verrijkt de mens, maar God vernedert en verhoogt, maakt rijk en maakt arm. Daarom heeft Abraham schatten van Farao geweigerd en gezegd: opdat Farao niet zal zeggen, ik heb Abraham rijk gemaakt. En zo is het met de loterij ook: staatsloterij, de voetbaltoto, of wat we ook hebben, waar het om vaak miljoenen euro's gaat, heeft mij rijk gemaakt. Het is afgoderij. En daarom mag het niet en kan het niet.
Ik begrijp dan in het licht van bovenstaande de vraag kan komen, hoe zit het dan met de lootjes die verkocht worden voor een nieuw verenigingsgebouw o.i.d.? Vooropgesteld zou het binnen de christelijke gemeente niet nodig moeten zijn om actie te voeren om gelden te verzamelen voor de restauratie van een verenigingsgebouw of een kerkgebouw. Als een kerkvoogdij een beroep doet op de gemeente, zullen de gelden zo binnen moeten komen. Helaas is dat een utopie.
Heiligt het doel dan de middelen? Nee. En daarom moet ook met verkoop van lootjes heel voorzichtig om gegaan worden (tussen haakjes: sommigen noemen het dan dakpannen, stoelen, stenen, want dan zij het ineens geen lootjes, maar dat is schijnheilig).
Ook zijn niet alle middelen geoorloofd. Ik ben van mening dat als de prijzen dermate groot gaan worden dat zij de begeerte opwekken om die prijs door middel van het kopen van een lootje te winnen, we met loterij bezig zijn, want de ijdele begeerte wordt opgewekt en/of het gaat om verrijking van onszelf en niet meer om het doel. En dit is verwerpelijk binnen de christelijke gemeente, want het valt dan ook onder, wat voor naam we het geven, loterij = afgoderij.
Als het prijsjes zijn die je bij wijze van spreken al drie, vier maal betaald hebt door het kopen van lootjes, dan is het geen verrijking. En waar die grens nu ligt, zij een ieder in eigen gemoed verzekerd. Maar we moeten de gevaren niet onderschatten die er kunnen zijn.
En daarom: alzo zou het niet nodig moeten zijn.
Ds. N. P. J. Kleiberg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N.P.J. Kleiberg
- Geboortedatum:03-05-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Achterberg
- Status:Actief