Kerk en staat
Ds. N.P.J. Kleiberg | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00
Vraag
Beste dominee, we hebben twee vragen aan u.
1. Moeten de kerk en staat zich NIET of WEL met elkaar bemoeien
2. Welke taak heeft de kerk voor de staat en welke taak heeft de staat voor de kerk?
Antwoord
Antwoord 1: In de eerste plaats moeten we vanuit het Woord zeggen, dat kerk en staat een eenheid vormden. In het OT was er een theocratie, een Godsbestuur. Daar vielen zowel de "kerk" als de "staat" onder. Zie de Bijbelboeken Richteren en Samuël. Toen het volk Israël een koning begeerde, wilde Samuël daar niet op ingaan, maar de HEERE beval hem toch Saul tot koning te zalven. Echter, de HEERE zei daarbij: "Ze zullen ondervinden, wat het betekent een koning te hebben" 1 Samuël 8. Daarna zijn er Godvrezende en goddeloze koningen geweest, maar waren staat en kerk niet van elkaar te scheiden.
In het Nieuwe testament ligt dat genuanceerder. Maar sinds de vroege kerk zien we weer dat kerk en staat elkaar wat te zeggen hebben. En zeker, toen er een pauselijke macht kwam. Toen de keizer van Duitsland een keer niet naar de paus wilde luisteren, heeft de paus heel Duitsland in de ban gedaan. En dat is net zo lang gebleven totdat de keizer naar Rome gegaan is en een knieval voor de paus gemaakt heeft.
Ook sinds de Reformatie is er altijd nadruk gelegd op de eenheid van kerk en staat en heeft Calvijn in verschillende gevallen de staat te hulp geroepen in zaken waar men niet uit kon komen. En hoewel er een scheiding gekomen is in de 19e eeuw tussen kerk en staat, (denk bv. aan huwelijken, die werden voor die tijd gesloten of in de kerk (en was de predikant tegelijkertijd ambtenaar van de burgerlijke stand) of alleen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Het heeft echter tot plm. 1982/83 nog geduurd voordat de totale breuk kwam. Want tot die tijd werden hervormde predikanten door de staat betaald. Met dien verstande dat het een bedrag was dat in de 18/19e eeuw is vastgesteld (als ik me goed herinner kreeg ik in 1982 nog 648,00 gulden per jaar). In 1982/83 is dit door de staat afgekocht en ontstond er een totale breuk.
Antwoord 2. De kerk heeft voor de overheid te bidden, haar te waarschuwen als zij wetten maakt die in strijd zijn met Gods Woord en haar voor dwalingen te behoeden. En de staat heeft erop toe te zien dat de kerk vrijelijk het Woord kan uitdragen.
De Reformatie heeft altijd de eenheid van kerk en staat voorgestaan, zie artikel 36 van de Ned. Geloofsbelijdenis. En ik ben ervan overtuigd dat de HEERE daarover ook Zijn zegen wil gebieden. Het gaat niet om een groepje, maar heel het volk heeft de HEERE te dienen. En zo zal de kerk naar de overheid moeten spreken en zal Gods Woord moeten doorklinken in de raadskamers, al gebeurt dat nu door afgevaardigden van de SGP.
De vrijheid van Godsdienst is wel volgens de Grondwet zo, maar niet volgens Gods Woord. Het is niet voor niets dat we weer de dagen van Achab en Izebel gaan krijgen, omdat onze overheid alle soorten van godsdienst toestaat. Alleen hoe onbijbelser een volk, hoe onbijbelser een overheid. En daar zijn we in terecht gekomen. Het zou alzo niet moeten zijn. Maar is het misschien een teken van de eindtijd?!
Toch blijft de kerk de plicht houden voor de overheid te bidden, ook al leeft deze niet naar Gods Woord, zoals Paulus ook eenmaal gezegd heeft.
Ds. N. P. J. Kleiberg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N.P.J. Kleiberg
- Geboortedatum:03-05-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Achterberg
- Status:Actief